“We zijn echt heel blij met de bommen van Obama. En nu gaan we terug naar Syrië.” Gureia staat met haar kinderen nog geen honderd meter van de Syrische grens verwijderd. Een rugzakje met een paarse Teletubbie erop in de ene hand, een kind aan de andere. “We hebben met het gezin vier dagen hier in Turkije gezeten, we hebben niet geslapen van de stress. We waren steeds bang dat we de kinderen zouden kwijt raken in de chaos.”
De Amerikanen lijken veel meer op ons dan dat IS op ons lijkt
Ze hebben overnacht in de plaats Suruc, waar duizenden Syrische vluchtelingen afgelopen week terechtkwamen. Vele slapen op de grond in lege gebouwen of moskeeën. Nu er Amerikaanse bommen vallen in Syrië is dat voor een deel van deze vluchtelingen aanleiding om terug te gaan naar Kobane, een Syrisch-koerdische plaats tegen de grens van Turkije aan. Ook voor Gureia, al heeft ze geen antwoord op de vraag of de Amerikaanse bommen genoeg zullen zijn om IS buiten de deur te houden. Ook is het de vraag of de Verenigde Staten wel de luchtmacht wil zijn voor de Syrische koerden – die zijn immers gelieerd aan de PKK, voor de VS een terroristische organisatie.
“Maar ook als ze niet vlakbij Kobane de stellingen van IS bombarderen, dan helpen die bombardementen verderop ook met het verzwakken van IS”, zegt Hyam, een jonge vrouw uit Kobane. “Als de VS nu niet was gaan bombarderen dan was Kobane op den duur in handen van IS gekomen.”
Minder vluchtelingen
Toch wil niet iedereen al terug naar Syrië. Bij een grenspost vijf kilometer verder arriveren nieuwe vluchtelingen. Selin Unal van de UNHCR ziet wel dat het er vandaag veel minder zijn dan de afgelopen dagen. “Veel mensen zijn nog steeds bang of bereiken nu pas de grens.”
Ze hadden vanochtend steeds maar één vraag: wát heeft Obama gedaan?
In Suruc hangen in een hal die normaal voor trouwpartijen wordt gebruikt honderden vluchtelingen van het eerste uur rond. “Ze hadden vanochtend steeds maar één vraag: wát heeft Obama gedaan?”, vertelt een lokale hulpverleenster. Toch stelde het antwoord hen nog niet zo gerust dat ze massaal terug zijn gegaan naar Syrië.
Mohammed zit zich op de grond boven een teiltje te scheren. Vier vrouwelijke familieleden kijken toe. “Ik weet niet of dat scheren een teken van vertrouwen is dat ik nooit door IS zal worden gedwongen mijn baard te laten staan. Maar het is goed nieuws. Toch wachten we eerst even af of dat bombarderen echt helpt. Misschien dat we over drie dagen of zo teruggaan.”
Dankbaar
Mahbuba (30) krijgt een grote glimlach op haar gezicht als ze praat over de Amerikanen. “We zijn hier zo gelukkig mee. Ze lijken ook op ons, veel meer dan dat IS op ons lijkt. We zijn het buitenland dankbaar dat ze ons helpen. De internationale gemeenschap moet iets doen om deze oorlog te beëindigen.”
Guneia en haar familie hoeven aan de grens niet lang te wachten tot de Turkse grenspolitie een teken geeft dat ze de laatste meters naar Syrië mogen gaan lopen. Gauw doet ze de Teletubbie-tas om de schouders van haar 5-jarige dochter Sihan. Haar man Anwar pakt de zwaarste tassen, de andere kinderen pakken de plastic flessen met water. De jongste valt bijna om als hij een tweeliterfles cola gauw oppakt en ermee door het hek wil rennen. Guneia zegt nog: “Ik slaap pas weer als ik terug ben in Syrië.”