Achtergrond

Joden en moslims zijn in Suriname goede buren

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Eén keer ging het mis, vertelt Jules Donk, bestuurslid van de synagoge. De gemeente had een vrouw uit Israël te gast. Net toen ze aan de dienst wilden beginnen, weerklonk bij de buren de oproep tot gebed. “Die dame begon stampij te maken, dat we dat niet konden toestaan”, herinnert Donk zich. “Ik heb haar duidelijk gemaakt dat we hier niet in Israël zijn, en dat wij hier in Suriname niet gepolariseerd willen worden."

Allemaal import
Surinaamse joden en moslims kijken verdrietig en hoofdschuddend naar het opgelaaide geweld tussen Israëliërs en Palestijnen in het Midden-Oosten. Zelf gaan ze prat op hun vreedzame relaties. Hoe kan dat? Donk benadrukt dat in Suriname mensen van verschillende etnische herkomst en religies al generaties door en met elkaar leven. “We zijn allemaal import”, zegt hij.

Iedere vrijdag bidden we tot de Almachtige dat hij de Israëli’s en Palestijnen het verstand geeft om hun problemen uit te praten

Joden behoorden tot de eerste plantagehouders bij de stichting van de kolonie Suriname in de zeventiende eeuw. En met de komst van Hindoestaanse en Javaanse immigranten in de negentiende eeuw deed de islam zijn intrede in het land. Dertien procent van de bevolking is moslim, van verschillende stromingen. Er zijn nog zo’n 180 joden over.

“Iedere vrijdag bidden we tot de Almachtige dat hij de Israëliërs en Palestijnen het verstand geeft om hun problemen uit te praten. Maar we willen geen schuldige aanwijzen”, zegt zijn collega James Lalmohamed, secretaris van de Surinaamse Islamitische Vereniging (SIV) van de naburige moskee.

Parkeren
De twee bestuursleden roemen de onderlinge samenwerking – vooral op een misschien wat banaal terrein: parkeerproblematiek. “Als wij een hoogtijdag hebben mogen onze mensen op de parkeerplaats van de synagoge parkeren”, zegt Lalmohamed. Bij islamitische feestdagen worden synagoge-bestuurders uitgenodigd, en omgekeerd.

De SIV behoort tot de Ahmadiyya-stroming binnen de islam. Lalmohamed: “Men noemt ons gematigd ja, maar wij zeggen zelf liever dat we ons geloof belijden met ons verstand.” De Pakistaanse leider van de beweging werd bij één van zijn bezoeken aan Suriname rondgeleid door de synagoge, vertelt hij trots.

Hij kan niet vijandig doen tegen joden in de moskee en vervolgens om korting vragen op een wasbak bij de joodse bouwmaterialenzaak

Donk en Lalmohamed benadrukken dat ze geen partij willen kiezen in het conflict in Israël. Kan Donk zich als jood nog wel identificeren met Israëliërs? “Het is in ieder geval niet óns conflict. Het is een conflict tussen Israël en Hamas, niet tussen joden en moslims.”

Belangrijker nog is dat de trots op het Surinamer-zijn voorop staat. “Daarin verschillen we van Nederland”, merkt Donk op. Daar worden moslims als Turken en Marokkanen weggezet, legt hij uit.

Moslims en joden zien elkaar in Suriname in het sociale leven, bijvoorbeeld verenigingen als de Lions Club. En ze hebben elkaar nodig voor zaken. Lalmohamed: “Een collega-bestuurslid is aannemer. Hij kan niet vijandig doen tegen joden in de moskee en vervolgens om korting vragen op een wasbak bij de joodse bouwmaterialenzaak.”

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons