Foto: Roel Burgler |
Maar liefst vier evaluatiecommissies zijn op bezoek geweest bij het ministerie van Onderwijs van Zimbonia. De secretaris-generaal van dit ministerie heeft de eerste delegatie al in grote verwarring gebracht met de vraag wat ze precies komen doen. De delegatie zocht naar de juiste toon en wilde het woord 'evaluatie' of 'oordeel' nog niet uitspreken. Toch moesten ze bij de 'SG' aan de weet komen of het door de Nederlandse ambassade gesteunde automatiseringsproject functioneert.
'Het gaat allemaal naar wens', laat de secretaris-generaal weten. Details heeft ze niet, maar de commissie moet er maar op vertrouwen dat het project bij haar mensen in goede handen is. De Nederlandse gasten – ingevlogen voor één dag, waarin ze ook nog een aantal andere betrokkenen bij het project moeten spreken – twijfelen toch niet aan de kwaliteiten van het ministerie? Haar tijd is beperkt, ze heeft een drukke agenda, dus als de Nederlanders verder geen vragen meer hebben, dan wil ze hun verder graag een aangenaam verblijf toewensen in haar land.
Dilemma's
Opleiding: Basiscursus OS Instelling: Duur: Voorwaarde: Vervolg: |
Delphine Pronk, in het dagelijks leven senior beleidsmedewerker Mensenrechten en Vredesopbouw bij het ministerie van Buitenlandse Zaken, neemt de rol van SG voor haar rekening. Ze geeft later bij de evaluatie vriendelijk maar duidelijk haar oordeel: 'Al ben je nog zo in verwarring over de dingen die je hebt gehoord, een hand geven bij het afscheid mag je echt niet vergeten.' De rumoerige reactie die bij de cursisten ontstaat dat het toch om de ínhoud gaat bij deze oefening, vindt geen gehoor bij Pronk of de andere rollenspelers. 'Zonder de juiste toon en body language kun je de inhoud wel vergeten.'
Zimbonia is het fictieve land dat centraal staat als praktijkvoorbeeld tijdens de vijfdaagse 'Basiscursus OS' van Buitenlandse Zaken. In de intensieve cursus maken medewerkers van het ministerie kennis met uiteenlopende thema's en dilemma's die bij ontwikkelingssamenwerking horen. De deelnemers volgen de cursus, al of niet op vrijwillige basis, voor hun functie. De docenten zijn afkomstig van het ministerie zelf en vertellen onder meer over de laatste stand van zaken op het gebied van milieu, hiv/aids, armoede en de monitoring van de projecten waarbij Nederland betrokken is.
Ook worden in vogelvlucht de cryptische afkortingen van het ontwikkelingswereldje geduid. Het blijken er duizelingwekkend veel, maar gelukkig kunnen de deelnemers het allemaal later nalezen in de vuistdikke ordner met <i>hand-outs<i> die ze meekrijgen. Het zijn vooral praktische doelen die de cursus wil bereiken. Trainer Mariëtte Gross van MDF Training & Consultancy, het bureau dat de cursus begeleidt: 'Het kunnen volgen van een gesprek over ontwikkelingssamenwerking, daar begint het mee. Maar inzicht in de complexiteit van de onderwerpen en in de argumenten voor de keuzes die Nederland maakt, is minstens zo belangrijk.'
Abstractie
Eerder op de dag, toen het ging over de besteding van ontwikkelingsgelden, merkte een docent op: 'Resultaten meten zal altijd lastig blijven. Wat wel of niet wordt bereikt ligt, zeker voor een klein land als Nederland voor een belangrijk deel buiten je eigen invloedssfeer. Je moet niet alleen je eigen euro najagen, maar je moet ook het resultaat tellen dat je samen met andere donoren hebt bereikt.'
Joost van Ettro volgt de cursus omdat hij binnenkort als tweede secretaris wordt gestationeerd op de Nederlandse ambassade in Sarajevo. Hij is kritisch, maar aangenaam verrast door de open houding van de docenten. 'Die vaste 0,7 procent van het bruto nationaal product die Nederland aan ontwikkelingsgeld wegzet, kan leiden tot verkeerde gevolgen, gewoon omdat het geld óp moet. Ik vind het heel goed dat er wordt gemeten. Tegelijkertijd zul je een zekere mate van abstractie moeten accepteren, je kunt gewoon niet alle vijftien miljoen kraantjes gaan tellen die er worden aangeschaft.'
Kritische vragen worden aangemoedigd, zegt Mariëtte Gross. 'Soms wordt gezegd dat ontwikkelingsmensen nogal defensief reageren op vragen naar het waarom van hun werk. Wij laten zien dat je de dilemma's gewoon kunt benoemen maar dat er ook andere keuzes mogelijk zijn. De discussie over wat goed en wat slecht is voor ontwikkelingssamenwerking is nooit klaar. Ook dat is een inzicht dat we hopen over te brengen.'