Column

Het gezicht van het verzet

In het kleine Palestijnse dorp Bil’In protesteren bewoners elke vrijdag tegen de oprukkende Israëlische nederzetting Modi’in Ilit, tegen de Israëlische Muur en tegen de bezetting. Esra Dede maakte de protesten van dichtbij mee.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
“Wat je ook doet, niet rennen!” Een halfuur voordat de mannen dit tegen mij zeiden, zat ik met een groep Fransen in de binnentuin van Khaled. We hadden net de wekelijkse protesten van Bil’In bijgewoond. Bil’In is het gezicht van het Palestijns verzet en ligt op vier kilometer afstand van de Groene Lijn, de geografische scheidslijn tussen Palestina en Israël die in 1949 was vastgesteld. Een grens die allang is overschreden. Naast de stad Bil’In bevindt zich inmiddels de nederzetting Modi’in Ilit. De Veiligheidsraad heeft de nederzetting als illegaal bestempeld. Toch gaan de uitbreidingen van deze nederzetting door, ten koste van de inwoners van Bil’In en drie andere dorpjes. Door deze nederzetting hebben ze nog maar gelimiteerd toegang tot 90 procent van hun land en olijfbomen.

Een paar uur eerder stond ik bij de muur. De Fransen, een delegatie uit het dorpje Vendres, hadden grote Franse vlaggen in hun handen en droegen borden met ‘Free Palestine’. Zelfs de burgemeester van Vendres was mee en liep hand in hand met de burgemeester van Bil’Iin. De kinderen van Bil’In stonden vooraan stenen op te rapen. Elke vrijdag protesteren de bewoners tegen de nederzetting, tegen de muur en tegen de bezetting. Eén voor één vliegen de stenen over de muur. Na een tijd piekt er een soldaat over de muur met een geweer en een camera. “Ze willen de kinderen fotograferen, zodat ze die later in Bil’In kunnen arresteren”, zegt Khaled. De stenen worden steeds groter. Mijn reisgenoot doet een aantal stappen achteruit, maar ik voel de adrenaline in mijn lichaam en wil juist dichterbij komen. De poort van de muur is zwartgeblakerd en draagt de sporen van rood-wit-groene verfbommen. Een Banksy-waardig tafereel.

Vooral alles filmen

Na het heerlijke eten in Khaled’s binnentuin, besloten we de omgeving te verkennen. Met vier mannen en twee vrouwen in een vierpersoonsauto voelde ik me even weer in Turkije. We kwamen weer bij de muur en terwijl ik rondkeek, zag ik de zwarte poort langzaam opengaan. Ik tikte Khaled aan en wees ernaar. Een donkere schaduw viel over zijn ogen. “Shit”, zei hij. Een groep soldaten kwam op ons af, geweren in de aanslag, zoals je wel ziet in videospelletjes. Niet wegrennen, geen onverwachtse bewegingen maken en vooral alles filmen – dat waren mijn instructies.

De protesten in Bil’In worden altijd opgenomen. Zonder beeld is het ‘hun woord tegen het onze’, en de woorden van de onderdrukker wegen nu eenmaal zwaarder. Zoals eerder bleek bij Ashraf, een van de vier mannen die bij ons was. Hij werd na een protest gearresteerd, geblinddoekt en van een meter afstand in zijn been geschoten. De soldaten ontkenden dit verhaal en beweerden dat Ashraf stenen had gegooid. De soldaten wisten echter niet dat het hele tafereel was gefilmd. Ze hebben hun beschuldiging ingetrokken. Het was een van de weinige keren dat ze hun excuses hebben aangeboden.

Geen klikspanen

“Ze gaan mij weer arresteren, ik voel het”, had Ashraf tegen ons gezegd. We hadden er nog grapjes over gemaakt. Ze zouden hem heus nog een avondje vrij laten. Toen de soldaten ons bereikt hadden, was het Ashraf die handboeien om kreeg. Hij had stenen gegooid, zeiden de soldaten. Een half uur hebben de anderen geprobeerd de soldaten over te halen Ashraf niet mee te nemen. Ook ik werd ondervraagd en er zijn foto’s van mijn paspoort gemaakt. Zoiets wil je als toerist in de West Bank niet meemaken: het kan namelijk betekenen dat je Israël nooit meer in komt.

“Geef ons een van de kinderen, dan mag Ashraf naar huis”, hadden de soldaten geroepen. Bil’In heeft echter geen collaborateurs, verraders of klikspanen. Met trillende benen liepen we uiteindelijk weg, zonder Ashraf. Hij wacht nog altijd op zijn rechtszaak, die waarschijnlijk steeds zal worden uitgesteld, omdat ze geen bewijs hebben.

Geef ons een van de kinderen, dan mag Ashraf naar huis

De bewoners van Bil’In hebben mijn diepste respect gewonnen. Hun doorzettingsvermogen is bijzonder, zelfs met alle geliefden die ze hebben verloren aan het geweld rondom deze protesten. De afgelopen week heb ik vaak nagedacht over het idee nooit meer te kunnen terugkeren. Het voelt onwerkelijk voor mij en ik zou het graag willen terugdraaien. Maar voor de Palestijnen is deze gedachte een vast onderdeel van hun bestaan geworden.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons