De mij onbekende Johan Sijtsema stuurde een brief op pootjes naar de krant waarvoor ik ook schrijf nog voor ik een letter had geschreven over ons bezoek aan de E-Motive Dag in Utrecht, een dag waarop jonge ‘changemakers’ bij elkaar kwamen om te discussiëren over hun ideeën om de wereld duurzamer en eerlijker te maken. Meestal komt kritiek na publicatie, maar Johan voelde aan zijn water welke kant het opging en kon zich niet langer beheersen. Jammer dat hij de brief niet aan OneWorld adresseerde.
Fotograaf Jan-Dirk werd omschreven als hip ‘met haartje en baardje’ en ik ‘lag onderuitgezakt om me heen te kijken. Zwart leren jack, donkergroen shirt, waarvan de capuchon over de hoge kraag van zijn jack hangt. Gympen, spijkerbroek en piekerig haar…’
En dat ging zo nog even door. Maar wie wás Johan Sijtsema? Was hij die jongen met die baard, die op me in had gepraat dat muziek de wereld kon redden? Of een pseudoniem voor het meisje dat ervan overtuigd was dat haar generatie vanwege de sociale media beter op de hoogte was en slimmer dan voorgaande generaties?
Ik kwam er niet achter, het kon eigenlijk iedereen wel zijn.
rarium niets te maken had met zijn drives
De jonge ‘changemakers’ waren verdeeld over tafeltjes, waarop een wit ‘tekenkleed’, stift en en plakkertjes lagen. Daarmee versierden we de tafel. De jongen naast me tekende een ruimteschip, waaronder hij in grote letters solution? schreef. Ik maakte van de plakkertjes een bloem, hetgeen het meisje naast me deed verzuchten dat ze zin had in de lente.
De dagvoorzitter sprak door de microfoon.
“Wij gaan het verschil maken!”
“Wij gaan praten over een duurzame wereld!”
Mocht hij een voorzetje geven in de discussie? Hij wachtte het antwoord niet af en vuurde een voorzet op ons af.
“Wat zijn de unieke elementen van jongereninitiatieven en jongerenparticipatie?”
Daarna: “Ga daar nu eens met z’n allen op kauwen, jongens!”
De discussie begon.
Een donker meisje begon op te sommen wat ze zelf allemaal deed. Iets met een kapsalon in de Bijlmer, iets met muziek en voor de rest leefde ze heel bewust. Ze vond dit zelf best uniek. “I am fucking unique!”
De anderen om me heen vonden zichzelf ook uniek, hetgeen ik dan weer uniek voor deze generatie vond. Dat ze zichzelf uniek vonden.
Bij de tweede stelling ‘Wat is de impact van jong leiderschap en jong ondernemerschap, en hoe kunnen we deze impact vergroten’ kwam de presentator, een wat oudere jongere in een ruim zittend pak, informeren of het ‘lekker ging’.
“Wat drijft jou?”, vroeg hij aan mij.
“De stellingen prikkelen, he?”
Ik begon ook maar vragen te stellen. Wat hem dreef en wat hij verdiende aan zo’n dag?
Het antwoord ‘marktconform, denk ik’ prikkelde, hetgeen tot een korte discussie leidde. Even later haalde iemand van de organisatie me uit de groep. “Een vreemde eend in de bijt leidt toch teveel af”, zei ze me op de gang. Ze voegde eraan toe dat ik geen talentvolle jongere meer was.
De presentator van de dag kwam de zaal uit om ‘even te zeggen’ dat zijn honorarium niets met zijn drives te maken had.
Hij vond het mooier als ik zou schrijven dat hij er zich ‘met hart en ziel’ ingooide.
“Eerlijker ook. Ik sta echt elke dag op met het idee dat ik de wereld beter ga maken.”
We kwamen er niet uit, de mevrouw van de organisatie stelde voor dat ik mijn tas ophaalde bij mijn groepje. Ik nam afscheid en wenste ze een betere wereld en nog veel discussieplezier, want het ging nog een lange middag worden met veel meningen en debat.
“U gaat nog veel van ons horen”, zei een jongen met een bril die een plan had voor een wereld zonder honger. “Als we allemaal, wereldwijd, dagelijks hetzelfde eten, kan dat.” Hij wilde best ‘het vliegwiel’ zijn achter die revolutie. Ik vond dat prima, de andere ‘changemakers’ ook, nu de rest van de wereld nog.
Maart 2014
Foto: Jan-Dirk van der Burg