Bushra Safi (40) lacht als ze de schrik op mijn gezicht ziet bij onze eerste ontmoeting. Ze is eraan gewend dat mensen naar haar staren, vertelt ze. Alsof het de gewoonste zaak van de wereld is, legt ze uit dat ze inmiddels veertig cosmetische operaties achter de rug heeft. Ze is nog niet klaar. Haar neus en haar lippen moeten nog een keer onder het mes, net zoals haar nek, die nog vol zit met brandwonden en striemen. Toch wil ze vooral de lichamelijke en de geestelijke pijn vergeten, net zoals de eenzaamheid, de enorme leegte, die ze de eerste jaren na de vreselijke gebeurtenis voelde. “Ik heb nu mijn leven en mijn zelfvertrouwen weer terug”, zegt ze op uitdagende toon.
Saloneigenaresse Masarrat Misbah.
Financiële eisen
Ze wijst naar Masarrat Misbah (53), eigenaresse van een keten schoonheidssalons in Pakistan, bij wie ze in dienst is als pedicure en manicure. Masarrat Misbah is de oprichtster van de Stichting Smile Again, die zich ontfermt over slachtoffers die zijn aangevallen met bijtend zoutzuur. “Ik trof Bushra aan in een ziekenhuis, op sterven na dood. Ze was niet meer dan een homp vlees.”
Bushra Safi begint geëmotioneerd te vertellen. Over de dag dat haar echtgenoot en schoonmoeder van haar af wilden. Net zoals de meerderheid van de Pakistaanse vrouwen trok ze na haar huwelijk in bij haar schoonfamilie. Haar ouders betaalden een flinke bruidsschat aan de schoonouders voor de zorg van hun dochter. Na de dood van haar vader, weigerden haar broers nog langer te luisteren naar de financiële eisen van Safi’s schoonfamilie, en hen telkens te voorzien van meer geld en luxe goederen. Uit protest hiertegen overgoten haar schoonmoeder en haar man haar met bijtend zoutzuur. Alsof dat nog niet genoeg was, hingen ze haar daarna aan een koord om haar nek op aan het plafond en staken het huis in brand. Het moest op zelfmoord lijken. Een buurman redde haar en bracht haar naar het ziekenhuis.
Receptioniste Saira Siddiq.
Duurste schoonheidssalon
Terwijl Safi haar levensverhaal vertelt, wordt het in de schoonheidssalon steeds drukker. Receptioniste Saira Siddiq (“Ook een slachtoffer van een zoutzuuraanval”, vertelt Safi tussen neus en lippen door) komt voorzichtig informeren hoe lang het gesprek nog duurt. Safi’s vaste klanten beginnen ongeduldig te worden. In de duurste schoonheidssalon van Pakistan werken verscheidene slachtoffers met hun verminkte gezichten als schoonheids-specialiste. Een grotere tegenstelling is niet denkbaar. “Er zijn ook klanten die duidelijk hun afkeer tonen voor deze vrouwen en vragen om een andere medewerker”, vertelt Masarrat Misbah. Ze vervolgt resoluut: “In dat geval adviseer ik ze op te stappen. In het patriarchale Pakistan, waar de meerderheid van de vrouwen bloot staat aan lichamelijk geweld, dienen we solidair met elkaar te zijn.”
De pijn van mishandeling
Niemand weet precies hoeveel vrouwen er jaarlijks met bijtende chemische zuren worden overgoten. Het vermoeden bestaat dat het om honderden vrouwen gaat. Naar de politie durven de slachtoffers niet te gaan. Die stuurt ze toch weg met de boodschap dat ze de ‘aframmeling’ over zichzelf hebben afgeroepen, omdat ze vast een relatie met een andere man hadden.
Shazjia Emmanuel (28), ook een slachtoffer, werkt in de salon als pedicure.
“Ik herken de pijn van mishandeling”, klinkt het geëmotioneerd. Misbah vertelt over het luxe leven dat ze nog maar enkele jaren geleden leidde. Haar ouders, multimiljonairs in Karachi, hadden volgens de traditie haar man uitgezocht, een rijke Pakistaanse zakenman. Ze leefde in weelde. “Tot hij me begon te slaan, zelfs met mijn baby op mijn arm”.
Misbah had de moed hem te verlaten en zette haar eigen schoonheidssalon op. Inmiddels heeft ze het aantal uitgebreid tot dertig salons, door heel Pakistan. Ze vertelt over de dag waarop een vrouw in haar salon haar boerka opende en vroeg of iemand haar weer mooi kon maken. “Ik reageerde in eerste instantie geïrriteerd. Ik dacht dat zij een bedelaar was, tot ik haar misvormde gezicht goed zag.”
Plastische chirurgie
Misbah heeft van de opvang van deze vrouwen haar levenswerk gemaakt. Via haar salons en de media hoort ze het als er weer een vrouw is aangevallen. Ze komen dan vaak in vieze of slechte ziekenhuizen van de staat terecht.
Ze reist zo snel mogelijk af om de getroffen vrouw naar een betere privékliniek in Karachi, Islambad of Lahore te brengen, waar een paar keer per jaar plastische chirurgen uit het Westen komen voor gratis operaties. Zij doen dat vrijwillig voor haar stichting. De kosten voor de medische verzorging betaalt Misbah met de inkomsten van haar salon en donaties aan de stichting. Daarna begint de wederopbouw van de verwoeste levens. “Ondanks al hun verdriet, want alles is ze afgenomen, probeer ik ze financieel onafhankelijk te maken.”
Mooiste moeder
Niet alle vrouwen kiezen ervoor om in haar salon aan de slag te gaan. Eén vrouw bleef bijvoorbeeld liever in haar dorp. Misbah gaf haar een paar koeien, zodat ze van de melkopbrengst kan leven. Ook Kanwal Qayum (36) koos een ander pad. “Zij is een van de mooiste vrouwen die ik ooit op de foto zag”, aldus Misbah. Op de dag dat Qayum aan de slag zou gaan als stewardess voor een internationale luchtvaartmaatschappij, gooide haar jaloerse man zoutzuur in haar gezicht. Haar kinderen durfden haar afschrikkende gezicht de eerste maanden niet te zien. Die pijn was voor Qayum groter dan de lichamelijke pijn. Misbah bracht de kinderen in contact met een psycholoog.
Qayum: “Mijn kinderen zijn nu zover dat ze in mijn bijzijn op school vertellen dat ik de mooiste moeder van de wereld ben. Misschien niet van buiten, maar wel van binnen.” Kanwal wilde graag naar de universiteit. De Stichting Smile Again betaalt haar opleiding.
De vrouwen beschouwen Misbah als een moeder. Maar haar levenswerk wordt zeker niet door iedereen gewaardeerd: “Ik ben de meest gehate vrouw onder mannen”, zegt ze lachend. “Geen man is ooit veroordeeld voor deze daad. Ik blijf ze hardnekkig achtervolgen tot ze in de gevangenis zitten. Want deze levenslange verminking van vrouwen moet stoppen.”
Foto's: Wilma van der Maten