“Ik woon nu in de Turkse stad Gaziantep en mijn veiligheid is moeilijker en moeilijker na een toename in bedreigingen naar mij en mijn familie”, schreef Naji Jerf in zijn visumaanvraag eind 2015 aan de Franse ambassadeur in Turkije. De Syrische journalist was naar Turkije gevlucht, omdat hij in het vizier kwam van de Syrische geheime dienst, onder andere door zijn berichtgeving over de gruweldaden van Assad’s regime en omdat hij burgerjournalisten hielp. Ook de praktijken van Islamitische Staat bracht hij uitvoerig in beeld, en dat zette kwaad bloed. De doodsbedreigingen aan het adres van Jerf in Turkije namen toe, nadat de Syrische journalist een onthullende documentaire over IS had uitgebracht. In de documentaire ‘ISIS in Aleppo’ laat Jerf zien hoe IS grote aantallen leden van de Syrische oppositie executeerde.
Jerf had net zijn bevrijdende visum binnen en stond op het punt om met zijn gezin, waaronder twee jonge dochters, naar Frankrijk te vliegen. Maar de Syrische journalist heeft Parijs nooit gehaald. Op 27 december 2015 werd hij op klaarlichte dag doodgeschoten op straat in Gaziantep. De aanslag werd opgeëist door Islamitische Staat. Naar Turkije gevluchte Syrische journalisten zetten met gevaar voor eigen leven hun werk in Turkije voort.
De Syrische journalist Naji Jerf. Bron: YouTube.
Niet veilig voor het mes van Islamitische Staat
Lopend in de avondschemer door een buitenwijk van Gaziantep vertellen drie van hen – Haytham Alhanat, Ahmad Mhidi en Mouna Abboud – over hun werk, en de bedreigende factor: Islamitische Staat. “De moord op Jerf was geen incident”, zegt Alhanat, die schrijft voor Ain al-Madina. “In een jaar tijd zijn hier in het zuiden van Turkije vier Syrische journalisten vermoord.” In oktober 2015 werden Ibrahim Abdelqader en Fares Hamadi gedood in de Sanliurfa, eveneens vlakbij de Syrische grens. IS eiste de dubbele aanslag op en waarschuwde in een videoboodschap eenieder die ook negatief over de terreurgroep zou berichten: “Jullie zijn niet veilig voor het mes van Islamitische Staat. Onze hand reikt tot waar jullie ook zijn.” Op 12 april van dit jaar trof Mohammed Zahir al-Sherqat hetzelfde lot als zijn landgenoten. IS verklaarde dat zij het op al-Sherqat gemunt hadden, omdat hij zich bezig hield met “activiteiten gericht tegen IS”. Sommige Syrische journalisten overleven ternauwernood aanslagen op hun leven, zoals Ahmed Abdelqader, de broer van de in oktober 2015 vermoorde Ibrahim Abdelqader. Andere Syrische journalisten krijgen persoonlijke doodsbedreigingen. “Veel Syrische journalisten voelen zich niet veilig in Turkije”, vertelt Alhanat, die naar eigen zeggen geen bedreigingen ontvangt van IS.
Zijn collega Ahmad Mhidi wijst naar een bar, die oplicht tussen nieuwbouwflats: “Daar moeten we zijn voor de beste Syrische koffie in de stad.” Het oogt kalm in Gaziantep, op 60 kilometer van de grens met Syrië. Het contrast met Aleppo is groot. De Syrische stad wordt van alle kanten belegerd en ligt in puin. Van de oorlog daar valt in Gaziantep weinig te merken, maar de oorlog gaat niet voorbij aan de Turkse stad. Aleppo is verhuisd naar Gaziantep. De Turkse stad telt ongeveer anderhalf miljoen bewoners, waarvan 350 duizend Syriërs. Deels in vluchtelingenkampen, deels in de stad, probeert men een leven op te bouwen. Maar niet alle Syriërs zijn in Gaziantep om het geweld in eigen land te ontvluchten. Syrische oppositieleden bereiden er hun militaire operaties tegen het Syrische regime voor. En Islamitische Staat heeft cellen in de stad. De bomaanslag in augustus op een Koerdische bruiloft, waarbij 60 doden vielen, werd toegeschreven aan IS. En eerder dit jaar werd de stad opgeschrikt door een bomaanslag op een politiebureau, eveneens toegeschreven aan IS, maar niet opgeeïst. “Het wemelt hier van IS, en 140 kilometer verderop in Sanliuarfa ook”, vertelt Mhidi.
