Ook in Afrika timmeren populistische politici aan de weg. Kees Broere vindt ze soms wel iets te mannelijke mannetjes.
De man achter de kassa bij de supermarkt was het meest uitgesproken. Het was verkiezingsdag, in de Verenigde Staten welteverstaan, en hij vertelde me dat hij, ware hij een Amerikaan, op Donald Trump zou stemmen.
‘Hoe dat zo?’, vroeg ik hem.
‘De andere kandidaat is een vrouw. Op zo iemand kun je toch niet stemmen?’
Maar verder, het zal mijn bijziend-journalistieke blik wel zijn, ben ik hier binnen mijn eigen vrienden- en kennissenkring weinig tot geen Trump-stemmers tegengekomen. Iedereen was het er wel zo’n beetje over eens dat The Donald niet de man was die ‘onze’ Barack Obama mocht opvolgen.
Maar dat doet-ie dus wel.
Wat vindt de komende Amerikaanse president van Afrika, en de onderling zo vaak verschillende landen die dit continent vormen? Vooralsnog weinig. En dat zal waarschijnlijk wel zo blijven, op de strijd tegen jihadi’s en de interesse voor grondstoffen na. Wat dat betreft, geloof het of niet, scheelt Trump niet eens zo veel van Obama.
Malik Obama, een van de diverse halfbroers van de vertrekkende president, woont afwisselend in de Verenigde Staten en in Kenia. Hij is naar mijn weten het enige familielid dat zei dat hij op Trump zou stemmen. Hij ontving daarvoor in Kenia en de regio de nodige hoon. Maar kreeg ook bijval.
Mike Sonko heeft grote ambities in Kenia
Zoals van Mike Sonko. Hij is een Keniaanse variant van de jonge Zuid-Afrikaanse politicus Julius Malema, zij het dat Malema zijn standpunten doorgaans op een meer geslepen manier vertegenwoordigt dan Sonko, de man die op dit moment in de Keniaanse Senaat zit, maar veel verdergaande ambities heeft.
De meest treffende overeenkomst tussen mensen als Donald Trump, Malik Obama, Julius Malema en Mike Sonko zou je ‘populisme’ kunnen noemen. En daarmee kunnen de twee laatstgenoemden, politici in Afrika, in hun eigen continent wel eens evenveel wind in de zeilen krijgen als Trump, Le Pen of Wilders.
Want ook hier groeit het verzet tegen ‘de politieke elite’. Afrikaanse leiders, en dat zijn er inmiddels de nodige, die Trump met zijn overwinning hartelijk hebben gefeliciteerd, herkennen in hem mogelijk de trekken van de autoritaire voorman die zij ook zelf zijn, of wensen te worden. Maar of zij daarmee een vergelijkbare populariteit kunnen winnen als de nieuwe Amerikaanse president, het is maar zeer de vraag.
Bespelen van de massa
In stijl, in hun manier van optreden, doen die zittende leiders soms al aan Trump denken. Dan gaat het om een zekere boertigheid, om het bespelen van de massa, om het refereren aan de niet per se meest nobele instincten. Veel kiezers hier voelen zich hierdoor aangesproken. Veel mannen hier voelen zich dan bovendien bevestigd in hun maatschappelijke positie.
Maar als het gaat om het verzet tegen de elite, waarvan Trump althans in zijn campagne zo veel werk leek te maken, weten de leiders hier ook dat zij zich dan feitelijk tegen zichzelf dienen te verzetten. En dat kan de bedoeling van een verkiezing natuurlijk niet zijn. Trump sprak tot hen ‘die niet gehoord worden’. Afrikaanse presidenten kijken wat dat betreft wel uit.
Waarmee er op dit continent ruimte komt voor de jongere groep populistische politici als Malema en Sonko. Op zich lijkt me dat een prima ontwikkeling. Maar het gaat bij hen wel, soms op een beangstigende manier, om iets te mannelijke mannetjes. Van wie we er hier, de mannen achter de kassa niet eens meegerekend, al meer dan genoeg hebben.