Ontbossing is de op één na belangrijkste bron van broeikasgassen. Vooral in tropische gebieden houden bomen veel koolstofdioxide vast. Daarom buigen experts zich nu over de vraag hoe landen die na houtkap zorgvuldig herplanten of hun bossen gewoon laten staan, daarvoor beloond kunnen worden.
Clean Development Mechanism
Wetenschappers, bedrijven en beleidsmakers in arme landen met veel bossen bekijken hoe de bescherming van bossen kan worden opgenomen in het Clean Development Mechanism (CDM). Dat is een instrument bij het Protocol van Kyoto dat regeringen en bedrijven in rijke landen aanmoedigt te investeren in projecten in ontwikkelingslanden die de uitstoot van broeikasgassen reduceren. Ze krijgen in ruil daarvoor uitstootkredieten: ze mogen zelf meer CO2 uitstoten.
De voorstanders om ook de bescherming van tropische bossen in dat systeem op te nemen, hebben een voorstel klaar – "Vermindering van de uitstoot door ontbossing" (RED). Het voorstel werd op papier gezet in 2005, op initiatief van Papoea-Nieuw-Guinea en Costa Rica en met de steun van de Coalitie van de Regenwoudlanden. Er zijn ook nog andere voorstellen. Brazilië wil dat er een fonds met vrijwillige bijdragen wordt opgericht dat ten goede komt aan landen die hun oppervlakte aan bossen in stand houden. Ze zouden vergoed worden op basis van de hoeveelheid broeikasgassen die ze niet uitstoten. Een en ander zal besproken worden op de klimaattop die eind dit jaar in Bali plaatsvindt.
Globale strategie
"De ontbossing afremmen zal op zich geen einde maken aan de klimaatverandering, maar het kan een belangrijke element zijn een globale strategie", vindt Christopher Field van het Carnegie Instituut in Washington. Field en een aantal van zijn collega's stellen voor het huidige tempo van de ontbossing in de wereld te halveren tegen 2050. Dat zou verhinderen dat 50 miljard ton koolstofdioxide vrijkomt in de atmosfeer – zoveel als de wereldwijde uitstoot door de verbranding van fossiele brandstoffen over een periode van zes jaar.
Maar andere experts zeggen dat zo'n cijfer betekenisloos is. RED is er niet op gericht grootschalige houtkap te verminderen, argumenteert Almuth Ernsting van de Biofuelwatch campagne in Groot-Brittannië. "Er zijn steeds meer aanwijzingen dat het ecosysteem van veel regenwouden nog voor 2050 in zal storten." Als het Amazonewoud verloren gaat, komt er volgens Ernsting 120 miljard ton koolstofdioxide extra in de atmosfeer tegen 2050.
Funest voor bodemkwaliteit
Er is een groot verschil tussen bestaande bossen beschermen en nieuwe bossen aanleggen om te compenseren voor kaalkap, zegt William Moomaw van de Amerikaanse Tufts Universiteit. De nieuwe bossen komen er vaak in gebieden waar bomen helemaal niet goed groeien. Als de herbebossing de vorm aanneemt van de aanleg van plantages, duiken er nog veel meer problemen op. De monoculturen zijn vaak funest voor de bodemkwaliteit en de waterhuishouding, en de dierenwereld en plaatselijke bewoners worden er ook vaak niet beter van.
Volgens de Amerikaanse milieuorganisatie Conservation International moeten er in elk geval compensaties komen voor arme landen met veel bossen waar relatief weinig ontbost wordt: Colombia, de Democratische Republiek Congo en Gabon bijvoorbeeld. Die landen zouden "preventieve kredieten" kunnen krijgen, die ze verliezen als ze de houtkap opdrijven.
"Het principe dat ontbossing moet vermeden worden om de uitstoot van broeikasgassen binnen de perken te houden, is niet verkeerd", zegt Helen Leake van de Amerikaanse actiegroep Forest Peoples Programme. "Maar de mechanismen die ervoor nodig zijn, zijn ingewikkeld en onderhevig aan ongelijke machtsverhoudingen."