‘Groene’ handel niet altijd goed voor milieu

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Al enkele jaren worden pogingen gedaan om de markt voor milieutechnologieën te liberaliseren. Dinsdag kwamen dertien landen samen in Genève om te onderhandelen over een akkoord, het zogenaamde Environmental Goods Agreement. Samen vertegenwoordigen deze landen bijna 90 procent van de huidige handel in 'groene goederen' zoals zonnepanelen, windturbines en filters voor afvalwater.
Aan tafel zaten onder meer de Verenigde Staten, de Europese Unie, China, Australië en Japan. De onderhandelaars vertrekken van een lijst van 54 productcategorieën, zoals overeengekomen tussen de landen van de APEC (de Aziatisch-Pacifische Economische Coöperatie). De APEC-landen willen de tolheffing op deze producten verlagen tot onder de 5 procent tegen 2015.

Geen definitie
Maar er blijft ernstige verwarring over het eigenlijke potentieel – en het bredere doel – van de gesprekken. Milieuactivisten zijn openlijk sceptisch over het proces dat binnen de WTO verloopt.
“We zijn voorstanders van meer handel in milieuvriendelijke producten. Maar we hebben ernstige vragen bij de benadering van de WTO”, zegt Illana Solomon, directeur van het programma Verantwoorde Handel bij de Amerikaanse milieuorganisatie Sierra Club.
“Deze aanpak gaat over het schrappen van tolheffingen op een reeks producten die zogenaamd goed zouden zijn voor het milieu. Maar er is nog geen definitie van wat nu een ‘milieugoed’ is, en veel goederen die in overweging worden genomen zijn eigenlijk juist schadelijk voor het milieu”, aldus Solomon.
De lijst omvat veel producten die gebruikt kunnen worden op manieren die zowel een positieve als negatieve impact kunnen hebben op het milieu, zoals afvalverbrandingsovens, centrifuges, gasturbines, trilplaten en een heleboel machines. 

Zuiden uitgesloten
De lijst zou ook armere landen uit het Zuiden grotendeels uitsluiten. Enkel Costa Rica heeft zitting tussen de geïndustrialiseerde en middeninkomenslanden.
Voorstanders schetsen de onderhandelingen als een proces van verlaging van de algemene prijzen voor groene goederen, maar er wordt weinig gezegd over de potentiële impact op de ontluikende industrie in groeilanden.
“Er kunnen goede redenen zijn waarom een ontwikkelingsland zijn eigen industrie wil ontwikkelen in, bijvoorbeeld, zonnepanelen of windturbines”, aldus Solomon van de Sierra Club. “Maar lage of helemaal geen toltarieven kunnen deze landen beletten om hun eigen industrie voor hernieuwbare industrie uit te bouwen.”

IPS/Carey L. Biron

 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons