We komen uit bij een school in de christelijke wijk Ainkawa van de hoofdstad Erbil. Drie jongedames zitten achter een bureautje, met stapels computeruitdraaien met namen voor zich op tafel. Ze hebben de laatste twee weken veel van dit soort bezoekjes gehad, en kunnen ons snel helpen. Twee minuten laten staan we opgelucht buiten: Khawla mag stemmen!
In Erbil staat voor het kantoor van de stemcommissie een Nederlandse auto, versierd met oproepen om ‘ja’ te stemmen. Binnen tref ik een bekende aan: een Nederlandse Koerd die al weer een tijdje in Erbil woont, maar ondanks een toezegging van de hoogste baas van de stemcommissie niet geregistreerd kan worden. Hij is erg teleurgesteld. Tot ik hem uitleg hoe hij als diaspora-Koerd via internet kan stemmen. Later die dag belt hij me verheugd op: het is gelukt!
“Het is een honderd jaar oude droom: het vooruitzicht in een liberaal land te wonen, niet geregeerd door religie
“Het is een honderd jaar oude droom,” zegt Khawla, als ik meega naar het stembureau en foto’s maak van haar vreugde. Ze legt me uit waar het haar om te doen is: “Geen tweederangsburger meer zijn, gelijk zijn, en het vooruitzicht in een liberaal land te wonen, niet geregeerd door religie.”
Ik gun haar en al mijn Koerdische vrienden hun referendum en uiteindelijk hun staat, maar zie niet hoe die wens door de stemming dichterbij is gebracht – integendeel. Daarom ben ik teleurgesteld in Koerdische politici die de waarschuwingen van bijna de hele wereld om de stemming uit te stellen negeerden, en die hun volk met nationalistische campagnes naar de stembus dreven.
“Ik ben teleurgesteld in Koerdische politici die de waarschuwingen om de stemming uit te stellen negeerden
Dat er sancties komen, is al duidelijk wanneer de stembussen nog open zijn. Niet omdat niemand de Koerden hun onafhankelijkheid gunt, zoals zelfs intellectuele vrienden lustig tweeten. Maar omdat hun president en hun politici een bemiddelingspoging van het Westen terzijde hebben geschoven, een interventie die had kunnen leiden tot een onderhandelingsproces met Bagdad over Koerdische afscheiding, en zo sancties had kunnen voorkomen. “We wachten al zo lang”, zeggen de koopman en vele anderen. Daar had best nog een paar jaar bij gekund, denk ik, zeker als je daarmee de woede van de buren in toom houdt, maar dat argument wordt steeds weggewuifd. Beloften zijn te vaak gebroken en de Koerden te vaak teleurgesteld.
“Irak is nu vooral een land waar gedood wordt uit religieuze overtuiging en uit wraak
Het proces is pijnlijk. Het gaat om een land waarin teveel verschillende groepen bij elkaar zijn gezet, al herinneren veel Irakezen zich nog hoe ze ooit niettemin samenleefden. Maar nu is Irak vooral een land waar te veel doden zijn gevallen, waar gedood wordt uit religieuze overtuiging en uit wraak.
En nu verwachten ze dat diezelfde vrienden hen helpen de woede te overleven die ze ontketend hebben door die doos te openen? Als ik al teleurgesteld ben in de Koerden, hoe zijn die buitenlandse vrienden er dan aan toe? Want die doos kan niet meer dicht. Hoeveel jaren moeten Koerden daardoor nog extra wachten voor hun recht op die gedroomde staat eindelijk ook leidt tot de verwezenlijking ervan?