Eenmaal binnen en onder landgenoten begint ook Mouna Abboud voorzichtig te praten. In een eerdere reportage van OneWorld vertelde Abboud hoe ze Syrië ontvluchtte, en dat het haar pas bij de vijfde poging lukte om de Turkse grens over te steken. Haar verhaal is vergelijkbaar met de vorig jaar vermoordde Naji Jerf. Abboud vluchtte net als Jerf in eerste instantie voor het regime, nu wordt ze bedreigd door IS. “In Syrië schreef ik al over de martelingen in gevangenissen onder Assad, voordat ik zelf in de gevangenis terecht kwam. Als je niet voor Assad bent, ziet het regime je als terrorist”, vertelt ze. Ze zat meermaals maanden in de gevangenis, omdat zij de pen gebruikte om op te komen voor gevangenen, vrouwen in het bijzonder. “Ik wil hier een boek over schrijven, maar omdat ik alleen de Arabische taal machtig ben, krijg ik geen voet aan wal bij financiers en uitgevers buiten Syrië.” Ook IS ontkomt niet aan haar pen. Ze heeft onder andere geschreven over Yezidi vrouwen, verkracht door IS en verhandeld als slaven.
Ze zeggen dat ik moet vrezen voor mijn leven en het leven van mijn broer
“Sinds IS het voor het zeggen had, was het al erg lastig om als journalist te werken”, vertelt Alhanat, die uitlegt hoe en waarom hij in Deir Ezzor undercover ging. “Om niet op te vallen en als een vrome moslim over te komen, bleef ik weg van de meisjes, onthield ik me van alcohol en ging ik werken als marktkoopman. Zo kon ik de praktijken van IS van de straat nog wel zien, en daar over schrijven voor Ain al-Madina.” Dit online magazine werd ten tijde van de revolutie opgericht om tegenwicht te bieden aan de de door Assad gecontroleerde media, maar met de opkomst van IS is de berichtgeving verschoven. De verdwijning van Samer Abboud ging gepaard met een strakker regime van IS voor journalisten, wat het werken volgens Alhanat nog gevaarlijker maakte: “Samer is hoogstwaarschijnlijk ontvoerd door IS. Voor mij was dat het moment om te vluchten. Het werd te gevaarlijk.”“Ze schelden me uit voor ‘keffar, je bent een ongelovige’”, vertelt Abboud over de bedreigingen die ze krijgt. Toen ze nog in Syrië was, bedreigden aanhangers van IS haar via de telefoon, in Turkije vooral via Facebook. “En ze zeggen dat ik moet vrezen voor mijn leven en het leven van mijn broer: ‘Als je je broer wil zien, kom dan terug naar Syrië. Kom naar ons toe in Deir Ezzor’, zeggen ze.” Haar broer Samer Abboud werkte in het Syrische stadje Deir Ezzor, waar ook zijn twee vrienden Alhanat en Mhidi gewoond en gewerkt hebben. Begin oktober 2015 verdween Samer Abboud spoorloos.
Bij het brede publiek zijn vooral de executies van buitenlandse journalisten bekend van de onthoofdingsvideo’s, zoals Islamitische Staat die toonde van onder meer James Foley en Steven Sotloff (2014). Volgens de Committee to Protect Journalists (CPJ) zijn er verspreid over verschillende landen minstens 27 journalisten vermoord door Islamitische Staat, en minstens 11 zijn vermist. De dood van lokale journalisten krijgt minder mediaaandacht. In Turkije zijn in een jaar tijd vier journalisten vermoord.
Het is een zaak van leven en dood
Eenmaal buiten IS-gebied betekent dus niet dat Syrische journalisten in alle veiligheid hun werk kunnen voortzetten. “Zij ontvluchten de dodelijke censuur van IS, maar te vaak blijven journalisten immense risico’s lopen in de landen waar ze onderdak hebben gevonden”, verklaart Sherif Mansour van de Committee to Protect Journalists (CPJ). “Overheden van landen waar journalisten naartoe zijn gevlucht, moeten meer doen om hen te beschermen. Het is een zaak van leven en dood.” Na de moordaanslagen op Naji Jerf en Zaher al-Shurqat riep CPJ specifiek Turkije op om actie te ondernemen. “Om de moordenaars snel berecht te krijgen en om maatregelen te nemen om alle Syrische journalisten in Turkije te beschermen.”
De oproep van CPJ lijkt aan dovemansoren gericht. Een blik op verschillende lijsten van persvrijheid leert dat journalisten in Turkije er al slecht voor staan. Op de lijst van Reporters Without Borders staat Turkije 151 van 180 landen. Turkse, maar ook buitenlandse journalisten worden geïntimideerd door de Turkse autoriteiten, of opgepakt. Sinds de coup van 15 juli is het aantal journalisten in de gevangenis verder toegenomen. Desgevraagd laat CPJ per e-mail weten dat Turkije geen gehoor heeft gegeven aan de diverse oproepen om zich te bekommeren om Syrische journalisten, die door IS hun leven niet zeker zijn.
Niet dat de Turkije helemaal niks doet. “De Turkse autoriteiten werken echt aan de zaak en hebben nu vijf verdachten gevonden. Die zitten nu in de gevangenis”, vertelt Aref Krez, een vriend van de in Gaziantep vermoorde Naji Jerf, via Facebook Messenger. In de moordzaak van Zaher al-Shurqat lijkt daarentegen weinig schot te zitten, vertelt Barry Abdulattif, een vriend van de in Sanliurfa vermoorde journalist: “Op basis van wat ik zag, deden ze kort wat onderzoek in het ziekenhuis, maar sindsdien heb ik niks meer gehoord over de voortgang van het onderzoek. En ondanks beelden van een beveiligingscamera op locatie hebben ze de dader nog niet gevonden.”
Islamitsche Staat in Turkije
Het grootste probleem is de aanwezigheid van grote aantallen aanhangers van IS in het zuiden van Turkije, vertellen Haytham Alhanat en Ahmad Mhidi in het Syrische koffiehuis in Gaziantep. “Syrische vluchtelingen hebben zelf vaak de grootste moeite gehad om Turkije binnen te komen, maar hier in het zuiden Turkije wemelt het van IS-leden, die vrij gemakkelijk de grens over kunnen steken.” Soms doen zij zich voor als naar Turkije gevluchtte deserteurs van IS, vertelt zijn collega Ahmad Mhidi, die eerder in een interview met OneWorld vertelde over de deserteurs van IS. “Maar lang niet alle zelfverklaarde oud-strijders van IS zijn weggelopen van IS. Als ze op Facebook overwinningsfoto’s van IS plaatsen, is het wel duidelijk dat ze geen afscheid hebben genomen van IS. We hebben de Turkse autoriteiten geregeld gewezen op die aanhangers van IS, maar echt werk maken ze er niet van.”
Wel is Turkije in augustus een offensief begonnen tegen IS in Syrië. De militaire operaties over de grens in Syrië helpen Turkije af te schermen van gebied dat door IS bezet is, waardoor IS moeilijker strijders en wapens Turkije in zal kunnen smokkelen. Deze acties tegen IS in Syrië zijn een reactie op de aanslagen in Istanbul, Ankara en Gaziantep, en ook – of vooral – tegen de dreiging die uitgaat van Koerdische eenheid in Syrië.
Op hulp van de Turkse overheid hoeven Syrische journalisten niet te rekenen en sinds de vluchtelingendeal tussen Turkije en de EU is de pas naar Europa afgesneden
Achteraf gaan de Turkse autoriteiten in beperkte mate achter de daders aan, maar dat betekent niet dat Syrische journalisten zich veilig voelen in Turkije. Op hulp van de Turkse overheid hoeven Syrische journalisten niet te rekenen en sinds de vluchtelingendeal tussen Turkije en de EU is hun de pas naar Europa afgesneden. Naji Jerf was één van de uitzonderingen die – nog voor de deal – wel een visum naar Europa te pakken kreeg. Dat is ook een van de redenen waarom Mouna Abboud haar verhaal onder vermelding van haar naam doet. Andere Syrische journalisten in Turkije bevestigen de doodsbedreigingen door IS, maar willen uit veiligheidsoverwegingen anoniem blijven. Abboud is zich terdege bewust van het risico dat ze loopt. “Maar door mijn verhaal te doen, hoop ik de kans op een visum naar Europa te vergroten.”
Vlak na de gesprekken met Mhidi, Alhanat en Abboud brengt IS via Youtube beelden naar buiten van de executie van vijf journalisten uit Deir Ezzor. De broer van Abboud is er een van. Op de video is te zien hoe Samer Abboud op straat met een mes wordt gedood. Mouna Abboud toont zich vastberaden. Ondanks de dood van haar broer in Syrië, de door IS vermoorde journalisten in Turkije, en de doodsbedreigingen van IS aan haar adres. “Ik blijf schrijven over het regime van Assad en Islamitische Staat, omdat de misdaden elkaar in gruwelijkheden niet veel ontlopen.”