Cubaanse Soedanezen keren terug

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Bona Bol is bijna twee meter groot, maar zijn ambities zijn nog groter. Samen met zijn partner Majok Wek importeert hij auto's, bouwmateriaal en voedsel. Het volgende item op het verlanglijstje is een vliegtuig. Ze willen graag hun deel van van een groeiende markt die wordt gedomineerd door chartermaatschappijen uit Kenia en Oeganda.

Tijdens het interview schakelen Bol en Wek regelmatig over op Spaans, een gewoonte die ze delen met de andere 91 teruggekeerde 'Cubanen'. In Juba, de stoffige hoofdstad van Zuid-Soedan, ontmoeten ze elkaar geregeld om salsa te dansen in la Habana, een nachtclub die een van hen er heeft geopend als eerbetoon aan hun gedeelde Caribische jeugd.

cubaOpleiding was cruciaal
Hun avontuur begon meer dan twintig jaar geleden. De meesten waren als kindsoldaat actief in het Zuid-Soedanese guerrillaleger toen ze door de moerassen en de vlaktes van Zuid-Soedan richting Ethiopië moesten trekken. Vandaar ging het per schip of per vliegtuig naar een speciaal voor hen opgerichte school op het Cubaanse Isla de Juventud. Ze kregen er les, werkten er op plantages en gingen in het weekend kamperen op het strand.
Dokter Martha Martin Dar werkt nu in het Juba Teaching Hospital en herinnert zich levendig de warme kleuren, de geur van rijp fruit en de vochtige zeelucht. Ze herinnert zich ook dat de leider van de zuidelijke opstand, John Garang, Cuba hen verschillende keren bezocht. Garang, die in 2005 stierf in een vliegtuigongeluk, drukte hen op het hart dat hun opleiding cruciaal was in de strijd tegen de marginalisatie door Noord-Soedan.

Dat idealisme is nog niet helemaal verdwenen. "We zijn niet gedwongen vertrokken", zegt Daniel Madit, een van vijftien in Cuba opgeleide dokters die is teruggekeerd. "We waren op een missie en die missie is nog niet afgelopen." De kinderen die naar Cuba vertrokken, werden zogezegd willekeurig geselecteerd uit verschillende regio's. In de praktijk stuurden de leiders van de opstand vooral hun eigen kinderen en die van hun familie en streekgenoten.

De vijftien 'Cubaanse' dokters zijn gretig opgeslokt door een gezondheidssysteem dat aan alles tekort heeft en dat slechts een kwart van de bevolking bereikt. Het zuiden van Soedan heeft een van de hoogste kindersterftecijfers in de wereld: 13 procent van de kinderen haalt er hun vijfde levensjaar niet.

Lange weg naar huis
De terugkeer naar Soedan verliep alleen niet zo vlot als gepland. In 1991 was de Sovjet-Unie geïmplodeerd en zat Cuba economisch in slechte papieren. De rebellenbeweging in Zuid-Soedan was verdeeld geraakt door etnische tegenstellingen en vocht intern een bloedige burgeroorlog uit.
Cuba vroeg bijstand aan het VN-Vluchtelingencommissariaat UNHCR en zo belandde de helft van de Cubaanse Soedanezen in Canada. Het waren moeilijke tijden, omdat Canada hun medische kwalificaties niet erkende. Madit werkte een tijdje als vleesverpakster, Dar bij een bank. "Voor het eerst was alles wit, koud en bevroren", zegt Madit.

Uiteindelijk belandden vijftien Soedanese dokters via een Amerikaanse hulporganisatie weer in Soedan, waar momenten van frustratie en voldoening elkaar in snel tempo opvolgen. Dar herinnert zich de grote puinhoop die het ziekenhuis van Juba aanvankelijk was, met vijf kinderen in een bed en patiënten die op de grond sliepen. Toch heeft ze het gevoel dat ze hier op haar plaats was.

Toen ze aankwam op de luchthaven, moest iemand van haar familie bevestigen dat de man die haar stond op te wachten haar vader was. "In het begin was het moeilijk om te communiceren", zegt ze. "Het was alsof mijn allereerste herinnering terugkwam. Ik was hem totaal vergeten."

Het overgrote deel van de Zuid-Soedanese diaspora leeft nog altijd in Amerika, Canada, Australië of Groot-Brittannië. Nadat in 2005 de vrede met het noorden werd getekend, bleef de gehoopte terugkeer van mensen met geld en kwalificaties grotendeels uit. De Soedanezen in het buitenland hebben een hypotheek af te betalen, een gezin te voeden en zijn niet zeker dat de fragiele vrede zal standhouden.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons