Kwik hecht zich aan goud. Door verhitting laat het kwik los van het goud, maar verdampt het gas en slaat via regen elders neer. Beeld: Bram Ebus

Hoe goudzoekers in Suriname een volk vergiftigen

Elke dag eten de Wayana in de Surinaamse binnenlanden vis met kwik, een afvalproduct uit de goudwinning. Ondanks hersenbeschadiging bij hun kinderen en nierproblemen bij volwassenen lukt het niet om het giftige goedje uit Surinames grootste industrie te bannen.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
“Het water lijkt wel blubber!” Aan het woord is Jupta Itoewaki, een strijdbare dertiger die zich met hart en ziel inzet voor de rechten en ontwikkeling van ‘haar’ mensen, de Wayana, een inheemse* gemeenschap in Suriname. Zij vertelt dat goudwinning in de regio voor haar gemeenschap veel ellende betekent.

“Sommige mensen krijgen huiduitslag na het baden”, vertelt ze. “Bij de medische post kun je daar een zalfje voor krijgen, maar wat heeft dat voor zin wanneer je de volgende dag weer in diezelfde rivier moet baden? En in de droge tijd is het ons enige drinkwater. De kwik die gouddelvers gebruiken, vervuilt het rivierwater waarin we baden en waarmee we koken.”

De kwik die gouddelvers gebruiken, vervuilt het rivierwater waarin we baden en waarmee we koken

Itoewaki is één van de weinige jonge Wayana die een hogere opleiding heeft kunnen volgen en die zo een brug kan slaan tussen haar gemeenschap en de buitenwereld. In totaal wonen er zo’n 2500 Wayana verspreid over Suriname, Frans Guyana en Brazilië. Itoewaki zelf komt uit Kawemhakan, in het zuidoosten van Suriname aan de bovenloop van de Marowijnerivier, die de grens vormt met Frans-Guyana. Hoofdstad Paramaribo ligt op twee uur vliegen afstand; de Wayana wonen midden in het bos in overweldigende natuur, waar ze leven van jagen, verzamelen, vissen en wat cassaveteelt.
Goudvelden aan de rand van het natuurpark Brownsberg (dit gebied komt niet in het verhaal voor).Beeld: Ellen Raadschelders
Toch is de rest van de wereld niet ver weg. In het gebied rond Kawemhakan zijn duizenden illegale of semi-legale goudzoekers actief, veelal afkomstig uit Brazilië. Ze landen dagelijks op de kleine, onverharde landingsbaan van Kawemhakan om vervolgens het gebied in te trekken, een stuk land te ontbossen en af te graven. Met grote machines en veel water spuiten ze de bodem los om de minuscuul kleine gouddeeltjes uit het sediment te winnen.

“Ik ben zelf een keer met onze gemeenschapsleider naar een goudveld geweest in de buurt van het dorp”, vertelt Itoewaki. “Er waren geen bomen meer en al het water was vervuild. Het zag er eng uit, triest. Ik kon niet met de gouddelvers praten, omdat ze een andere taal spreken. Onze gemeenschapsleider sprak ze wel aan, omdat ze twee jaguars hadden geschoten, wat verboden is.” De Wayana zelf delven geen goud.

Kinderen met een beperking

Al die goudzoekers gebruiken kwik. Het bindt zich aan de gouddeeltjes zodat het goud makkelijk gewonnen kan worden. Daarna wordt de kwik-goud-verbinding verhit, zodat het kwik verdampt en het goud overblijft. De kwikdamp wordt meegevoerd door de wind. Wanneer het kwik windafwaarts uitregent, wordt het in de bodem door bacteriën omgezet in methylkwik, een (organisch gebonden) vorm van kwik die gemakkelijk door vissen kan worden opgenomen en in de voedselketen van vis op vis wordt doorgegeven. Daarom bevatten grote, oude roofvissen, zoals de veel gegeten Anjumara en Piranha, de hoogste concentraties kwik. Een deel van het kwik spoelt weg naar kreken en de rivier. Hoe het metaal zich precies verspreidt in het milieu is niet goed bekend, maar het wordt inmiddels overal in het land gemeten in de rivier, in de bodem en in consumptievis.

Kwik kan onomkeerbare schade veroorzaken aan de hersenen en het zenuwstelsel wanneer die nog in ontwikkeling zijn

Jupta Itoewaki strijdt voor verduurzaming.
Vooral baby’s, kinderen en zwangere vrouwen zijn erg gevoelig voor kwik, vertelt Jan Quik van het Surinaamse Bureau voor Openbare Gezondheidszorg, waar hij werkte tot zijn pensioen in 2019. “Blootstelling aan kwik kan onomkeerbare schade veroorzaken aan de hersenen en het zenuwstelsel wanneer die nog in ontwikkeling zijn. Kinderen kunnen zich minder goed concentreren en daardoor een leerachterstand oplopen.” Ook noemt het Nederlandse RIVM als effecten trillingen, prikkelbaarheid, vergeetachtigheid en nierproblemen.

Omdat vis zo’n belangrijk deel uitmaakt van het dieet van de Wayana, krijgen mensen het giftige spul dagelijks binnen. Onderzoekers ontdekten ruim tien jaar geleden dat mensen uit Kawemhakan ruim zeven keer zoveel kwik in hun lichaam hadden als wat volgens de internationale veiligheidsnorm acceptabel is. Maar er is geen goed beeld van de gezondheidseffecten bij veel gemeenschappen, omdat er alleen basale medische zorg aanwezig is in de dorpen en er niet stelselmatig gemonitord wordt. Itoewaki vertelt dat er in het verleden wel kinderen met een beperking werden geboren. “Maar de gevolgen van kwik zijn niet altijd zichtbaar. Soms lijkt een kind van buiten helemaal gezond, maar heeft het klachten zoals hoofd- of buikpijn. Je weet dan niet zeker of het door kwik komt.”

Dan maar geen vis? Met dat advies kun je niet aankomen, vindt Quik. “Het is een belangrijke eiwitbron. Waarschijnlijk is het beter om vis met een beetje kwik te eten, dan helemaal geen vis. We hebben daarom een voedingsadvies opgesteld dat adviseert om bepaalde roofvissen niet of nauwelijks te eten, terwijl je andere vissoorten gerust meer kunt eten.”

Kwikvrij delven

Hoe vervuilend het delven van goud ook is, financieel is het van groot belang. Suriname’s grootste economische sector is de ‘kleinschalige, informele goudwinning’ – zoals het delven door individuen en kleine bedrijfjes (vaak zonder officiële vergunning) wordt genoemd. Er zijn naar schatting 30 duizend mensen direct of indirect afhankelijk van de goudmijnbouw. “Goudzoekers verdienen niet alleen geld, maar ze kopen ook eten en brandstof”, vertelt antropoloog Marieke Heemskerk, die al jaren onderzoek doet naar de Surinaamse goudsector. “En ze bouwen huizen en nemen kindermeisjes en een tuinman in dienst, en een wachter voor de deur.”

Naar schatting komt jaarlijks achthonderd ton kwik in het milieu terecht, waarvan 60 duizend kilo in Suriname

Wereldwijd werken er flink wat mensen als kleinschalige gouddelver: tussen de 10 en 20 miljoen. Volgens de Verenigde Naties (VN) produceren ze samen 20 procent van al het goud. Overal vormt deze sector de grootste bron van kwikemissies. Naar schatting komt jaarlijks achthonderd ton kwik in het milieu terecht, waarvan 60 duizend kilo in Suriname.

Om het wereldwijde gebruik van kwik terug te dringen en de negatieve gezondheidseffecten te beperken, hebben de VN in 2013 het Kwikverdrag van de Minamataconventie aangenomen. Suriname is een van de inmiddels 115 ondertekenaars. Het doel is niet om de kleinschalige goudmijnsector uit te bannen; daarvoor zijn er te veel mensen financieel afhankelijk van. In plaats daarvan ondersteunt de VN landen die hun kleinschalige, informele goudsector willen ‘formaliseren’ – zodat mensen een officiële vergunning krijgen om te mogen gouddelven, waardoor ze toegang krijgen tot leningen om te kunnen investeren in kwikvrije mijnbouwmethodes die nu buiten het financiële bereik van de vaak van dag tot dag levende gouddelvers liggen.

Het goede nieuws is dat die technieken bestaan, en zelfs flink hogere goudopbrengsten kunnen opleveren volgens de VN. Zo maakt een ‘schudtafel’ alleen gebruik van de zwaartekracht om gouddeeltjes te scheiden; je kunt er zeven kilo goud per hectare mee uit de grond halen, tegenover twee kilo met behulp van kwik. Het vraagt wel veel vaardigheden van de gebruiker, terwijl kwik heel eenvoudig werkt.

Goudzoeker in Kriki Neygi.Beeld: Celine Duijves
De Surinaamse overheid zet met technische en financiële hulp van de VN in op de transformatie van de kleinschalige, informele mijnbouwsector. Gina Griffith van het Surinaamse Nationaal Instituut voor Milieu en Ontwikkeling is nauw betrokken bij een project dat mijnbouwers wil organiseren en formaliseren, dat loopt van 2018 tot 2028. Zij hoopt dat de mijnbouwers zich aansluiten bij een collectief, en dat zij training volgen in een nog op te richten ‘mijnbouwcentrum’ van de overheid om te leren werken met methodes waarmee zonder kwik goud gewonnen kan worden. Daarna komen ze in aanmerking voor een gunstige lening om dat materieel te kunnen kopen.

Kleinschalige gouddelvers zijn nauwelijks verenigd

Maar het is een moeizaam proces, want de kleinschalige gouddelvers zijn nu nog nauwelijks verenigd en ze hebben weinig vertrouwen in de overheid. Griffith: “‘Ik ben niet je vijand’, zeg ik tegen de gouddelvers. ‘We hebben niet als doel om de mijnbouw te stoppen, we kunnen elkaar helpen’.” Daarnaast is het belangrijk dat er goede monitoring komt zodat gouddelvers zelf kunnen zien dat ze aan kwik worden blootgesteld. Griffith: “Dan weten ze dat als ze trillende handen hebben, dat niet komt omdat iemand ze raar in de ogen heeft gekeken.”

Lucratieve handel

Ook sommige goudzoekers zien inmiddels de ernst van het probleem, zoals Cherryl Williams, de president van een mijnbouwfederatie in Suriname’s buurland Guyana. Ze is vastbesloten om het gebruik van kwikvrije methoden te promoten, zo vertelt ze op een bijeenkomst gerelateerd aan het Kwikverdrag. “Toen ik begon te werken als gouddelver, wist ik niets over de gevaren van kwik. Ja, we hoorden dat mannen er impotent van zouden worden. Maar wij vrouwen trokken ons daar niets van aan en werkten gewoon door. De mannen trouwens ook. Nu hoor ik op internationale bijeenkomsten dat wij mijnwerkers de boosdoeners zijn. Daarom wil ik als leider van onze organisatie het goede doen. Ik wil onze kinderen en kleinkinderen niet achterlaten met een erfenis van kwik.” Guyana ondertekende het Kwikverdrag al in 2014 en het land heeft zelfs de ambitie uitgesproken om in 2027 kwikvrij te zijn.

Gezien het economische belang van de goudsector, is de Surinaamse regering niet snel geneigd om hard te handhaven

Dat er kwikvrije methoden zijn klinkt hoopvol, maar is het genoeg? Volgens Mark van de Wal niet. Hij is duurzame mijnbouwexpert bij IUCN NL, de Nederlandse tak van een internationaal samenwerkingsverband van natuurorganisaties. In twintig jaar tijd heeft hij nog nooit één succesvolle omschakeling naar kwikvrije alternatieven gezien, zegt hij. “In de praktijk stoppen projecten zodra de subsidie en bemoeienis van overheden of ngo’s stopt. Blijkbaar is er iets waardoor de nieuwe methoden niet beklijven.” Van der Wal vermoedt dat de volgens hem zeer lucratieve kwikhandel de mijnbouw met kwik in stand houdt. IUCN publiceerde afgelopen april op haar website een rapport over de drijvende factoren achter de kwikhandel in zeven landen, waaronder Suriname en Guyana.

Een van de geïdentificeerde problemen is het gebrekkige toezicht op de handel. In Suriname is voor het gebruik een vergunning nodig, maar er is tot nu toe nog nooit een vergunning aangevraagd. Er is een gedoogsituatie, ziet antropoloog Heemskerk, die de kwikhandel voor IUCN in beeld bracht. De kwik in Suriname blijkt grotendeels uit buurland Guyana te worden geïmporteerd – het land dat zelf in 2027 kwikvrij wil zijn. Een van de onderzoekers kocht kwik in Guyana en probeerde ermee Suriname in te komen.

De politie controleert niet elke auto uit Guyana

“De politie zegt dat ze elke auto uit Guyana checken, maar onze auto werd niet gecontroleerd. En als iemand een fles met een paar liter kwik ergens heeft verstopt, dan vind je die wel, je weet waar je moet zoeken. Er wordt wel eens wat onderschept, maar ik denk dat als de politie echt zou willen, ze de hele Tourtonnelaan (straat in Suriname waar veel winkels kwik aan gouddelvers verkopen, red.) kunnen platgooien. Ook op de goudvelden verstopt niemand dat spul. Gezien het economische belang van de goudsector, denk ik dat de Surinaamse regering niet snel geneigd is hard te handhaven.”
Beeld: Marieke Heemskerk
Ondertussen gaat de kwikvervuiling door. Het maakt mensen soms bang, vertelt Jupta Itoewaki uit Kawemhakan, al wordt er niet makkelijk over gepraat. Sommigen willen het gebied zelfs verlaten. “Maar mensen kunnen niet naar de stad omdat ze geen geld of opleiding hebben. Dus op een gegeven moment accepteer je je lot.” Itoewaki hoopt dat de gemeenschappen meer zeggenschap krijgen over het eigen gebied, zodat ze betrokken kunnen zijn bij het verduurzamen van de goudsector.

“Het is een realiteit dat Suriname niet zonder goudwinning zal kunnen om het land draaiende te houden. Maar ik ben boos over de manier waarop het eraan toegaat en dat er geen rekening wordt gehouden met de gemeenschappen. Ik wil dat gekeken wordt hoe we de mensen zonder werkvergunning kunnen weghalen uit onze gebieden, en dat in samenspraak met ons wordt gezorgd dat goudwinningsgebieden niet te dicht bij ons dorp liggen.” Helaas voelt ze zich nog nauwelijks gehoord. Het verlenen van de rechten om goud te winnen verloopt weinig transparant, en de persoonlijke belangen van verschillende Surinaamse politici in de goudmijnbouw zijn geen geheim. Wetgeving die meer rechten aan inheemse gemeenschappen geeft over het eigen gebied is al jaren in de maak, maar dat heeft nog niet tot concrete resultaten geleid.

Dit artikel verscheen eerst in OneWorld Magazine.

*In principe gebruikt OneWorld Magazine ‘oorspronkelijk’ in plaats van ‘inheems’, maar in dit geval heeft het woord toch de voorkeur omdat er in onder andere Suriname hard is gevochten voor de juridische erkenning van ‘indigenous peoples’.

Hoe verantwoord is uraniumwinning eigenlijk?

Suriname verliest haar wilde dieren

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons