De eensgezinde afstraffing van antiracisme

Randstedelijke elite of burgers in de provincie: antiracisme wordt overal afgestraft. De vermeende kloof is eerder een eensgezinde afkeer van daadwerkelijke verandering.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Toen activisten dit weekend in Dokkum wilden protesteren tegen Zwarte Piet, werd hen letterlijk de weg afgesneden door een kleine groep witte mensen, die daarmee succesvol hun demonstratierecht blokkeerden. Dit werd al snel geïnterpreteerd als een conflict tussen de vermeende elite van de Randstad, en het blijkbaar homogene volk in de provincie: die Friezen moesten niets hebben van de Randstedelijke bemoeienis in hun provincie, zo gaat de redenering. (Waar die elite en provincie uit bestaan blijft altijd wat onduidelijk: ik woon toch al mijn hele leven in ‘de provincie’, en ken genoeg mensen die het blokkeren van snelwegen om een racistische karikatuur te verdedigen niet steunen.)

Dat de activisten in de bussen onder de elite van Nederland geschaard werden, zal ook nieuws zijn voor henzelf; er zat in ieder geval geen directeur van een groot bedrijf of een landelijke politicus tussen. De mensen die daadwerkelijk macht uitoefenen, getuigden van weinig affiniteit met de activisten. Ze steunden juist de illegale blokkade: de politie leidde de bus met demonstranten weg van Dokkum, de burgemeester verbood de demonstratie alsnog, en premier Mark Rutte en staatssecretaris Raymond Knops vielen na afloop de anti-Zwarte Piet-activisten aan.

Afwijzende en gekwetste media

Ook in de landelijke media, steevast in de Randstad uitgegeven, was weinig te merken van een vermeende elite die Zwarte Piet uit de provincie wil verbannen. De Volkskrant tweette ‘Zwarte Piet triomfeert’ en noemde de activisten ‘ZeurPieten’ in een grote kop; De Telegraaf had ’t over ‘Friese Helden’ nadat ze de illegale blokkade vrijdag op hun voorpagina hadden aangemoedigd. Ondertussen zwegen bijna alle landelijke media over het succes van de Zwarte-Piet-vrije optochten in Amsterdam of Antwerpen – toch een bewijs dat een feest geen racistische karikatuur nodig heeft om witte kinderen blij te maken.

Van zo’n tegenstelling tussen een zogenaamde Randstedelijke elite versus de provincie valt al evenmin iets te merken in de besprekingen van Gloria Wekkers werk. In de Nederlandstalige editie van Witte onschuld, die vorige week verscheen, is een nieuw hoofdstuk opgenomen over de ontvangst van haar boek, en vooral de afwijzende en gekwetste manier waarop Nederlandse media ermee omgingen. “Het meest algemene kenmerk is dat er aan de inhoud van en argumentatie in het boek in veruit de meeste reacties in veel dagbladen niet of nauwelijks aandacht besteed is”, schrijft Wekker.

De witte redacteuren vonden het boek niets, maar durfden daar hun eigen vingers niet aan te branden

Zo’n beetje alle kranten komen langs, en het leest als een who’s who van Nederlandse mediamakers: Robert Vuijsje (Algemeen Dagblad), Rob Hoogland (De Telegraaf), Auke Kok (NRC Handelsblad), Sylvia Witteman, Arnon Grunberg en Elma Drayer (De Volkskrant) – het beeld van een elite die antiracisme omarmt valt hier bepaald in duigen. Wel ziet Wekker het plaatsen van racisme bij de Ander – de lagere klasse, de PVV-stemmer – en niet bij de eigen groep. De media zijn nu eenmaal een wit, hoogopgeleid bolwerk.

Het meest frappant was het besluit van de Buitenhofredactie om Wekker tegenover VVD-politica Dilan Yeşilgöz te zetten, een wetenschapper tegenover een politicus met weinig kennis van het onderwerp. Hetzelfde gebeurde vijfentwintig jaar geleden, toen Philomena Essed Inzichten in alledaags racisme publiceerde, en NRC besloot om Hans Moll haar boek te laten recenseren in wat een absurd denigrerend stuk werd. Moll, inmiddels vooral te vinden op hardrechtse platforms zoals Café Weltschmerz, vertelde later dat hij de taak kreeg toegeschoven vanwege zijn Indische achtergrond – de witte redacteuren vonden het boek niets, maar durfden daar hun eigen vingers niet aan te branden.

Antiracisme moet blijkbaar worden afgestraft zodra het te dichtbij komt

In de ogen van wijlen Anil Ramdas was die manoeuvre essentieel voor de mediacarrière van niet-witte Nederlanders: “Nestbevuiling, daar zijn we erg voor”, liet hij de hoofdredacteur van een gefictionaliseerde versie van De Groene Amsterdammer zeggen. Dat de maatschappelijke positie van mannelijke journalisten met een Indische achtergrond, vrouwelijke politici met een Turkse achtergrond, en zwarte vrouwelijke wetenschappers niet hetzelfde is, lijken redacties toen en nu niet te snappen. Het is volgens hen allemaal hetzelfde nest: alles wat niet wit is, is een pot nat.

Een ding is wel veranderd: witte journalisten vertonen tegenwoordig amper nog terughoudendheid om antiracisme aan te vallen. NRC publiceerde een bewerkte versie van Wekkers nieuwe hoofdstuk, maar plaatste daarnaast twee stukken van Dirk Vlasblom, waarin hij racisme vooral in Amerika situeert, ‘nieuwkomers’ betuttelend toespreekt, en in één moeite door meteen ook islamofoben van racisme vrijspreekt op basis van een wel heel beperkte (en exclusief Amerikaanse) lezing van de wetenschappelijke literatuur. Zo ook Margriet Oostveen in De Volkskrant, die zo verbolgen was dat zwarte Nederlanders zoals Trouwredacteur Seada Nourhussen het voor elkaar kregen dat Margo Jeffersons Negroland níet vertaald werd met het n-woord in de titel, dat zij hun een lesje wilde leren door haar recensie vooral daarover te laten gaan – en daarbij meteen het n-woord acht keer gebruikte.

Daarmee staat de journalistieke, culturele elite toch verrassend dichtbij de snelweg-blokkeerders in Friesland. Provincie of Randstad, antiracisme moet blijkbaar worden afgestraft zodra het te dichtbij komt. Zoals Jerry Afriyie zegt: Nederland accepteert geen demonstratie van mondige zwarte mensen.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons