Undugu stopt met verliesgevende |
Het begon allemaal heel simpel, begin jaren zeventig, met de Undugu Society of Kenya: een kleinschalige organisatie voor de straatkinderen uit de sloppenwijken van Nairobi. De Nederlandse pater Naud Grol zorgde voor eten, voor kleding en medische zorg en voor activiteiten om ze van de straat te houden. Undugu groeide snel: kansarme jongeren kregen onderdak en bezochten Undugu-scholen. In de eigen garage of houtbewerkingsplaats of bij een leermeester elders volgden ze een beroepsopleiding. Ook hielp Undugu gezinnen en buurtcomités de omstandigheden in hun wijk te verbeteren.
Undugu werd een professionele organisatie met tachtig medewerkers onder leiding van een Keniaanse directeur. Financiële ondersteuning komt van donororganisaties en van 'Vriendenkringen' in Nederland, Duitsland en Kenia. Undugu heeft een goede naam in Kenia, weet Jaap Wesselink, voorzitter van de Undugu Vriendenkring Nederland. De overheid accepteert de organisatie als volwaardige gesprekspartner en dat is volgens Wesselink 'uniek'.
Personeelsbeleid
Tips voor donororganisaties:
>> Als je partnerorganisatie 'volwassen' wordt, groei en denk dan mee. >> Hou de teugels van controle en sturing niet tè strak. Geef ruimte om te veranderen. >> Accepteer dat risico's bij groei horen. >> Steun partnerorganisaties óók in niet-meetbare dingen, zoals scholing van de medewerkers en administratieve lasten. |
Een succesvol concept dus, maar vorig jaar besloot Undugu het juist daarom helemaal anders te gaan doen. 'De organisatie wil haar eigen hulpactiviteiten afbouwen en een lobbyorganisatie zijn', zegt Wesselink. Ze wordt een soort intermediair tussen sloppenwijkbewoners en overheid. Undugu kan zo de belangen behartigen van bijvoorbeeld de buurtgemeenschapjes en de scholen, die nu min of meer zelfstandig verder gaan. Sommige verliesgevende activiteiten, zoals de garage en de kleermakersopleiding, verdwijnen.
Dit houdt een paar ingrijpende veranderingen in. In augustus opende Undugu een nieuw kantoor, een pand met meerdere verdiepingen. Een aantal daarvan wordt aan ondernemers verhuurd om voor vaste inkomsten te zorgen.
Undugu wijzigt bovendien haar personeelsbeleid. Het is niet zeker of er voor alle medewerkers een nieuwe functie op het gebied van lobby en belangenbehartiging beschikbaar is. Een paar mensen die bij verliesgevende Undugu-onderdelen werkten, worden elders ondergebracht of ontslagen. Wesselink: 'Undugu heeft er veel tijd en energie in gestoken om ontslagen te voorkomen, maar voor een aantal bleek het onoverkomelijk. Dat is moeilijk te verkroppen. En in Kenia is de arbeidswetgeving en -cultuur anders dan in Europa: er wordt geen sociaal plan opgesteld en geen bureau in de arm genomen om iemand te helpen zoeken naar een nieuwe baan.'
Vriendschap
Wesselink vindt dat Undugu het verder goed heeft gedaan: 'Wij zien een rijpe organisatie die met succes een nieuw strategisch plan in de praktijk brengt.' Hij heeft zich wel verbaasd over de houding van sommige westerse donoren: als ouders die nog niet doorhebben dat hun kind volwassen geworden is. 'Blijkbaar is het moeilijk om een organisatie te blijven steunen als ze professionaliseert. Donoren zijn soms erg controlerend en sturend. Ik kan me voorstellen dat je van een kleine organisatie die een dorpsschooltje bouwt, precies wilt weten hoeveel zakken cement er worden gebruikt. Ik snap heus dat je moet kunnen verantwoorden waar je je geld aan uitgeeft. Maar organisaties veranderen en groeien. Donoren moeten beter kijken in welke fase hun partnerorganisatie zich bevindt.'
Sommige donoren hebben hun financiering stopgezet. 'Zij vonden dat Undugu beter zelf actief had kunnen blijven in de sloppenwijken.' Andere organisaties wilden de veranderingen wel financieren, maar stelden 'erg veel' condities, stelt Wesselink. 'Zij wilden alle risico's afdekken. Maar groei zonder risico's is onmogelijk. Je moet accepteren dat er fouten kunnen worden gemaakt.' En je moet een professionele organisatie als Undugu ook vertrouwen geven, vindt Wesselink: 'Ze leren heus wel van hun fouten.'
Zelf heeft de vriendenkring een financiële bijdrage geleverd voor het nieuwe kantoor. Zonder voorwaarden, want 'wij gaan op basis van vriendschap en vertrouwen met de organisatie om'. Dat laatste zorgt er ook voor dat de Vriendenkring andere onderwerpen bespreekt met Undugu dan andere donoren: 'Een tekort in de administratieve lasten is voor een donor bijvoorbeeld niet interessant, maar wij willen daarin wel bijdragen.' Wesselink vindt dat overigens een lastig punt. Donoren ondersteunen vooral concrete projecten en programma's, maar echte steun is volgens hem breder. 'Financiële ondersteuning zou ook gericht moeten zijn op bijvoorbeeld salariëring en opleiding van de medewerkers. Je moet ervoor zorgen dat je hen binnen de organisatie houdt. Het grootste gevaar van Undugu is namelijk dat er mensen wegvallen. De huidige directeur is heel bevlogen, een aantal mensen om hem heen ook. Als een van hen weggaat, ontstaat er een enorm gat. Ik denk dat daar een belangrijke taak ligt voor Undugu, maar óók voor donoren.'
Meer weten over de Undugu Society of Kenya? Kijk op www.undugukenya.org of www.undugu.org.