Hanna Verboom reisde begin juni voor GET IT DONE, een hulporganisatie die zij zelf oprichtte, naar een vluchtelingenkamp in Al-Zatari in Jordanië. Ze zette een muziekprogramma op en maakte samen met kinderen vrolijke muurschilderingen. OneWorld vroeg haar wat ze meeneemt op reis.
BN’ers reizen wat af. OneWorld werpt een blik in hun koffer. Zijn ze van de rugzak of de beautycase? Van travelling light of beter-mee-verlegen–dan-om-verlegen? Deze keer Hanna Verboom (30): onder andere bekend als actrice in De Co-assistent en Achtste-Groepers Huilen Niet.
Ben jij van de rugzak of de beautycase?
“Op deze reis heb ik een oude koffer meegenomen, met vierentwintig kilo verf en kwasten voor de kinderen. Voor mezelf had ik alleen een tas als handbagage. En ik heb niets gemist! Op vakantie maak je je er misschien druk om, maar zo’n vluchtelingenkamp doet je al het andere vergeten.”
Welk item was onmisbaar?
“Mijn hoofddoek. Jordanië is een islamitisch land en mannen gaan toch naar je lonken als je niet bedekt bent. Ook voor de hitte en het stof was zo’n doek erg handig.”
Wat nam je mee, maar bleek niet nodig te zijn?
“Mijn korte broek. Dat kon echt niet daar en ik ben daar gevoelig voor. Ik vind het belangrijk om me aan te passen. Het contrast met thuis is groot: van bergschoenen en een hoofddoek in Jordanië naar korte rokjes en hipsters in Amsterdam.”
Welk item móest mee terug?
“De tekeningen die de kinderen voor mij hebben gemaakt. Negen van de tien kinderen hebben Spongebob Squarepants getekend. Voor mij werkt dat ontnuchterend: kinderen willen gewoon spelen, of ze nou thuis zijn of in een vluchtelingenkamp.”
Welke herinnering draag je met je mee?
“Een zwaar gehandicapt meisje heeft veel indruk op me gemaakt. Haar grote glimlach maakte haar ontwapenend mooi. Ze had geen ouders meer en zat met haar broertje en zusje in het kamp. Dat meisje heeft wel duizend redenen om boos op de wereld te zijn, maar haar ogen straalden van liefde.”
Foto: Nine IJff