In Utrecht delen ouders samen de opvang en zorg voor de kinderen in een opvoedende gemeenschap. Ouderparticipatiecrèches De Villa en SOP creëren samenhorigheid en een vraagbaak. Ontwikkelingsorganisaties leren ervan.
“We vormen een gemeenschap rond de kinderopvang. ’s Avonds en in het weekend kan ik altijd op andere ouders terugvallen, bijvoorbeeld als ik geen oppas heb. We delen onze zorgen en opvoedingsvragen. En in de zomer gaan we met alle ouders en kinderen een week weg.” Aan het woord is Jeroen Jeneson, vader in de ouderparticipatiecrèche SOP in Utrecht. Vandaag is er een groep leden van partnerorganisaties van de ontwikkelingsorganisatie ICDI (International Children Development Initiatives) op bezoek. De bezoekers komen uit Bangladesh, Sierra Leone, Nicaragua, Nepal, Pakistan en Ethiopië en hebben allemaal lokale projecten voor kinderen. Het creëren van een gemeenschap rond de zorg voor kinderen is voor de meeste van deze organisaties een belangrijke doelstelling, vandaar hun bezoek. Er zijn enkele ouderparticipatiecrèches in Nederland en allemaal werken ze op dezelfde manier: er zijn geen ‘professionele krachten’ in dienst, maar ouders vangen zelf hun kroost en dat van anderen op. Elke ouder draait één of meer dagdelen per week op de crèche.
Paradox
In het oude gebouw in Utrecht Oost zitten alle bezoekers op houten gymbanken in een speelzaaltje met een rode linoleumvloer. Nadat de drie ontvangende vaders van beide kindercentra elkaar steeds met veel bevlogenheid hebben aangevuld, komen de vragen: “Wat gebeurt er als er een kind te vondeling wordt gelegd? Hoe zijn jullie aan dit gebouw gekomen.” En: “Wat zijn voor jullie de belangrijkste uitdagingen en hoe gaan jullie daarmee om?” De laatste vraag prikkelt de heren. De ouders vechten sinds 2010 voor het bestaansrecht van de opvang. Mede naar aanleiding van de geschiedenis met Robert M, zijn de regels voor kinderopvang verscherpt, met als gevolg dat iedereen die in de kinderopvang werkt een officiële opleiding moet hebben; ook ouders. De Villa en SOP worden nu gedoogd, tot minister Asscher van Sociale Zaken een besluit heeft genomen over hun toekomst. Op Prinsjesdag sprak koning Willem Alexander over de participatiesamenleving die de Nederlandse overheid voorstaat. “Heel paradoxaal,” vindt Bram van der Velde één van de vaders. “Want als iets een voorbeeld van participatief samenleven is, dan is het deze vorm van kinderopvang wel.”
Vaders
Een andere vraag: “Wat is het verschil in de ontwikkeling tussen de kinderen op deze opvang en kinderen die naar een reguliere crèche gaan?” Daar is nog weinig over bekend, blijkt. Maar: “We doen dit uit liefde, niet voor onze boterham,” benadrukt Isis Torensma, een moeder die inmiddels is aangehaakt. Vader Martin Pikaart voegt toe: “Er zijn hier meer mannen dan in een commerciële opvang. Wij voeden anders op dan vrouwen, we dagen kinderen anders uit en stoeien bijvoorbeeld meer. Dat is goed voor kinderen.” Geen feminisering van de zorg dus in deze opvang. Dat is misschien ook wel het meest verrassende aan het bezoek: dat de ontvangst door drie vaders plaatsvindt, die steeds opnieuw benadrukken hoe gelukkig ze zijn met deze vorm van opvang en hun eigen aandeel in de opvoeding van hun kinderen en die van anderen. Hady Diallo uit Sierra Leone is er een dag later nog verrast over. “In Sierra Leone zijn vaders niet betrokken bij de zwangerschap en bevalling. Kinderen worden niet bewust gepland. Er is geen verlof voor mannen en er is nauwelijks opvang voor kinderen.” Ze wil deze manier van opvang ook in Sierra Leone introduceren.”‘Vaders zijn van groot belang voor de opvoeding en het toekomstperspectief van kinderen. Het is een lange weg, maar wel een zeer belangrijke.”
Foto: cc.