“De mogelijkheden die ICT voor arme landen te bieden heeft zijn nog ongelijk verdeeld”, licht Diana Korka van de Unctad toe. Zo levert de fabricage van computers en mobiele telefoons weliswaar werkgelegenheid voor de allerarmsten op, maar dat is vooral in Aziatische landen als China, Korea en Maleisië. Het outsourcen van werk gebeurt ook nog vooral in Azië en hiervoor worden meestal niet de allerarmsten – die vaak niet kunnen lezen of schrijven – ingehuurd.
Beldame in Bangladesh (cc), Jeevs |
BeldamesDe belangrijkste economische activiteit die ICT voor de allerarmsten oplevert zijn vooral de kleine kioskjes die telefoons en toebehoren verkopen. Zo telt Bangladesh inmiddels zo’n 350.000 dorps ‘beldames’, dorpsbewoners kunnen bij deze vrouwen aankloppen als ze een telefoontje moeten plegen. En in Gambia konden bedelaars aan de slag als verkoper voor een telecombedrijf.
Maar ook hier valt een kanttekening te plaatsen. Deze minibelbedrijfjes verdienen vaak net te weinig om van rond te komen, vaak moeten de ondernemers nog een andere inkomstenbron zoeken.
“Dat neemt niet weg dat er wel degelijk mogelijkheden zijn om met ICT de allerarmsten te bereiken”, zegt Korka. “Zo heeft de mobiele telefoon het leven van veehouders in Bhutan flink veranderd. Ze zijn beter op de hoogte van de marktprijzen en hoeven minder melk te verspillen omdat ze beter op de hoogte zijn van wat de klant wil.”
Dit project is volgens de Unctad mede dankzij de bemoeienis van de Bhutanese overheid zo succesvol geworden. De belangrijkste boodschap van het Information Economy Rapport is dan ook dat overheden en beleidsmakers van hulporganisaties in samenspraak met het bedrijfsleven meer gericht beleid moeten ontwikkelen om de allerarmsten met ict te bereiken.
Foto boven: Belwinkel in Tanzania (cc) ICT4D