Beeld: Nepanto
Essay

Vegans, ken je privilege!

Plantaardig eten is goed voor dieren en klimaat, maar moet je veganisme opleggen aan culturen waar vlees eten een belangrijke traditie is? Of aan mensen die in armoede leven? De Iraans-Nederlandse veganist Mina Etemad (35) betwijfelt het. ‘Je kunt je beter afvragen hoe we loskomen van het systeem dat dieren én mensen onderdrukt.’

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Een van mijn favoriete Iraanse gerechten is khoreshte gheymeh. Deze stoofpot is makkelijk veganistisch te maken door het rundvlees weg te laten; door de aubergine en spliterwten is het, samen met rijst, een volwaardige maaltijd. Toch kon ik, de keren dat ik op vakantie was in mijn geboorteland Iran, geen restaurant vinden dat het gerecht zo klaarmaakt. Slechts een handjevol eetgelegenheden serveert er vegetarisch of veganistisch eten en ook bij mensen thuis belandt er ’s avonds veelal vlees op hun bord.

Ben ik mijn westerse idealen aan het opleggen met mijn veganismepropaganda ?

Dat is lang anders geweest; toen mijn ouders jong waren, konden de meeste mensen het zich niet veroorloven om meerdere malen per week vlees te eten. Door de groenten, peulvruchten en bonen die de Iraanse keuken bevat, aten de meesten toch voedzame maaltijden. In de loop der jaren is die manier van eten veranderd. En niet alleen in Iran; de wereldwijde vleesproductie is sinds de jaren 60 vervijfvoudigd, terwijl de wereldpopulatie 2,5 keer zo groot is. Vooral in niet-westerse landen is de stijging van vleesconsumptie hoog: in Iran 160 procent tussen 1961 en 2017, in een land als China wel 1700 procent.
Beeld: Nepanto
Als deze trend zich voortzet en niet-westerse landen binnenkort evenveel vlees eten als wij, sterven er tientallen miljoenen dieren per dag meer en warmt de aarde nog sneller op. Willen we het klimaat redden, dan moeten we die (extra) vleesconsumptie tegengaan, zou je kunnen concluderen. Of beter nog: we stappen allemaal over op plantaardig eten, zoals ik westerse veganisten vaak heb horen verkondigen. Go vegan, save the planet! Maar dat is makkelijk praten vanuit mijn comfortabele leven in Nederland, met een stabiele economische situatie en toegang tot talloze vleesvervangers. Streef ik met mijn veganismepropaganda naar een betere wereld of ben ik mijn westerse idealen aan het opleggen?

Zeehonden op het menu

Dat opdringen van westerse ideeën gebeurt al eeuwenlang. Kolonialen probeerden sinds het begin van de slavernij steeds efficiëntere manieren te bedenken om op grote schaal gewassen te kweken, zonder daarbij rekening te houden met biodiversiteit of gezonde ecosystemen.

Ondertussen ontnamen ze tot slaaf gemaakten en oorspronkelijke bewoners basale mensenrechten, en ook dieren werden als gebruiksvoorwerpen gezien en niet als wezens met een gevoelsleven of autonomie. Onder meer de oorspronkelijke bewoners van Noord-Amerika werd land en traditionele levensstijl ontnomen. Sinds een aantal decennia zijn hun rechten beter beschermd, waaronder het uitdragen van hun cultuur en tradities. Voor de Inuit is zeehondenjacht bijvoorbeeld een van de tradities; het heeft voor hen historische en culturele waarde. Bovendien is het vlees een rijke voedselbron in gebieden waar weinig ander eten te verkrijgen is. In Canada hebben ze het recht om binnen bepaalde kaders te jagen op de dieren. Dat deze traditie kan botsen met de visie van westerse dierenrechtenactivisten, zagen we toen een Inuit-restaurant in Toronto zeehondenvlees op het menu had staan. Er werd een petitie opgezet om het vlees van het menu te schrappen. Wat weegt in zo’n geval zwaarder: het recht van dieren of van de oorspronkelijke bewoners?

De Mi’kmaq jagen oorspronkelijk alleen op wat nodig is voor hun eigen levensonderhoud

Inheems wetenschapper Margaret Robinson behoort tot de Mi’kmaq, een gemeenschap van oorspronkelijke bewoners uit het noordoosten van Noord- Amerika. Ze vertelt via Zoom over de effecten van kolonisatie op hen; zo waren er de zogenoemde residential schools, een soort kostscholen waar twee derde van de kinderen van oorspronkelijke bewoners in Canada verplicht heen moest. Robinson: “Ze mochten er niet hun eigen taal spreken en kregen in hun opvoeding en onderwijs niets mee van hun eigen tradities en waarden.”

De relatie tussen de Mi’kmaq en dieren veranderde na de kolonisatie. “Toen de Fransen zich in ons gebied vestigden begon de handel in bont. De jacht op bijvoorbeeld bevers zorgde ervoor dat die dieren bijna uitstierven. We dreven af van onze traditionele waarden en begonnen dieren minder als deel van een onderling verbonden netwerk te zien.” De Mi’kmaq jagen oorspronkelijk alleen op wat nodig is voor hun eigen levensonderhoud; ze zien dieren als personen die zich opofferen tijdens de jacht. Omdat we in de huidige tijd geen dieren nodig hebben voor ons levensonderhoud, kiest Robinson ervoor veganistisch te leven; voor haar is dat juist een manier om zich te verbinden aan haar traditionele waarden.

Het activisme van witte veganisten kan effectiever zijn binnen hun eigen gemeenschap

Andere Mi’kmaqs kiezen er wel voor om te jagen en dieren te eten, om op hun manier recht te doen aan hun tradities en waarden. Robinson respecteert dat. “Maar het kan moeilijk zijn om aan goedbedoelende witte veganisten uit te leggen dat oorspronkelijke bewoners ervan weerhouden te jagen niet de manier is om de wereld te veranderen. Het activisme van witte veganisten kan effectiever zijn binnen hun eigen gemeenschap; wij zijn immers niet degenen die de opwarming van de planeet veroorzaken met bijvoorbeeld de vee-industrie.”
Beeld: Nepanto
Ik denk terug aan het Inuit-restaurant in Toronto: terwijl dierenrechtenactivisten hun pijlen richtten op dat ene restaurant – en daarmee het voortbestaan van de Inuit-cultuur belemmerden – serveren er duizenden andere restaurants in de stad vlees uit de vee-industrie. De vraag wiens rechten zwaarder wegen (die van dieren of oorspronkelijke bewoners) komt me nu misplaatst voor; je kunt je beter afvragen hoe we loskomen van het systeem dat beide groepen onderdrukt. Bovendien: hoewel oorspronkelijke bewoners slechts zo’n 6 procent van de wereldbevolking uitmaken, beschermen ze 80 procent van de biodiversiteit in de wereld, bijvoorbeeld door olieboringen te belemmeren. Als het je om dierenlevens en de natuur te doen is, zijn zij dus niet degenen die je moet bevechten.

Voedselonzekerheid

Robinson vertelt ook dat veel oorspronkelijke bewoners van Canada geen toegang hebben tot gezond eten en 25 procent van hen in armoede leeft. “Wanneer mensen in moeilijke omstandigheden leven, kunnen ze beslissingen nemen die niet helemaal in lijn zijn met hun waarden.” Daarom eten ook zij soms hamburgers uit de vee-industrie, omdat die beschikbaar en betaalbaar zijn. “Veganisten die roepen dat iedereen plantaardig zou moeten eten, negeren de omstandigheden waarin mensen leven.”

Ook in veel niet-westerse landen zijn voedselonzekerheid en ondervoeding een groot probleem. Als je naar de vleesconsumptie van bijvoorbeeld Zimbabwe kijkt, zou je de cijfers kunnen toejuichen: eten we in Nederland 75 kilo vlees per persoon per jaar, in Zimbabwe is dat ‘slechts’ 18 kilo. Maar dat is niet het resultaat van een bewuste vega-lifestyle; hier speelt serieuze voedselonzekerheid een rol. In 2020 was een op de drie kinderen in dat land ondervoed, en dit jaar treft een voedselcrisis in heel Afrika zo’n 346 miljoen mensen.

Westerse kolonisten hielden ons voor dat vlees gelijkstaat aan luxe

Voedselonzekerheid komt voor een groot deel door de effecten van kolonialisme, zegt Nicola Kagoro aan de telefoon. Ze werkt als chef-kok in Zimbabwe en Zuid-Afrika en is de oprichter van African Vegan On A Budget. “Westerse kolonisten hielden ons voor dat vlees gelijkstaat aan luxe. Dat idee heerst nog steeds.” Kagoro wil haar landgenoten meegeven dat hun voorouders juist plantaardig aten. “Ik wil
ze laten zien dat we duurzaam en gezond kunnen leven terwijl we onze traditionele waarden in stand houden. Dat is mijn manier om tegen kolonialisme te vechten, tegen het idee dat we dingen als veel vlees, McDonald’s of KFC nodig hebben.”

Als ik haar vraag hoe ze die missie vormgeeft, legt ze uit dat ze naar verschillende – vaak rurale – gemeenschappen gaat en daar menu’s en gerechten samenstelt voor mensen. “Velen gaan met honger naar bed, omdat ze niet de middelen of ingrediënten hebben om gezond eten te bereiden. Ik help ze koken of een kleine moestuin aanleggen, waarmee ze hun familie kunnen voeden.” Ook creëert ze ondernemingskansen. “Zo heb ik samengewerkt met anti-stropersorganisatie International Anti-Poaching Foundation (IAPF). Een kok die we tegenkwamen hielp jagers, maar de IAPF gaf hem de kans om voor ons te komen werken. Ik heb hem en zo’n tien andere koks toen geleerd plantaardig te koken. Nu maken zij gezamenlijk zo’n 600 veganistische maaltijden per dag voor hun gemeenschappen.”

Beeld: Nepanto

Superioriteitsdenken

Achter ideeën over wel of geen dieren eten kan superioriteitsdenken schuilgaan. Dat dat schadelijk kan zijn voor bepaalde groepen mensen, bewijst India. Het land wordt vaak als voorbeeld aangehaald voor vegetarisme – sommigen beweren zelfs dat het in India is ontstaan. Het hindoeïsme, dat ahimsa (geweldloosheid, ook jegens niet-menselijke dieren) voorschrijft, wordt gezien als een vredige religie.

Vegetarisme in India gaat niet over dieren, het gaat over wat puur zou zijn

“India heeft inderdaad de reputatie te geven om dierenrechten”, zegt onafhankelijk onderzoeker Rama Ganesan via Zoom. Ze is in India opgegroeid en heeft vanaf haar tiende in Engeland en in de VS gewoond. “Maar vegetarisme in India gaat niet over dieren, het gaat over wat puur zou zijn.” Het zijn namelijk vooral de Brahmanen, de hoogste kaste in de Indiase cultuur, die geen vlees eten. “Brahmanen zien degenen die wel vlees eten als onrein en onaanraakbaar, zoals Adivasi, moslims of ‘lagere kasten’ als de dalits. Sommige van hen eten zelfs koeien, die volgens hindoes heilig zijn.”
Beeld: Nepanto
Ganesan vertelt me dat ze zelf tot de brahmanen behoort en daarom haar hele leven vegetariër is geweest. Sinds ze tien jaar geleden veganist werd, groeide haar bewustzijn over de kastestructuren waarin het vegetarisme verankerd zit en vooral over hoe schadelijk dat systeem is. “Mensen worden al duizenden jaren onderdrukt en als minder menselijk gezien omdat ze tot onderdrukte kasten behoren. Nu de BJP [de rechtse, hindoe-nationalistische politieke partij, red.] regeert, zie je fascistische ideologieën groeien. Sommige BJP-aanhangers lynchen dalits en moslims omdat ze koeien eten.”

Als het Westen India prijst voor vegetarisme (zo wordt Bengaluru de beste stad voor veganisten genoemd), voeden we dat geweld, vindt Ganesan. “Hoe meer deze koe-aanbidders horen hoe geweldig veganisme is, hoe meer ze zich gerechtvaardigd kunnen voelen in hun geweld.” Ahimsa is dan ook een holle frase. “Hoe kun je een religie die een kastesysteem heeft gecreëerd en mensen onaanraakbaar verklaart geweldloos noemen? Iemand uit de onderdrukte kaste zou zeggen: dit is bullshit.”

Geen structurele oplossing

Je morele kompas mag niet enkel uitslaan bij dierlijk leed

Ganesan ziet dat onderdrukte kasten steeds trotser worden op hun afkomst. “Ze organiseren bijvoorbeeld rundvleesfestivals om hun tradities te vieren.” Wat ze ervan vindt dat mensen vlees eten op die manier promoten? “Mijn onderdrukkende kaste heeft altijd al oordelen gehad over de onderdrukte kasten. Ik wil juist naar hen luisteren. Zij willen in ieder geval niet de misleidingen van de brahmanen onderschrijven en India prijzen vanwege het vegetarisme, wat het Westen wel doet.”

Ondertussen nam de vleesconsumptie in Iran de afgelopen jaren af. Dat is geen overwinning voor dierenrechten, omdat het gepaard gaat met torenhoge inflatie vanwege onder meer economische sancties tegen Iran; de prijs van levensmiddelen is in een jaar tijd met 80 procent gestegen. Er belanden dus minder dode dieren op de borden van Iraniërs, maar alleen omdat er sowieso minder voedsel op hun borden belandt. Ik kan me niet voorstellen dat het een structurele oplossing is om aan hen te vertellen dat khoreshte gheymeh voedzaam genoeg is zonder vlees. Daar komt nog bij dat Iraniërs de afgelopen maanden wel grotere kopzorgen hadden. Zij waren bezig om de dagen levend door te komen, vechtend tegen een repressief regime dat zijn opstandige burgers met geweld bejegent.

Het zou mooi zijn als we ons als veganisten inzetten voor een duurzame wereld voor dieren én mensen. Geen wereld waarin je morele kompas uitslaat bij dierenleed en niet bij menselijk leed. Beide vormen van onderdrukking zitten verankerd in een systeem dat traditionele manieren van leven en ecosystemen in de war heeft geschopt en levende wezens uitbuit.

Dit artikel verscheen eerder in OneWorld Magazine van september/oktober 2022.

Mensdier: ken je plek

Waarom je milieu-activist Wangari Maathai (1940-2011) moet kennen

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons