Nederland draagt bij aan deze grootschalige operatie. Maandagochtend vertrok een transportvliegtuig van Defensie naar de Noord-Iraakse stad Arbil waar het water, voedsel en dekens overhandigde aan de VN. De zending en hulpgoederen komen neer op zo'n 1 miljoen euro. Dit komt bovenop de 400.000 euro die het Rode Kruis onlangs ontving om hulp in Noord-Irak te leveren.
Noord-Irak is de vierde grote crisis waar het kabinet zich dit jaar over ontfermt. Naast de onopgeloste crises in Syrië, Centraal Afrikaanse Republiek en Zuid-Sudan trekt minister Ploumen (ontwikkelingssamenwerking) nu ook de portemonnee voor humanitaire crisis in Irak. Ploumen waarschuwde vorige week vrijdag dat het potje noodhulp nog niet leeg is, ‘maar de bodem is in zicht’. Mogelijkheid om bij te storten ziet de minister vooralsnog niet.
Niet het laatste bezoek
Naast de Nederlandse overheid, zet ook Nederlandse noodhulpsectors zich actief in in Noord-Irak. Zo is Tineke Ceelen, directeur Stichting Vluchteling, net terug van een vijfdaags bezoek aan Noord-Irak. "Het is verbijsterend en ongrijpbaar wat daar gebeurt. Het maakt me erg verdrietig," vertelt Ceelen. De één miljoen van Ploumen ziet ze als een welkome, maar minimale bijdrage. "Je hebt er altijd iets aan en alle beetjes helpen. Maar de nood in Irak is momenteel zo hoog, dan kun je een miljoen nauwelijks een druppel of de gloeiende plaat noemen." Dat de bodem van het Nederlandse noodhulppotje in zicht komt baart de directeur grote zorgen. "We hebben helaas geen boompje waar geld aan groeit en de ene crisis volgt de andere op, dat kost veel geld. Maar nood breekt wet. Het zou goed zijn als onze politici bekijken waar ze alternatieve keuzes kunnen maken om het noodhulppotje van meer geld te voorzien."
Stichting Vluchteling wordt zelf ook gedwongen keuzes te maken. "Voortdurende crises zoals Syrië en de Centraal Afrikaanse Republiek dwingen je om je beschikbare middelen uit te spreiden. Wij kiezen ervoor om daar waar we een verschil kunnen maken hulp te leveren. Daarom zitten we nu niet in Gaza en wel in Noord-Irak, waar relatief weinig organisaties aanwezig zijn." Ceelen is overtuigd dat dit niet haar laatste bezoek zal zijn aan Irak. "De situatie in Irak zie ik niet snel opgelost worden. Het is iets van de lange duur." Voor nu richt de vluchtelingenorganisatie zich op de hoogste noden van de Iraakse ontheemden. "Die noden zijn ontzettend hoog. Geloof me, een enkele euro kan al een verschil maken. Voor een tachtigjarige ontheemde maakt het echt uit of je op een karton slaapt, of een matras."
Christelijke steun
Ook de Nederlandse christelijke noodhulporganisaties zijn in actie gekomen en verlenen gezamenlijke hulp aan gevluchte minderheden, waaronder christenen, in Noord-Irak. Hoeveel christenen er precies op de vlucht zijn, is momenteel onduidelijk. Maar in Mosul, de noordelijke stad waar tien jaar geleden zo’n 60.000 christenen woonden, is het aantal christelijke inwoners momenteel op enkele handen te tellen. Het christelijke noodhulpcluster ondersteunt de Noord-Iraakse ontheemden via partners en kerken ter plekke en biedt onderdak, voedsel en hulpgoederen zoals kookgerei en matrassen. Daarnaast zijn de organisaties een fondsenwervingsactie gestart.