'Natuurlijk' is al tijden een invloedrijke trend in voedselland. Volgens de wereldwijde voedingstrendwatcher New Nutrition Business (NNB) is het zelfs de belangrijkste van 2013 én het komende jaar. Dat is slecht nieuws voor high tech en goed nieuws voor low tech industrieën. De slagzin van de biologische sector luidt de komende jaren niet voor niets 'lekker natuurlijk'.
Maar waar denken consumenten eigenlijk aan bij organisch, biologisch of puur natuur? Zoals Julian Mellentin, hoofd van het NNB al aangeeft, wordt de betekenis van deze begrippen gevormd in de hoofden van mensen – niet door een technische definitie of wetgeving. Waarom we eigenlijk denken dat all-natural zoveel beter is, blijft onduidelijk.
Best een goede vraag, zou Shawn Forno van de Huffington Post zeggen. Want veel dat voorkomt uit de natuur is helemaal niet zo gezond – of überhaupt eetbaar – voor mensen. En veel van de gewassen die 'natuurlijk' lijken, bestonden helemaal niet totdat de mensheid ze veredelde voor consumptie. Hij geeft vijf treffende voorbeelden:
1. Broccoli (Brassica Oleracea)
De wilde Broccoli, een lange stengel met een paar kleine gele bloemknopjes, is door de mens gevormd tot de rijk gebloemde groente die we allemaal kennen. Maar dat is niet alles: ook bloemkool, boerenkool, sla en spruitjes zijn veredelingen van de Brassica Oleracea; zonder menselijk ingrijpen hadden ze simpelweg niet bestaan.
2. Worteltjes (Daucus Carota)
De wortelplant is van origine juist een en al bloemetjes, met een klein worteltje dat in principe eetbaar is. Punt van aandacht: als je hem niet vroeg genoeg oogst bijt je op hout. O ja, de wilde blaadjes wil je überhaupt niet aanraken: voor je het weet loop je Fytofotodermatitis op (en dat is net zo 'leuk' als het klinkt).
3. Bananen (Musa Acuminata)
Waar het goed voor is geweest is mij een raadsel, maar het maakt wel duidelijk dat de banaan die wij kennen alles behalve natuurlijk is: de moderne 'Cavendish' is zo ver doorgekweekt dat hij niet eens kan reproduceren zonder de helpende hand van de mens.
4. Amandelen (Prunus amygdalus)
Hoe de amandel al in de bronstijd getemd is, weet eigenlijk niemand. De zaden van de wilde variant waren giftig; van een dozijn wilde amandelen kon je dood neervallen. De minder giftige mutaties kunnen alleen geselecteerd zijn door een proces van trial and error. Kennelijk vonden onze voorouders amandelen to die for.
5. Tomaten (Solanum lycopersicum)
Wilde tomaten zijn nauw verwant aan de giftige Wolfskers. Hedendaagse veredelde varianten bevatten nog steeds toxines, maar in verwaarloosbare hoeveelheden. Uitzonderingsgeval is de Solanum wallacei, een dodelijk paarsbloeiend plantje.
Wat wil dit allemaal zeggen? Volgens Forno is 'natuurlijk' een mythe. De meeste gewassen die op ons bord terecht komen, zijn het resultaat van eeuwen aan menselijke manipulatie – en dat is maar goed ook. Het is duidelijk dat niet alles wat je direct uit de natuur plukt zo maar gezond voor je is. Intuïtief weten we dat wel; we gooien gewoonlijk ook geen willekeurige rietstengels of graszoden in de soep.
Tegelijkertijd wijzen hele volksstammen moderne veredelingstechnieken als gentech af op basis van vermeende onnatuurlijkheid. Van menselijk 'geknoei' met Moeder Natuur kan alleen maar narigheid komen, zo is de aanname. Daarbij vergeten we wel eens de verworvenheden die al dat geknoei ons heeft gebracht. Techniek kan goed en slecht uitpakken. Evengoed kan 'puur natuur' van alles betekenen: van pure voedzaamheid tot puur vergif.