Illustratie: Farhad Foroutanian |
Het is een oude en breed gedeelde klacht. Vijfentwintig jaar geleden zong Kinderen voor Kinderen al: 'Als ik de baas zou zijn van het journaal, dan was het hele nieuws een heel stuk positiever'. Er zijn sinds die tijd in elk geval een aantal prachtige bladen en programma's bijgekomen die juist aandacht hebben voor goed nieuws. Ik volg ze met veel plezier. Maar de publieke opinie, zo denken wij, wordt nog steeds bepaald door de mainstream media. Er komen nooit kamervragen over het laatste stuk uit Ode. En dus willen we allemaal in NRC Handelsblad, Nova en Netwerk of desnoods naar De wereld draait door. Want dan bén je iemand.
Natuurlijk, het is een diepgevoelde menselijke behoefte om gezien worden. Om echt te laten zien hoeveel goede dingen we werkelijk doen. Of proberen te doen. Helaas staan we daarin niet alleen. Ook hele andere sectoren dan de onze worstelen met het op een positieve manier bereiken van een breed publiek met werkelijke inhoud. En zeg nou eerlijk: hoe vaak wilt u zelf in de krant lezen over de laatste ontwikkelingen op het belangwekkende gebied van lineair lage dichtheid polyetheen ('LLDPE')? En wie van ons blijft er wakker voor een diepgaande discussie over de vermeende vervangingswaarde van viaducten? Ikke niet.
En dan nog iets. Het is maar heel weinigen van ons gegeven om zonder stotteren te spreken in de sappige, snijdende one-liners die het zo lekker doen bij Pauw en Witteman en tegelijkertijd recht doen aan de complexiteit van onze werkelijkheid. We hebben op het moment zowaar een minister die dat aardig kan. Waarvoor hulde. De geruchten dat de op dat gebied net wat minder vaardige minister Verhagen stikjaloers is, zijn dan ook niet van de lucht. Maar is dat werkelijk het hoogtepunt van onze sectorale ambitie? Willen we meesurfen op de gepolariseerde polemiekjes van de dag? Ik hoop het niet.
Tegelijkertijd hebben we ook te maken met het onderbuikgevoel van de samenleving. Ook in de betere kranten staan steeds weer aanvalsstukken over het werk dat we doen. Ongenuanceerd, vaak. Lekker scoren.
Die stukjes worden gelezen door onze donateurs. En onze ooms en tantes. Misschien mis ik een stormvloed aan messcherpe opiniestukken over polyetheen en viaducten, maar het vóelt alsof juist ontwikkelingssamenwerking steeds weer onder vuur ligt. En, zo maakte ik zelf onlangs ook mee: ruimte voor weerwoord is er nauwelijks. Voorbeeldje? Kwaliteitskrant NRC, en nrc next publiceerden in februari gretig een stevig stuk van een freelance journalist over het in zijn ogen belachelijk hoge salaris van hulpverleners. Het was een bizarre bijdrage. En niet alleen omdat werkelijk niet één van de in het artikel aangedragen getallen zelfs maar bij benadering klopte. Behalve vanwege de rammelende data, viel het stukje mij vooral op vanwege de toch wel wat platte redenering die de auteur aanvoerde. Grofweg samengevat: ontwikkelingswerkers mogen niet meer dan een vrijwilligersvergoeding of maximaal 'modaal' verdienen omdat anders arme kinderen sterven die van hun te hoge salaris gered hadden kunnen worden. En omdat 'twee derde van alle hulpprojecten mislukt'.
Tja. Zoiets kan je vinden. Zelf vind ik dat de spelers van het eerste team van Ajax minder zouden moeten verdienen dan de vriendelijke mevrouw die in de Amsterdam Arena hotdogs verkoopt, omdat die wél naar meer smaken. En ik heb een oom die op verjaardagsfeestjes na vier lauwe biertjes roept dat alle vrijwilligers van de hospice bij hem in de straat zouden moeten worden ontslagen omdat geen van de patiënten het verblijf daar overleeft. Allemaal leuk en aardig, maar dat zet ik ook niet in de krant. NRC dus wel. Lekker polariseren, hartstikke hip.
Wanneer je dan vervolgens de moeite neemt om het juiste cijfermateriaal bij elkaar te sprokkelen, is er in de krant geen plaats voor een onderbouwd weerwoord. Jammer. En het komt véél vaker voor, hoor ik. Laten we hopen dat de redacties zich bedenken en het aandurven niet alleen de platte stukken te plaatsen, maar ook ruimte maken voor genuanceerdere reacties.
Tot die tijd is er gelukkig nog Vice Versa. Ik weet: dat leest uw donateur niet – en uw tante ook niet. Maar u kunt bij ons wel alle al dan niet opgewonden stukken kwijt die u vergeefs aan de dagbladen hebt proberen te slijten. Zodat in elk geval uw collega's u zien en van uw inzichten kunnen leren. Vice Versa wil vanaf nu plaats bieden aan méér debat, méér opiniestukken, méér diepgaande essays en zelfkritische reflecties. Ik verheug me op een stortvloed aan gedegen, inhoudelijk denkwerk van uw hand. Het helpt natuurlijk wel als u het een beetje smakelijk presenteert. En anders helpen we u graag om er een paar scherpe puntjes aan te slijpen.
Foto: Nicola Romme |
Evelijne Bruning, hoofdredacteur Vice Versa, redactie@viceversaonline.nl
P.S. hier vindt u het betreffende kreupele stuk uit NRC Handelsblad en al het door ons verzamelde cijfermateriaal dat het betoog weerlegt.