Achtergrond

Ghanese studenten willen ’t maken in eigen land

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Het is een warme zomeravond in Accra, Ghana. Tientallen Nederlandse en Ghanese ondernemers, ngo’s en ambtenaren hebben zich verzameld in de tuin van de residentie van de Nederlandse ambassadeur Hans Docter. Reden is de handelsmissie van minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Lilianne Ploumen in Ghana. Aan een tafel aan de rand van de tuin zit een handjevol Ghanese studenten gespannen te wachten tot zij de minister een handje mogen schudden. Het zijn studenten van University of Professional Studies Accra en ze doen mee aan de New Business Challenge, een wedstrijd georganiseerd door het ministerie van Buitenlandse Zaken om ondernemen in Ghana te stimuleren.

Zes teams van elk drie Nederlandse en drie Ghanese studenten werken elk aan een businesscase van Philips, Dijkstaal (infrastructuur) en Deltares (kennisinstituut met betrekking tot water). De wedstrijd werd een paar weken terug afgetrapt in Den Haag en op de ambassade in Accra. Inmiddels zijn alle teams druk aan de slag. “Ik vind het een ontzettende uitdaging om aan deze case te werken”, zegt Patience Korsorku (22, derdejaars student accounting), die in team Deltares-2 zit. De business case: het duurzaam uitroeien van de waterhyacint, een onkruid dat de rivieren op het platteland van Ghana verstopt. “De plant groeit zo snel dat als je een deel snoeit, het twee weken later weer terug is”, zegt Nelson Simpeney (29, afstuderend in bedrijfskunde), deelnemer van team Deltares-1. “En het groeit zo dik dat je op sommige plekken over het water kunt lopen.” De waterhyacint verstopt irrigatiesystemen en maakt het varen op de rivieren, zelfs voor kleine vissersbootjes, onmogelijk. De studenten moeten niet alleen een manier verzinnen om het plantje duurzaam te verwijderen, maar ook een manier om met de opbrengst daarvan geld te verdienen. “Je kunt er meubels van maken, of papier. Of misschien kun je het wel verwerken tot brandstof”, zegt Simpeney. “De waterhyacint heeft heel veel mogelijkheden, maar we moeten ook weer niet een business opbouwen die volledig afhankelijk is van de hyacint”, voegt Korsorku toe. “Het doel is namelijk om het plantje uit te bannen, en dan heb je opeens geen grondstof voor je business meer.”

Stages 
Het werken aan de businesscases van de Nederlandse multinationals is een grote kans voor de Ghanese studenten, vertelt Michael O. Nkrumah, consultant/trainer bij MDF West-Afrika, een van oorsprong Nederlandse organisatie die de selectie van de Ghanese studenten uitvoerde en de studenten bijstaat met advies en training. “In Ghana heb je niet zoiets als stages. Met een wedstrijd als deze hebben de studenten de mogelijkheid hun theoretische kennis in de praktijk te brengen in een gecontroleerde omgeving. Daarmee hebben ze een streepje voor op andere studenten, en dat kan met deze arbeidsmarkt geen kwaad”, zegt hij. Korsorku en Simpeney beamen dat ze de wedstrijd heel serieus nemen. “Ook omdat een bedrijf als Deltares zoveel kennis en expertise heeft om een probleem als dit op te lossen”, zegt Korsorku, “en dan vragen ze ons studenten om mee te denken. Ik vind dat een enorme eer.” Ze hebben veel over voor de challenge, vertellen ze. Simpeney doet de wedstrijd naast het schrijven van zijn scriptie en Korsorku moet naast de wedstrijd andere vakken volgen. Bovendien betalen ze zelf alle onkosten, zoals het afreizen naar locaties voor veldbezoek of interviews met Nederlandse journalisten. “Ze zien het als een investering”, zegt Nkrumah, “als hun business case goedgekeurd wordt, bestaat de kans dat de bedrijven er echt mee aan de slag gaan en zij er bij betrokken worden.”

Culturele verschillen
Maar de challenge levert meer op dan de mogelijkheid van een baan. “Het is ook een uitwisseling van kennis”, zegt Richard Yeboah, directeur van MDF West-Afrika, een Ghanees die zelf een aantal jaar in Nederland gewoond heeft. “Als de Nederlandse studenten straks hier komen, gaan ze samenwerken en hopelijk leren ze daarvan en staan ze in het vervolg meer open voor internationale samenwerking.” Yeboah ziet de challenge dit jaar als een pilot, en hoopt het volgend jaar opnieuw te organiseren, met meer universiteiten en meer deelnemende bedrijven. “En wie weet kan het daarna ook in samenwerking met andere landen georganiseerd worden”, zegt hij.

Aan het einde van de receptie op de Nederlandse residentie is het dan zover. Minister Ploumen maakt een praatje met de studenten. Heel leuk, vinden ze. Maar ze kijken toch meer uit naar wanneer hun Nederlandse teamgenoten naar Ghana komen. “Dan gaan we ook echt het veld in om onderzoek te doen, en kunnen we onze businessplannen afronden”, zegt Simpeney. En natuurlijk gaat zijn team winnen, bezweert hij. “Ons project met Deltares vind ik in ieder geval het meest interessante, er zitten zoveel kanten aan.” Maar zelfs de teams die niet winnen, zegt Nkrumah, hebben veel baat bij het project. “Ik zeg tegen alle studenten: zelfs als je niet wint, moet je de wedstrijd zien als platform zien om jezelf te lanceren als zakenman of –vrouw. Je ontmoet heel veel mensen en leert ontzettend veel. De studenten begrijpen dat.” Simpeney en Korsorku in ieder geval, en ze zijn vastbesloten hun opgedane kennis en vaardigheden in Ghana in de praktijk te brengen. Ook als ze hun plan voor Deltares niet echt uit mogen gaan voeren. “In Ghana is heel veel geld te verdienen”, zegt Simpeney, “en ik begrijp hoe de dingen hier werken. Ik kan het hier gaan maken, daar ben ik van overtuigd."

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons