Foto via Flickr.
Opinie

Als deze mensen ‘cruciaal’ zijn, waarom betalen we ze dan zo weinig?

Vanaf deze week zijn alle scholen en kinderdagopvang gesloten vanwege de corona-uitbraak. Iedereen moet zoveel mogelijk thuis blijven. Behalve mensen in ‘vitale beroepen’ – zij zijn cruciaal om het land draaiende te houden. Maar waarom verdienen ze dan al jaren zo weinig?

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Om de verspreiding van het coronavirus te beperken, deed de regering een dringend verzoek op Nederlanders om zoveel mogelijk binnen te blijven, fysiek contact te mijden en zo mogelijk vanuit huis te werken. Met die oproep deelde de rijksoverheid ook een lijst met tien cruciale beroepssectoren voor wie de maatregel niet gold. Het gaat bijvoorbeeld om de zorg of het openbaar vervoer, het onderwijs of de afvalwerking; voor deze mensen blijven scholen en kinderopvang open.

De boodschap was duidelijk: de mensen die in deze vitale velden werken, zijn onmisbaar om de maatschappij draaiende te kunnen houden. Des te opvallender is het dat juist in deze sectoren mensen al jaren klagen over hoge werkdruk en lage salarissen. Is het, nu we als maatschappij zo’n dringend beroep op deze mensen doen, geen goed moment om te vragen: wordt dit werk wel voldoende beloond?

Gemiddelde lonen in de ‘vitale’ sectoren

Alle bedragen zijn brutosalarissen.

Hoge werkdruk, weinig loon

Hoewel de scholen momenteel dicht zijn, wordt er nog steeds onderwijs gegeven: sommige docenten geven via internet les op afstand of begeleiden hun leerlingen telefonisch. Dit terwijl docenten al langer te kampen hebben met een hoge werkdruk en het onderwijs grote personeelstekorten kent – met een groeiende ontevredenheid als gevolg. Daarover werd in januari nog gestaakt. Ook dat leraren ontevreden zijn over hun lonen is bekend: uit onderzoek bleek dat slechts 9 procent van docenten in het voortgezet onderwijs ‘zeer tevreden’ is over zijn of haar salaris. Op basis van een 38-urige werkweek verdienen zij bruto 3305 euro per maand, maar gemiddeld werken ze minder en verdienen ze dus ook minder. Salarissen van basisschooldocenten liggen gemiddeld een stuk lager.

Nu we ze nóg harder nodig hebben, en de werkdruk verder toeneemt, blijkt hoe wrang het is dat ze onderbetaald zijn

Wat deze dagen het meest in het oog springt, is de nijpende situatie in de zorg, waar premier Rutte bij aanvang van zijn derde regering in 2017, maar liefst 1,9 miljard bezuinigde. De zorg kampt al jaren met grote personeelstekorten, wat leidt tot hoge werkdruk en zelfs gevaarlijke situaties: een op de vijf verpleegkundigen heeft bijvoorbeeld meegemaakt dat een patiënt de verkeerde of een onjuiste dosis medicijnen kreeg. Het zijn in deze sector vooral verpleegkundigen die én een hoge druk ervaren en onderbetaald zijn. Nu we ze nóg harder nodig hebben dan normaal, en hun werkdruk nog eens wordt verhoogd, blijkt hoe wrang het is dat verplegers hun beroep uitoefenen voor een loon dat niet in verhouding staat tot hun prestaties: gemiddeld 2400 euro per maand. Chirurgen en (huis)artsen ervaren ook veel werkdruk, maar verdienen wel boven een modaal inkomen.

Waar anderen thuis moeten blijven bij de minste verkoudheid, wordt van zorgmedewerkers juist verwacht dat ze doorwerken. En dat niet alleen: ze komen voor hun werk met zieke en kwetsbare mensen in contact. Thuisblijven is pas een optie als ze koorts hebben. Om de werkdruk op hun (oud-)collega’s te verlichten, begonnen twee verpleegkundedocenten een groep op LinkedIn, waar (oud-)verpleegkundigen en andere zorgverleners zich kunnen aanmelden om bij te springen waar mogelijk.

Harder nodig dan ooit

Terwijl de meeste mensen wordt verzocht thuis te werken als dat kan, of niet te werken, moeten de mensen met een cruciaal beroep juist doorwerken. Als zij daarvoor contact met anderen niet kunnen vermijden, riskeren zij ook nog hun eigen gezondheid en kunnen ze geen gehoor geven aan de oproep tot sociale onthouding.

Klánten in de supermarkt nemen een gecalculeerd risico; de medewerkers hebben geen keuze

Dit geldt bijvoorbeeld ook voor supermarktmedewerkers. Zij vullen de schappen tussen winkelende klanten of bedienen de kassa, waar ze dagelijks met honderden mensen in contact komen. De klanten nemen een gecalculeerd risico: door de supermarkt in te gaan, vergroten zij de kans een klein beetje dat zij het coronavirus oplopen en/of doorgeven. Die keuze hebben de medewerkers niet. Integendeel: doordat veel klanten massaal inslaan, werken zij zelfs overuren en zijn ze nog harder nodig om de leeglopende voorraden aan te vullen.

De caissières en vakkenvullers zijn veelal minderjarig en ontvangen meestal het minimumloon. De hoogte daarvan hangt af van hun leeftijd, maar het is bijna altijd minder dan 5 euro per uur. Fulltime supermarktmedewerkers boven de 23 verdienen overigens niet veel meer: de gemiddelde kassamedewerker krijgt bruto 1550 euro per maand – meer dan 1000 euro onder het modale inkomen. Medewerkers in de logistiek (onder andere werkzaam in distributiecentra van supermarkten) verdienen gemiddeld zelfs nog zo’n honderd euro minder.

En supermarktmedewerkers zijn niet de enigen in een vitale sector die mensen weinig betaalt. Pedagogisch medewerkers en andere mensen in de kinderopvang bijvoorbeeld, verdienen wel meer dan kassamedewerkers, maar met een gemiddeld inkomen van ruim 2000 euro nog steeds honderden euro’s onder het modale inkomen. Op dit moment vangen zij de kinderen op van anderen die ondanks de coronacrisis moeten blijven werken, en zijn ze dus even onmisbaar. Bovendien zijn zij door hun werk veel in contact met mensen, en zetten zo hun eigen gezondheid op het spel.

Wat ook niet stil mag komen te vallen: het openbaar vervoer. Terwijl ook daar gemiddeld onder het modale inkomen wordt verdiend. De overheid wil dat bussen en treinen zo lang mogelijk blijven rijden, en roept reizigers op het contact met buschauffeurs zo veel mogelijk te mijden door achterin in te stappen. Toegang tot de voorkant van de bus wordt versperd door een rood lint. Zo loopt een chauffeur minder risico.

Niet-cruciale inkomens

Leggen we de inkomsten van werknemers in de vitale sectoren naast de mensen in ‘niet-cruciale’ beroepen, dan zijn de verschillen schrijnend. Directeuren van grote banken verdienen vaak meer dan 10.000 euro per maand maar ook bijvoorbeeld marketingstrategen of logistiek managers verdienen ruim boven het modale inkomen. Dat deze beroepen niet ‘cruciaal’ zijn, betekent niet dat ze onbelangrijk zijn, maar ten tijde van crisis blijken zij op korte termijn niet onmisbaar voor het draaiende houden van een maatschappij.
Lonen in Nederland

  • In 2020 ligt volgens het CPB het modale inkomen (meest voorkomende brutoloon) op 2816 euro per maand.
  • In 2018 was het gemiddelde besteedbare inkomen – het nettobedrag dat een huishouden kan besteden – 29.500 euro per jaar (wat neerkomt op zo’n 2450 euro per maand). Het meest voorkomende netto inkomen lag op 19.000 euro per jaar (1580 euro per maand).
  • Het basisbehoeftenbudget, het bedrag dat een huishouden minimaal  ter besteding nodig heeft, is voor een alleenstaande 1039 euro per maand, en voor een stel met twee kinderen 1922 euro. Dit bedrag geeft in Nederland ook de armoedegrens aan.
  • Mensen in loondienst hebben recht op het minimumloon: dat ligt in 2020 op 1653,60 per maand (op basis van een fulltime werkweek).

Wij zijn afhankelijk van deze mensen: ze verdienen het daar goed voor betaald te worden

Ook mensen die in de afvalophaal en -verwerking werken staan op de lijst van de overheid. En ook zij vormen een groep die weinig betaald krijgt, maar niettemin onmisbaar is voor het functioneren van de maatschappij. Als afval niet meer opgehaald zou worden, heeft dat binnen de kortste keren enorme gevolgen. Toen in de jaren 60 in New York alle vuilnismannen twee maanden lang staakten, voelde de burgemeester zich gedwongen een noodtoestand uit te roepen.

Datzelfde gebeurde niet toen Ierse bankiers in de jaren 60 en 70 meermaals maandenlang staakten. Zij hadden verwacht dat de maatschappij uiteen zou vallen en de economie zou instorten, maar dat doemscenario bleef uit. In plaats daarvan maakten mensen hun eigen geld, traden winkeliers op als alternatieve banken of gebruikten mensen cheques (die ze niet konden inwisselen, maar dat leek niets uit te maken). De samenleving bleek gedurende dat halfjaar prima zonder de bankieren te kunnen; er was zelfs sprake van economische groei.

Maar een periode van zes maanden waarin onze cruciale, maar veelal onderbetaalde werknemers zouden staken? Dan zou de maatschappij wel degelijk uiteenvallen, vooral nu we ze nog harder nodig hebben dan normaal. Wij zijn afhankelijk van deze mensen: op zijn minst verdienen ze daar goed voor betaald te worden.

*Rectificatie: Eerder schreven we dat kassamedewerkers gemiddeld 1550 euro bruto per maand verdienen. Het correcte bedrag is 2083,50 euro.

We leven in onzekere tijden door het coronavirus. Er is behoefte aan betrouwbare informatie én verdieping. We hopen dat je dit bij ons vindt en wil bijdragen aan onze onafhankelijke journalistiek.

Dit kan je doen door te doneren of je te abonneren op ons magazine. Alvast bedankt!

Zzp’er in coronacrisis: 'Jammer, geen inkomsten'

Hoe help ik ook na corona mensen die gedwongen thuis zitten?

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons