Beeld: Nastia Cistakova
Analyse

‘Ik blijf kraken tot er betaalbare woonruimte is’

Vandaag is kraken precies tien jaar illegaal. Ondertussen is de woningnood én de leegstand groot, en duiken er nieuwe groepen krakers op. De politie reageert juist steeds agressiever. Is kraken onmogelijk geworden of komt er een opleving?

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Kampt Nederland met woningnood? Het lijkt een domme vraag: huur- en koopprijzen rijzen de pan uit, een betaalbare woning in de grote stad is als een naald in een hooiberg en het aantal daklozen is de afgelopen tien jaar verdubbeld. Tot wel 40.000 mensen hebben geen vaste woonplek, zo raamde het Centraal Bureau van Statistiek (CBS) in 2019. Maar een voorzichtige schatting van datzelfde CBS laat zien dat er geenszins een gebrek is aan woningen: in 2019 stonden er zelfs zo’n 60.000 leeg, waarvan 32.600 langer dan een jaar – om maar te zwijgen over kantoor- en winkelpanden.

Er is een huisvestingscrisis en veel leegstand, maar de kraakbeweging is kleiner dan ooit

We kijken dus naar een huisvestingscrisis met veel leegstaande panden – ogenschijnlijk perfecte omstandigheden voor een florerende kraakbeweging. Maar ook daar een verbazingwekkende constatering: de kraakbeweging is kleiner dan ooit. Zoals het Amsterdamse kraakcafé Joe’s Garage stelt in een terugblik op het afgelopen jaar: ‘2019 deelde harde klappen uit aan een kraakbeweging, die niet veel meer leek te kunnen doen dan incasseren. […] Het is moeilijk een hoopvol beeld te schetsen.’ De hoogtijdagen van het kraken lijken voorbij.

Krakers hebben (nog) rechten

Die hoogtijdagen lagen in de jaren 80. Volgens de krakerskroniek Een voet tussen de deur: geschiedenis van de kraakbeweging van socioloog Eric Duivenvoorden, waren toen zo’n 20.000 krakers actief. Hun aantal is sindsdien in rap tempo afgenomen. In 2009 schatte een studie van de Vrije Universiteit het aantal krakers in de hoofdstad rond de 1500. Dat lijkt ondertussen verder teruggelopen te zijn, vertelt bijvoorbeeld ervaren kraker Maarten (39, zonder achternaam uit angst voor de overheid en ‘rechtse splintergroeperingen’). Hij schat het aantal in heel Nederland op minder dan duizend, maar precieze getallen zijn moeilijk te geven.

Het criminaliseren van kraken heeft woningzoekenden afgeschrikt

“Tegenwoordig kraakt men vaker onder de radar”, vertelt Pim van der Heiden (31), een ervaren oud-kraker en woordvoerder van de Haagse afdeling van de Bond Precaire Woonvormen (BPW). Mensen vrezen de raadsvragen die media-aandacht met zich meebrengt en sensatiebeluste reportages die krakers stigmatiseren. “Geen wonder dat men vaker denkt: laten we geen slapende honden wakker maken.”

Van der Heiden stelt dat vooral aangescherpte wetgeving kraken minder aantrekkelijk heeft gemaakt: “Het criminaliseren van kraken heeft woningzoekenden afgeschrikt. En terwijl ze krakers harder hebben aangepakt, tiert de leegstand nog welig.” Na jarenlang debat voltrok die criminalisering zich exact tien jaar geleden, op 1 oktober 2010, met de Wet Kraken en Leegstand – in de volksmond ook wel de anti-kraakwet. Waar kraken eerder nog onder voorwaarden was toegestaan, is het sindsdien strikt illegaal.

De politie kan alleen ontruimen als krakers op heterdaad betrapt worden

“Wat trouwens niet betekent dat het onmogelijk is”, vervolgt Van der Heiden. Omdat Europese mensenrechtenverdragen en de Nederlandse grondwet wonen als grondrecht erkennen, genieten krakers nog altijd bescherming als ze zich eenmaal in een pand hebben gevestigd. Zo kan de politie alleen tot ontruiming overgaan als de krakers op heterdaad betrapt worden, of na een rechterlijke uitspraak in een kort geding.

Met een recent wetsvoorstel willen de CDA en de VVD dat kort geding vervangen door de toestemming van een officier van justitie – in wat strafrechtadvocaat Willem Jebbink een ‘achterkamertjesprocedure’ noemt. Het voorstel is al neergesabeld door de Raad van State, zegt Jebbink. “De nieuwe toetsing van enkel een officier van justitie is wel heel erg mager.” Hij twijfelt of het genoeg is voor het eerlijke proces dat de Europese verdragen eisen.

Hoewel de nieuwe wet waarschijnlijk op steun in het parlement kan rekenen, kan het vervolgens zomaar bij de rechter sneuvelen. In dat geval moet het Openbaar Ministerie procedures uitvinden zodat de wet tóch voldoet aan de verdragen. “Dan blijft het doorsudderen, wordt het een wet die van procedurele lapjes aan elkaar hangt.” Maar hoewel de nieuwe wet dan misschien aan effectiviteit mist, de boodschap is duidelijk: de regeringspartijen CDA en VVD zijn de krakers liever kwijt dan rijk.

Kunstexposities en filmavonden

Terwijl politici de wet dus nog strenger willen maken, heeft de invoer van het kraakverbod kraken al ontegenzeggelijk veranderd. Van der Heiden: “Vroeger nodigden krakers na een kraakactie de buurtbewoners uit op de koffie. De wijkagent kwam langs om te kijken of de krakers echt van plan waren in het pand te gaan wonen, wat ze bewezen met meubels en kamerplantjes. Nu durven veel krakers niemand meer binnen te laten, uit angst opgepakt te worden.” In theorie kunnen straffen oplopen tot een jaar cel en duizenden euro’s boete – maar in de praktijk, zo vertelt advocaat Jebbink, blijft het meestal beperkt tot enkele honderden euro’s en zijn vrijheidsstraffen een uitzondering.

In Amsterdam, waar al mijn vrienden zitten en baankansen zijn, kan ik simpelweg niks betalen

Maar dat opgepakt worden geen irreële angst is, heeft Anna* (25, niet haar echte naam) aan den lijve ondervonden. Ze kraakt al twee jaar. Eerst in Londen, en sinds kort probeert ze het in Amsterdam. De woningnood ‘dwingt haar ertoe’, zegt ze zelf. “In Amsterdam, waar al mijn vrienden zitten en baankansen zijn, kan ik simpelweg niks betalen.”

Daarnaast biedt kraken ook voordelen, geeft Anna toe. Zo trekt het leven in een gemeenschap haar aan. Zij en haar medekrakers waren van plan om een gemeenschapscentrum te beginnen, “met workshops, kunstexposities en filmavonden”. In augustus kraakten ze daarvoor een pand in de Amsterdamse Watergraafsmeerbuurt, en aanvankelijk leek alles goed te gaan – volgens het oude boekje 1 kraakten ze een pand dat langer dan een jaar leegstond en trokken erin, met tafels en matrassen.

De politie arresteerde iedereen in het pand, inclusief de buren op de koffie

Op 23 augustus kwam politie de situatie inspecteren en trof het pand bewoond aan, zo zegt Anna. Omdat het al langer gekraakt leek te zijn bevestigden ze het recht op huisvrede, waardoor de politie in theorie niet meer zomaar kan binnenkomen. Amper vier uur later kwamen ze echter terug met versterking, en arresteerden prompt iedereen in het pand – inclusief de buren op de koffie.

In een schriftelijke reactie laat het OM weten dat er nooit sprake is geweest van de bevestiging van huisvrede, en dat de krakers dus op heterdaad betrapt zouden zijn. ‘In deze casus wees alles op een kraak in het hier en nu’, schrijft een woordvoerder, ‘waarna het pand ontruimd is.’

‘Gewone mensen kraken niet’

Ervaren kraker Maarten* ziet in de afname van krakers een simpele belangenafweging: “De kans een strafblad te krijgen of ontruimd te worden terwijl je examens moet voorbereiden, is voor veel jonge mensen die niet regulier aan een woning kunnen komen, een reden om thuis te blijven wonen.”

Van der Heiden van de Bond Precaire Woonvormen proeft een ‘loodzwaar’ stigma dat sinds de nieuwe wetgeving op krakers rust. Het woordje ‘illegaal’ maakt dat woningzoekers liever kijken naar alternatieven, zoals antikraak, “zelfs al heb je dan nog minder rechten dan een kraker”. Waar hij op doelt: in tegenstelling tot antikraak-bewoners genieten krakers huisrecht. “Dat hebben ze met de kraak opgeëist. Anti-krakers worden daarentegen gedwongen contractueel afstand te doen van hun huisrecht.” Toch denkt Van der Heiden dat de strenge wetgeving niet de enige reden is dat men minder kraakt. Andere landen zoals Duitsland bewijzen dat kraken doorgaat, ondanks een verbod: “Kraken gebeurt omdat het moet, niet omdat het mag.”

Het woordje ‘illegaal’ maakt dat woningzoekers liever kijken naar alternatieven, zoals antikraak

Velen zien kraken niet eens meer als een optie – alsof het uit het collectieve bewustzijn is verdwenen. Zo vertelt Van der Heiden hoe zijn tante het verschil tussen kraak en antikraak niet kent, en ook Anna’s familie weet niet dat er vandaag de dag nog krakers zijn. En dat terwijl sommigen van hen in de jaren 80 zelf hebben gekraakt en er met nostalgie over kunnen vertellen. Ze zien het inmiddels vooral als een reliek uit het verleden, zegt Anna: “Gewone mensen doen dat tegenwoordig niet meer, zeggen ze. Of ze denken dat hoogstens een hardcore groep nog kraakt.”

Samenleving is niet tegen kraken

Toch zijn er wetenschappelijke aanwijzingen dat de acceptatie van kraken door de jaren heen niet wezenlijk is veranderd. De laatste opiniepeiling dateert uit 2006, uitgevoerd door ‘kraakprofessor’ Hans Pruijt, socioloog aan de Erasmus Universiteit 2. Hij legde aan een representatieve groep de stelling voor: ‘Kraken is prima als het pand al lang leegstaat en de eigenaar er geen plannen voor heeft.’ 41 procent was het daarmee eens; 39 procent niet.

Overheidsbeleid rond kraken staat niet gelijk aan publieke steun

“Overheidsbeleid staat niet gelijk aan publieke steun”, zegt Bart van der Steen daarover. Van der Steen is historicus aan de Universiteit Leiden, waar hij veel heeft gepubliceerd over krakers en de krakersbeweging. De publieke steun zou zomaar duurzamer kunnen zijn dan nu lijkt, suggereert hij en hij verwijst naar het begin van de jaren 80. “Volgens enquêtes in Amsterdam uit die tijd bleef de steun toen stabiel, grofweg fiftyfifty, ondanks de gigantische krakersrellen die net daarvoor hadden plaatsgevonden.” Het publiek keurde de rellen af, maar maakte een onderscheid tussen de ‘relschoppers’ en ‘de nette krakers uit de straat’.

De alsmaar verscherpte kraakwetgeving wijt Van der Steen in de eerste plaats dus niet aan een veranderde maatschappelijke opinie, maar aan een machtsverschuiving in het parlement. “Vanaf 2006 voelen de VVD en de CDA de hete adem van de PVV in de nek, waardoor ze zich meer willen profileren als rechtse law-and-order-partijen.” Zo is het de PVV wiens Hero Brinkman lange tijd politieagent was in Amsterdam. Zijn optredens tegen krakers daar gaf hem de bijnaam ‘Rambo van de Bellamybuurt’, zo schrijft Pruijt in zijn onderzoek uit 2010. Brinkman verklaarde in een aflevering van Pauw en Witteman uit 2008 dat ‘zijn nekharen recht overeind gaan staan’ van het idee kraken te gedogen.

Boobytraps in de kinderspeeltuin

Behalve een veranderende politieke wind, zetten ook alarmerende berichten in de media ‘kraken’ hoog op de politieke agenda. Volgens het Witboek Kraken, een inventaris uit 2009 van recente kraakacties, werden verschillende spookverhalen zonder wederhoor gepubliceerd – zo berichtte de NOS in 2007 over ‘boobytraps’ die bij ontruimingen waren aangetroffen, bedoeld om agenten te verwonden of zelfs te doden.

Hoe kleiner de protestgroepen, hoe makkelijker het voor politici is om streng tegen hen op te treden

Verschillende bronnen stelden dat het geweld in de kraakbeweging anno 2009 in werkelijkheid niets voorstelde: van een onderzoek van de Vrije Universiteit dat de Amsterdamse kraakscene ‘gepacificeerd’ noemde, tot aan oud-politiecommissaris Joop van Riessen die het een ‘kinderspeeltuin’ noemde, zo is te lezen in het Witboek Kraken. Maar het beeld was gecreëerd – de kraakbeweging was gewelddadig en geradicaliseerd. Kortom, een verbod was broodnodig.

Ondertussen drongen dalende woningnood in stadcentra, afnemende leegstand en (vooral) de opkomst van antikraakverhuur het aantal krakers sterk terug, tot nog geen 1500 in de hoofdstad, volgens het onderzoek van de VU. De afgenomen invloed van de krakers vergemakkelijkte het invoeren van een verbod nog eens. “Een klassieke dynamiek in politieke conflicten”, zegt Van der Steen: hoe kleiner de protestgroepen, hoe makkelijker het voor politici is om streng tegen hen op te treden. “Hoe minder krakers, hoe minder mensen voor protestacties, hoe minder medestanders om boze brieven naar de krant te sturen.”

Niet uitgestorven

Van der Steen wil ook benadrukken dat kraken niet het enige antwoord is op woningnood. “Als je jong bent en de situatie maakt je woedend, zijn er andere manieren om in actie te komen.” Een voorbeeld daarvan is de oprichting van de Bond Precaire Woonvormen in 2010. Middels een ‘solidariteitsnetwerk’ probeert de organisatie de positie van iedereen die woont te verbeteren – krakers, maar ook antikrakers en verschillende typen huurders.

Enkele honderden leden van de BPW – toevallig ook opgericht in 2010 – uit inmiddels het hele land oefenen druk uit door aandacht te vragen voor individuele misstanden. Van der Heiden noemt een recent voorbeeld: een huisbaas wilde twee huurders in het Haagse Laakkwartier onder valse voorwendselen uitzetten, omdat ze bij de huurcommissie een huurverlaging hadden afgedwongen. “Toen zijn we met zo’n twintig mensen met flyers en spandoeken voor hun kantoor gaan staan en hebben we Hart van Nederland erbij gehaald. Toen vond de eigenaar opeens wél een geschikte oplossing.”

Zolang er geen betaalbare woonruimte is, zal ik blijven kraken

Van der Steen houdt zelfs rekening met een opleving de komende tijd. De wetenschap, zegt hij, noemt vier voorwaarden voor kraken: leegstand, woningnood, actiebereide mensen, en ten slotte: politici die de indruk wekken dat ze niet weten hoe ze de problemen moeten oplossen. “Kraken is altijd in golven gekomen”, zegt hij. Eind jaren 70 klaagden sociologen nog over een gebrek aan politiek besef bij de jeugd. “En nauwelijks twee jaar later sloegen die jongeren aan het kraken en braken er krakersrellen uit.”

Ondertussen wachten de voorlopers van een mogelijke opleving, Anna en haar groep, hun rechtszaak af. Na de arrestatie heeft de groep twee dagen in een cel doorgebracht en nu hangen hun, schat Anna, taakstraffen en gevangenisdagen boven het hoofd – ondanks hun claim dat het politieoptreden illegaal was. Cynisch genoeg vindt de rechtszaak plaats op 1 oktober, exact tien jaar na het kraakverbod. Ondanks de tegenslagen is Anna niet van plan om te stoppen. “Het is extreem vermoeiend om de hele tijd je huis uit te moeten en in onzekerheid te leven”, geeft ze toe. “Maar zolang er geen betaalbare woonruimte is, zal ik blijven kraken.”

* De volledige namen zijn bij de redactie bekend.

Geen woning, geen Woningsdag

Niet migranten, maar politici veroorzaken het woningtekort

  1. Vanaf 1981 tot aan 2010 was het niet strafbaar om panden te kraken die langer dan een jaar leegstonden. Met typische huis-tuin-en-keukenobjecten, zoals tafels en matrassen, bewijzen krakers dat ze er wonen. Zo verkrijgen ze huisrecht, waardoor de politie niet zomaar onaangekondigd mag ontruimen. ↩︎
  2. Hans Pruijt, 2010. “Culture Wars, Revanchism, Moral Panics and the Creative City. A Reconstruction of a Decline of Tolerant Public Policy: The Case of Dutch Anti-squatting Legislation. ↩︎

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons