Klimaatverandering is voor media een lastig verhaal

Klimaatverandering afbeelden als een ongrijpbare milieucrisis is ineffectief en onvolledig. Het fenomeen heeft veelvormige consequenties die ons voorstellingsvermogen op de proef stellen. Toch zou het mensen diep moeten treffen en collectieve daadkracht moeten oproepen. Maar dat gebeurt niet, of te weinig. Hoe is dit op te lossen?

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Wie klimaatverandering te berde brengt tijdens een familiediner, weet dat sfeerverandering op de loer ligt: voor je het weet kamp je met verhitte koppen, stormachtige discussies en ijskoude afwijzingen. Ook journalisten belanden vaak in de rol van donderse boodschapper. Neem nu David Wallace-Wells, wiens inmiddels vermaarde essay ‘De onbewoonbare aarde’ begin juli in het New York Magazine verscheen.

Wallace-Wells schetst een apocalyptisch beeld van klimaatverandering, waarin de aarde tegen het eind van deze eeuw wordt geteisterd door ongekend turbulent weer, verstikkende smog, vergiftigde oceanen, en verwoestende oorlogen om schaarse hulpbronnen. Hij bundelde alle wetenschappelijke vondsten uit verschillende deelgebieden en kwam tot een huiveringwekkend geheel. Wallace-Wells drukte de sfeer vervolgens verder, door te stellen dat hij zelfs de meest gealarmeerde klimatologen nog als te optimistisch beschouwt. Het ontbreekt hen namelijk aan voorstellingsvermogen waar het de ondergang van de mens betreft, schrijft hij.

Het onverteerbare doemverhaal

Het essay opent fors: “Geloof me, het is erger dan je denkt”. Wallace-Wells omschrijft in gruwelijk detail hoe de kwetsbare leefomstandigheden van de mens in gevaar komen door klimaatverandering. Hij waarschuwt daarnaast dat een groot deel van de planeet over tachtig jaar voor mensen “schier onbewoonbaar” zal zijn. Wallace-Wells wekt de indruk dat alles verloren zal gaan en dat we alleen nog geschrokken kunnen toekijken. Dat schoot sommigen in het verkeerde keelgat.

Wetenschappers namen hem zijn fatalistische insteek kwalijk. Ze spraken Wallace-Wells vooral aan op hun vertrouwde terrein: de wetenschappelijk onderbouwing van zijn essay. Klimatoloog Michael E. Mann schreef op zijn Facebook-pagina dat Wallace-Wells de wetenschap hier en daar aandikt en dat dit “onnodig is, omdat het een verlammend narratief van doem en wanhoop voedt”.

"Actie tegen klimaatverandering bleef uit door de terughoudende taal van de wetenschap"

David Wallace-Wells
Klimaatactivist Geneviève Guenther, auteur van het boek Magical Imaginations, verdedigde de ‘klimaattragedie’ van Wallace-Wells. Ze vindt dat schrijvers en essayisten minder gebonden zijn aan de restricties van wetenschapscommunicatie. Wallace-Wells maakt volgens haar bovendien een goed punt wanneer hij stelt dat “actie tegen klimaatverandering door het terughoudende taalgebruik van de wetenschap tot nu toe uitbleef”. Guenther stelt dat het aan de schrijvers van deze wereld is om mensen te beroeren en ze zo tot daadkracht aan te zetten. Dat krijg je volgens haar niet voor elkaar met de kleurloze, voorzichtige taal van de wetenschapper, wel met de opzwepende beeldspraak van de dichter.

Dit debat roept veel vragen op. Is angst oproepen een effectieve methode om het gevaar van klimaatverandering over het voetlicht te brengen? Komen mensen daardoor wel in beweging? Wie kan mensen overtuigen van de ernst van het probleem? Welke rol spelen journalisten in het klimaatdebat? En hoe zit het met hun ethische speelruimte?

Wijzig uw woorden, of spreek voor dovemansoren

Mensen eerst de stuipen op het lijf jagen en ze vervolgens geen uitweg bieden, werkt niet. Dat was de conclusie van een grootschalige analyse van het effect van angst op mensen. Wat wel werkt, is de boodschap van klimaatverandering zo inkleden dat die aansluit op de waarden die bepaalde mensen delen. Sociaal-psycholoog Goda Perlaviciute, werkzaam aan de Rijksuniversiteit Groningen, zegt tegen OneWorld: “Of een samenleving iets aanneemt, is grotendeels een kwestie van waarden. Wat vindt men belangrijker: economisch gewin, een schoon milieu, vroomheid? Dat moet je weten als je mensen wilt overtuigen.”

“Het eerste wat iemand overweegt als hij een boodschap hoort:”, stelt Perlaviciute, “is namelijk altijd: wat betekent dit voor míjn waarden?” In het geval van klimaatverandering, is er volgens Perlaviciute vaak een conflict tussen iemands milieuwaarden en iemands eigen belang. Anders gezegd, mensen willen niet het gevoel krijgen dat ze veel moeten inleveren voor een beter milieu. Anderen ontkennen het probleem omdat ze er geen oplossing voor zien, of omdat ze hun gedrag niet willen (of kunnen) aanpassen. Dit soort interne conflicten kan worden overstemd wanneer de feiten over klimaatverandering uit een vertrouwde bron komen.

Zo weet klimatoloog Katharine Hayhoe evangelische christenen te overtuigen van de realiteit van klimaatverandering. Hayhoe, zelf ook evangelisch christen, geeft lezingen en wijst haar toehoorders op de taak die God de mens heeft toebedeelt, namelijk het hoeden van de aarde. Ze verweeft de feiten met religieuze waarden en schept zo een klimaatverhaal dat voor christenen aannemelijk is. Ze maakt daarnaast ook een duidelijk onderscheid tussen wetenschap en religie, waardoor de twee elkaar niet tegenspreken.

"De culturele identiteit is vaak belangrijker dan de feiten"

Per Espen Stoknes
Een eenduidig klimaatverhaal dat iedereen overtuigt bestaat dus niet. Wie de urgentie en het gevaar van klimaatverandering effectief wil overbrengen, zal de boodschap moeten aanpassen aan het wereldbeeld en de waarden van de ontvangende groep, concludeert sociaal-psycholoog Perlaviciute. Mensen oordelen nu eenmaal op basis van hun professionele en culturele identiteit, stelt Per Espen Stoknes, auteur van het boek What We Think About When We Try Not To Think About Global Warming. Mensen zijn volgens hem geneigd te zoeken naar informatie die binnen hun wereldbeeld past en nemen minder aan van mensen die andere waarden en overtuigingen hebben. De culturele identiteit, oftewel het wereldbeeld en de waarden van een groep, is daarom vaak sterker dan de feiten, concludeert Stoknes.

Actie, hoe dan?

De website Scientas meldt dat “74 procent van de Nederlanders zich zorgen maakt over het klimaat, maar dat de groep die daadwerkelijk actie onderneemt veel kleiner is”. De verklaring daarvoor ligt in de ‘protection motivation’ theorie. Die theorie stelt dat mensen hun reactie op een bedreigende situatie bepalen aan de hand van twee factoren: hoe bedreigend de situatie voor henzelf is (perceived threat) en in hoeverre ze het gevoel hebben er zelf iets aan te kunnen doen (self-efficacy).

Wie de dreiging van klimaatverandering niet onderschrijft, zal geen actie ondernemen, stellen onderzoekers. Hetzelfde geldt voor de mensen die zich wel bedreigd voelen, maar die verstijven door gevoelens van angst en onmacht. Zij zullen het probleem uit zelfverdediging ontkennen, om deze nare emoties uit de weg te gaan, stelt Stoknes. Onderzoek concludeert dat alleen de juiste combinatie van dreiging en concrete oplossingen mensen in beweging kan brengen.

“Het is vooral belangrijk dat iemand het gevoel heeft zelf iets aan de situatie te kunnen doen”, beaamt Per Espen Stoknes in een interview met Vice. Hij vervolgt: “Het is mogelijk ze daarbij te helpen. Wat werkt is nudging.” Bij nudging wordt (in dit geval) de meest duurzame keuze aantrekkelijker gemaakt of zelfs de standaard, legt Stoknes uit. “Als men bijvoorbeeld de standaard printerinstelling verandert van enkelzijdig naar dubbelzijdig, wordt er vijftien procent minder papier verbruikt, omdat de meerderheid niet de moeite neemt de printerinstelling eerst weer terug te zetten.”

Daarnaast speelt mee dat “’hoe meer mensen gewezen worden op de milieubewuste dingen die ze al doen, zoals afval scheiden, hoe milieubewuster ze worden”, zoals sociaal-psycholoog Perlaviciute stelt. Dat pleit voor een algemene insteek waarbij duurzaamheid de norm is. Maar hoe zorg je dat zo’n norm dominant wordt?

"Hoe milieubewuster de elite van een land, hoe lager de CO2-uitstoot van dat land"

Volgens Perlaviciute maakt onderzoek duidelijk dat de politieke elite in grote mate dicteert hoe duurzaam een samenleving opereert. “Hoe milieubewuster de elite van een land, hoe lager de CO2-uitstoot van dat land”, stelt ze. In Nederland komen klimaatverandering en duurzaamheid echter weinig aan bod in het politieke en publieke discours. Kijk de afgelopen verkiezingsdebatten er maar op na. Is het dan aan de media om mensen milieubewuster te maken?

Het klimaat van de media

Communicatiewetenschapper Richard Van der Wurff maakte in 2012 een analyse van de berichtgeving in de media over klimaatverandering. Daaruit blijkt dat het algemene klimaatverhaal in de media wordt gekenmerkt door politieke conflicten en door waarschuwingen voor “de onontkoombaarheid en de enormiteit van de klimaatdreiging”, schrijft Van der Wurff.

Ook berichten de media vaak over klimaatgerelateerde kwesties als geïsoleerde gebeurtenissen, terwijl er volgens zijn analyse meer steun voor klimaatbeleid is wanneer die in een bredere context geplaatst worden. De primaire invalshoeken van de media – conflict, incidenten en los zand – helpen niet om het publiek in beweging tegen klimaatverandering te brengen.

"Ik ben een gids, geen opdringer van standpunten"

Journalisten achten het niet hun taak om het publiek milieubewust te maken, meldt Van der Wurff. Daar kan Maarten Keulemans, wetenschapsredacteur bij de Volkskrant, zich wel in vinden. Keulemans spreekt op persoonlijke titel met OneWorld: “Ik probeer zo apolitiek mogelijk te zijn. Ik vind dat wij als journalisten het publieke debat moeten informeren. Wat dat betreft zie ik mijzelf eerder als gids dan als opdringer van standpunten.” Jelmer Mommers, journalist bij De Correspondent, vindt eveneens dat het “de allereerste verantwoordelijkheid van de journalistiek is om te vertellen hoe we ervoor staan”. Hij vervolgt: “Maar ik zie het ook als mijn journalistieke verantwoordelijkheid om mensen in beweging te brengen tegen klimaatverandering”. Dat laatste roept wantrouwen op bij Keulemans; hij vindt dat “geen onafhankelijke nieuwsgaring”. Mommers op zijn beurt vreest dat “de klassieke journalistiek die Keulemans beoefent de grote crises van deze tijd niet gaat oplossen”.

De berichtgeving in de media lijkt dus niet bevorderlijk voor een positieve en constructieve omgang met klimaatverandering. Stoknes tegen Vice: “De psychologie leert ons dat mensen het meest betrokken raken bij een ratio van één negatief tegenover drie positieve verhalen.” Van der Wurff signaleert een probleem op dat punt: “Nieuwswaardig zijn vooral de negatieve gebeurtenissen, die plaatsvinden in eigen land of in belangrijke andere landen, die verrassend zijn maar tegelijkertijd aansluiten op het gebruikelijke wereldbeeld, en die niet te complex zijn.” Klimaatverandering, een ongrijpbaar proces dat zich geleidelijk en op de lange termijn ontwikkelt, past slecht in zo’n stramien.

Wie dan wel?

Klimaatactivist Guenther schreef dat de taal van de wetenschapper mensen niet beroert. Wellicht geldt dit ook voor die van de klassieke journalist, die gebonden is aan een ethische code van neutraliteit. Aan de andere kant dragen journalisten vaak ook bij aan de ondoordachte hype van uitzonderlijke gebeurtenissen, zonder daarbij de bredere context te duiden. Simon Rozendaal, gepensioneerd wetenschapsredacteur, verzuchtte afgelopen weekend in de Volkskrant dat het voor een journalist “vreselijk moeilijk is om je los te maken van de waan van de dag. Ontzettend moeilijk om te doorzien hoe de zaken eigenlijk liggen”. Zoöloog en schrijver George Monbiot uitte zijn ongenoegen hierover in The Guardian. Hij vindt het kwalijk dat de media het verband tussen klimaatverandering en orkaan Harvey grotendeels verzwijgt, juist nu alle aandacht erop gevestigd is.

"Het is als journalist vreselijk moeilijk om je los te maken van de waan van de dag"

Wellicht is het derhalve aan mensen als Katharine Hayhoe – mensen met kennis van zaken, die een vertrouwensband en waarden delen met een bepaalde groep – om het gevaar van klimaatverandering op eigen wijze over te brengen. Klimaatverandering moet op verhalende wijze dichtbij worden gebracht en dat kan alleen door het verschillende gedaanten aan te meten.

‘De wereld licht van binnenuit op, de betekenis van dingen komt van binnenuit’, schrijft Karl Ove Knausgård in zijn boek Zomer. Daar zit de crux. Laat mensen vrezen. Klimaatverandering is beangstigend, zegt Wallace-Wells. Laat een vertrouwde stem het verhaal verkondigen. We zijn namelijk niet een eendrachtige wereldgemeenschap, is het uitgangspunt van Hayhoe. En maak het mensen bovenal makkelijker hun milieuverwoestende gedrag achter zich te laten, luidt het advies van psychologen aan de leiders van de samenleving. Vrees, vertrouwen en vergemakkelijking van duurzaam gedrag, daarmee komen mensen in actie tegen klimaatverandering.

Wil je meepraten over de berichtgeving van de media over klimaatverandering? Kom dan aanstaande maandag 11 september naar het OneWorld mediacafé. Klik hier ome een plek te reserveren en voor een overzicht van het programma.

Bekijk ook de video die werd opgenomen voor het OneWorld mediacafé over klimaatverandering in de media:

Film door Mariska Jansen, Mara Nicolai & Floyd Driehuijs

Montage door Femke Jansen & Ian Driehuijs

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons