Europa’s rafelrand

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Macedonië, een prachtige vakantiebestemming maar onder de oppervlakte is er nog veel historisch leed. Pepijn van Dijk is een van mensen achter de stichting Fronterra, die in Macedonië (en andere landen) een programma voor social start-ups organiseert. Door jonge ondernemers van diverse afkomst te laten samenwerken aan bedrijfsconcepten krijgen ze niet alleen weer financieel perspectief, maar komt ook de dialoog weer op gang. In deze driedelige blogserie schrijft hij over zijn ervaringen in Macedonië. 

Na een paar dagen doorgebracht te hebben in Macedonië, blijken sommige woorden een stuk minder lastig te zijn dan het cyrillische schrift doet vermoeden. De uitspraak van deze Slavische taal onthult veel voor een Nederlander. Zo zijn fakeli fakkels, is de vertaling van lunchpakketten kinderlijk eenvoudig: lanch paketi en ook de betekenis van het woord sendviči laat zich makkelijke raden. 

Grote verschillen

Maar er zijn ook grote verschillen. Macedonië doet me soms denken aan arme delen van Afrika die ik heb bezocht: de beroerde kwaliteit van het internet, de vervallen stadjes, het eenzijdige voedsel. Het totale gebrek aan volkoren brood. Europa is dan ver weg. Het is ook te zien in de afwachtende houding van veel mensen. De basishouding is: ik zie wel. 

Elena, een van de leiders van de protesten en tevens docente, legt me uit dat dit typerend is voor deze generatie. In de periode van transitie (na de val van het communisme) zijn veel automatismen en zekerheden weggevallen.

De huidige generatie dobbert wat rond, en valt snel voor de verleidingen van de consumptiemaatschappij. 

Dit argument hoor ik veel. Het lijkt me echter niet onwaarschijnlijk dat er nog teveel communisme is en te weinig kapitalisme. En dan met name te weinig ondernemingszin. Voor een belangrijk deel is die passieve houding ingegeven door de wetenschap dat initiatief niet beloond wordt. Het is immers lastig om in een corrupt land je te onttrekken aan het systeem. Het communisme is hier debet aan geweest door een samenleving zo murw te beuken dat autoritaire baasjes de macht naar zich toe kunnen trekken. 

Op naar  Albanië

Op de laatste dag van ons verblijf huren we een auto en maken we een trip naar Albanië. Op de grens van Macedonië en Albanië staan ouderwetse grensposten, waar onze paspoorten bij twee verschillende hokjes worden gecontroleerd. Als de dikbuikige douanier ons vraagt om de kofferbak te openen realiseer ik me hoe naïef het is geweest om die niet even te controleren bij het wegrijden. Gelukkig ligt er niets in dat ons kan compromitteren. Raul en ik zeggen tegen elkaar dat dergelijke controles reizen eigenlijk alleen maar leuker maakt. Een soort jongensachtige opwinding maakt zich van ons meester. We worden op onze wenken bediend als we een half uur later worden aangehouden door de politie. Net nadat ik een vrachtwagen heb ingehaald worden we door een agent met een klaar-over bordje gemaand te stoppen. Hij wil onze papieren zien en lijkt het geruststellend te vinden dat we uit Amsterdam, Holland komen. We rijden door. 

Wat meteen opvalt zijn de grote aantallen Mercedessen en BMW's. Ook rijden er heel wat half geblindeerde Cayennes en Audi’s rond. Ik vind dergelijke auto’s doorgaans al niet getuigen van een fijnbesnaarde smaak, maar hier detoneren ze flink. Laten we het erop houden dat het algemene klimaat de import van dergelijke auto’s niet tegenwerkt. 

Albanië, dat graag EU-lid wil worden, is vooral arm. Er lopen ezels op straat, een goede indicator voor de mate van moderniteit. De willekeurig over het landschap verspreidde huisjes zijn veelal niet afgebouwd. Korçë, de zesde stad van Albanië, doet zijn best om zich hier enigszins aan te onttrekken. Er zijn de laatste jaren allerlei pogingen gedaan om de stad een make-over te geven, die min of meer gelukt is. Zo staat er sinds 1994 een nieuwe orthodoxe kerk in het centrum. Van buiten is het duidelijk nieuwbouw, binnen klatert het oud-aandoende goud ons tegemoet. 

Na een heerlijke espresso in de hoofdstraat (gelukkig hadden we nog euro’s, de enige munteenheid die ze naast hun eigen Albanees Lek accepteren; de dinar van de Macedonische buren wordt nergens geaccepteerd) verlaten we Korçë en rijden noordwaarts. We komen door kleine dorpjes aan de voet van de heuvels, die opvallend kaal zijn.

Er lijkt niets te groeien, alleen wat struikjes.

Er lijkt niets te groeien, alleen wat struikjes. Dit vormt een groot contrast met dezelfde heuvels aan de andere kant van de grens, waar de weg meteen wordt omzoomd door dikke bossen. Het lijkt haast Canada. Zouden de Albanezen hun bomen allemaal hebben gekapt, om te gebruiken als brandhout? Duurzame omgang met natuurlijke grondstoffen staat in ieder geval niet hoog op de prioriteitenlijst. 

Een week is vanzelfsprekend te weinig voor een perfect begrip van de exacte behoeftes. De vele gesprekken, verhalen en feedback op ons programma hebben me er wel verder van overtuigd dat werk, inkomen en zelf iets kunnen bouwen ook hier essentieel zijn. Ondernemerschap kan een grote rol spelen het vergroten van het vertrouwen op een betere toekomst. We hebben hopelijk de afgelopen week dat zaadje verder ontkiemd. In ieder geval bij onze 20 deelnemers, die we niet zomaar zullen loslaten. We zijn al gevraagd het programma ook volgend jaar te organiseren. 

De lessen die we hier hebben geleerd zullen we in ieder geval gebruiken om aanstaande september in Mostar, Bosnië-Hercegovina, een inspirerend en effectief programma neer te zetten dat duurzaam ondernemerschap hopelijk ook daar verder zal stimuleren.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons