Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld.
Word abonnee
 |
Foto: Jet Bussemaker Hyves |
Artsen mogen ongewenst zwangere vrouwen die een abortus overwegen niet doorverwijzen naar hulpverleners van de Vereniging tot bescherming van het ongeboren kind (VBOK). Dat is in strijd met de beroepscode van artsen die voorschrijft dat deze vrouwen neutraal worden voorgelicht en niet naar een bepaalde oplossing toegepraat.
Dat zegt Willem Beekhuizen, voorzitter van de richtlijnencommissie van het Nederlands Genootschap van Abortusartsen (NGA) vandaag in Trouw.
Psychosociale gevolgen
Op aandringen van staatssecretaris Bussemaker van volksgezondheid zal de VBOK samen met de hulpverleningsorganisatie FIOM plaatsnemen in een multidisciplinaire werkgroep van het NGA voor de ontwikkeling van een nieuwe abortusrichtlijn. Daarin zal veel meer dan nu aandacht zijn voor de psychosociale aspecten van een besluit om abortus te plegen dan wel de zwangerschap uit te dragen.
De VBOK vindt dat haar medewerkers volwaardig mee moeten kunnen draaien in de hulpverlening. Woordvoerder Geert-Jan Noorman: “Onze insteek is niet dat vrouwen die ongewenst zwanger zijn in de toekomst per se gebruik moeten maken van onze expertise. Wel willen wij dat onze hulpverleners in beeld zijn als het gaat om besluitvormende gesprekken omtrent een ongewenste zwangerschap en dat wordt erkend dat onze manier van werken kwaliteit heeft.”
…of te mooi om waar te zijn?
Beekhuizen zegt de deelname van de VBOK aan de richtlijnwerkgroep te accepteren. “Maar onder voorbehoud dat belangrijke principes niet overboord worden gezet. Bijvoorbeeld het principe dat vrouwen die het voornemen hebben om een zwangerschap af te breken onder verantwoordelijkheid van de behandelend arts neutraal worden voorgelicht. Wij zijn bang dat de VBOK doet wat de naam aangeeft en niet anders kán dan niet-neutraal, dus directief counselen .”
Dit artikel is met toestemming van Trouw gedeeltelijk overgenomen. Kijk hier voor het hele artikel.