Lang heb ik gedacht dat corruptie Nigeria’s grootste probleem was, maar ik begin daaraan te twijfelen. Steeds als ik dieper graaf in een van de vele problemen waarmee dit land te kampen heeft, tref ik in het hart ervan hetzelfde fenomeen: de wijdverbreide verering van middelmatigheid. Ongestrafte onderprestatie lijkt de norm te zijn in alle facetten van de maatschappij. Een gouverneur die één enkele weg neerlegt in zijn hele regeerperiode wordt vereerd als de nieuwe verlosser; een middelmatig auteur die kleurloze boeken schrijft wordt overzees gestuurd om literair Nigeria te representeren en een jonge vrouw zonder enige secretariële vaardigheid wordt sneller naar het kantoor van de baas gepromoveerd dan haar veel meer ervaren collega’s.
Het laat onverlet dat de politicus waarschijnlijk wordt vereerd door degenen die hopen op een deel van de buit die hij uit de schatkist steelt; dat de reis van de schrijver wordt gesponsord door zijn vriendjes bij wie hij een wit voetje heeft gehaald door door het onderwerp zelf gefinancierde hagiografieën over ze te schrijven en dat de promotie van de jongedame wellicht te maken heeft met seksuele ruilhandel–of tenminste de verwachting daarvan. Dus op enigerlei wijze speelt corruptie een rol in al deze voorbeelden.
Maar corruptie staat ontwikkeling niet per se in de weg. Anders zou een land als Indonesië–118 op de Corruptie Index van Transparency International, niet eens zo ver verwijderd van Nigeria’s 139ste plaats–het nooit hebben geschopt tot de G-20 groep van grote economieën. Een nog groter obstakel voor ontwikkeling is het ontbreken van enige repercussie voor wanprestaties. Wie in Nigeria wordt ooit verantwoordelijk gesteld voor ondermaats presteren?
Zo ben ik sinds ik hier kwam wonen op een vergeefse zoektocht naar een stabiele internetconnectie die doet wat-ie belooft. Ik begon met een zogenaamde FastLink moden van MTN (de naam beschouw ik als een wrede grap), stapte toen over naar een Etisalat MiFi verbinding (Ik moest mezelf geregeld in bedwang houden, anders had ik het kreng tegen de muur gepleurd) en nu probeer ik het U-Go modem van Cobranet. Had me de moeite kunnen besparen: al net zo beroerd. En iedereen in Nigeria weet hiervan. Ze knorren, kreunen, klagen en tweeten erover. Maar tot mijn verbazing start niemand een collectieve rechtszaak tegen deze collectief wanpresterende providers.
Een eendaagse conferentie vorig jaar verbaasde mij al evenzeer. Organisatie, belangstelling en resultaat lieten zeer te wensen over, als je het mij vraagt. Maar na de eindceremonie bij de cocktails feliciteerde iedereen elkaar met de geweldige conferentie–die twee uur te laat begon, waarvan het meest geanimeerde deel zonder enige twijfel de lunch was en waarin geen enkel tastbaar besluit was genomen. Ik bleef achter met de vraag of we wel dezelfde gelegenheid hadden bijgewoond.
Aanvankelijk dacht ik dat deze kwesties met elkaar niets te maken hadden, maar beetje bij beetje ontdekte ik dat er wel degelijk een verband is. Nigeria is het tegenovergestelde van een meritocratie: je verdient niets door te presteren. Je wordt wie, wat en waar je bent door de juiste mensen te kennen. Of je nou werkt op een kantoor, voor een bedrijf, voor een NGO, op een bouwplaats of bij de overheid, je capaciteiten zijn zelden de reden dat je er terechtkwam. Goed presteren, laat staan excellent, is geen vereiste. Sterker nog, het wordt ontmoedigd. Het zou te bedreigend zijn: tonen dat je intelligenter, meer capabel of competenter bent dan je baas (die in de regel ook al geen overachiever is) is carrièrematige zelfmoord.
Deze houding sijpelt van de hoogste regionen door naar beneden en haar symptomen duiken overal in de maatschappij op, van slecht bestuur tot beroerd vakmanschap.
Waar excellentie geen beloning wacht, is wat rest om te vieren onderprestatie. Daarom is het niet ongebruikelijk Nigerianen te treffen die elkaar feliciteren met ondermaatse resultaten. Het is veiliger verenigd in middelmatigheid tegen elkaar aan te schurken, dan deze aan de kaak te stellen, aangezien het laatste ook je eigen wanprestaties aan het licht zou doen komen. Voeg hieraan toe het taboe dat hier heerst op het bekritiseren van iedereen die ouder is dan jij of hoger in de hiërarchie staat, en het verklaart waarom zovelen zich voegen in de bewondering van de nieuwe kleren van de keizer.
Ik schrijf deze column nu sinds een jaar, en na een maand of tien realiseerde ik me dat mijn invalshoeken voorspelbaarder werden en mijn stukken minder scherp. Nieuwkomers blijven dat niet lang, besefte ik, en daarom besloot ik de serie ‘Hoe Femke Funke wordt’ af te ronden. De blog werd simultaan gepubliceerd door OneWorld in Nederland en in het Engels op Nigeriaanse websites. Sinds ik mijn afscheid aankondigde, kreeg ik van Nigeriaanse volgers op Twitter het verzoek van gedachten te veranderen over het stoppen met de serie en ontving ik via mijn website loftuitingen die me zouden kunnen doen denken dat mijn analyses van de Nigeriaanse samenleving onmisbaar zijn. Als ik geen enkele notie van zelfkritiek had, zou ik wellicht geneigd zijn mijn beslissing om de serie te beëindigen te herroepen en tweederangs artikelen gaan produceren. Wie in Nigeria zou me hierop wijzen als ik dat inderdaad zou doen?
Wat is Nigeria het allermoeilijkst is, is je te blijven realiseren dat er eer te behalen is met prestaties en dat perfectie iets is om trots op te zijn. Ik kan me de frustratie voorstellen van de vele Nigerianen die wel degelijk geven om hun werk, die trots zijn op hun resultaten en die menen dat een goed afgeronde klus een beloning op zichzelf is. Als je van tevoren weet dat excellentie niet zal worden beloond, zul je al snel geneigd zijn de economisch meest logische keuze te maken en je investeringen beperken tot het hoogstnodige. Het is immers onverstandig je kop boven het maaiveld uit te steken (iets wat ook in Nederland niet per se wordt gewaardeerd, maar dat is een verhaal voor een andere column). Dat maakt Nigeria een behoorlijk lastige plek voor iedereen die streeft naar perfectie.
P.S. Deze aflevering deed in Nigeria veel stof opwaaien. Het artikel haalde zelfs de voorpagina van de Nigeriaanse Guardian (zonder mijn toestemming overigens). Lees vooral de reacties en de discussie die ze losmaakte op deze websites:
Volg Femke op Twitter: @femkevanzeijl