Nederlanders doneren het liefst aan een zeer ervaren ontwikkelingsorganisatie met vrijwillige medewerkers en nul overhead. Dat blijkt uit een experimenteel onderzoek van Sara Kinsbergen en Jochem Tolsma van de Radboud Universiteit in Nijmegen.
Het duo vroeg zich af aan welk soort ontwikkelingsorganisatie donateurs hun geld het meeste toevertrouwen. Ze legden 2.758 Nederlanders 6 beschrijvingen voor van fictieve organisaties, aan wie ze maximaal 100 – fictieve – euro’s mochten doneren. De organisaties varieerden in onder meer grootte, ervaring, overhead en aantal projecten en landen.
Uit het onderzoek rolde een ‘ideale’ ontwikkelingsorganisatie, die in theorie op de meeste donaties kan rekenen. Dit is een voor de donateur bekende organisatie, actief in meerdere landen, met 10 tot 20 jaar ervaring, nul overhead en vooral vrijwillige medewerkers. De omvang speelt geen rol.
Weinig ontwikkelingsorganisaties voldoen volgens de onderzoekers aan dit ideaalbeeld. Sara Kinsbergen: “Vrijwel alle reguliere organisaties werken met betaald personeel en maken overheadkosten. De meeste particuliere initiatieven zijn daarentegen relatief jong en werken slechts in één land.” Hoewel de ‘ideale’ organisatie zeldzaam is, bestaat hij volgens Kinsbergen wel: “Je vindt ze onder de particuliere initiatieven met jarenlange ervaring en een groot budget.”
De studie is onderdeel van het promotieonderzoek van Kinsbergen naar particuliere initiatieven. Een Nederlandse samenvatting verschijnt later dit jaar.