Ontwikkelingsbank FMO neemt inwoners Panama niet serieus

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Een gebied van tien voetbalvelden groot in het westen van Panama komt onder water te staan door de bouw van een stuwdam, de Barro Blanco. Maar waar moeten de bewoners van het gebied naartoe? De dam wordt onder andere gefinancierd door de Nederlandse Financierings Maatschappij voor Ontwikkelingslanden (FMO), een bank die voor 51 procent in handen is van de Nederlandse staat. 

Ngöbe-BugléRondom het stroomgebied van de rivier wonen Ngöbe families, dit zijn families die deel uitmaken van de inheemse bevolkingsgroep Ngöbe-Buglé. Deze families wonen in comarca Ngöbe-Buglé, een gebied dat de status heeft van provincie. Het gebied werd gevormd in 1997 en telt ongeveer 200.000 indianen. Een deel van dit leefgebied komt onder water te staan door de stuwdam. Hierdoor moeten mensen hun huis verlaten, maar er worden ook 4000 mensen die rondom de rivier wonen indirect getroffen. Dan moet je denken aan medicinale planten en hiërogliefen die je kunt vinden aan de rand van de rivier. Bovendien vrezen de indianen voor de visvangst, want de stam woont met de komst van de dam niet meer aan een stromende rivier, maar aan een stilstaand meer. 

Aannemersbedrijf Genisa werkt sinds 2011 aan het, op het eerste gezicht, duurzame project. De dam moet zorgen voor 28 megawatt groene energie en zou de Panamese economie stimuleren. Maar de beoogde ontwikkeling pakt niet voor iedereen gunstig uit. De Ngöbe-Buglé, de inheemse gemeenschap die rondom het stroomgebied woont, zien hun visvangst kelderen en hun huizen verdwijnen. Felle demonstraties zijn het gevolg.

Oorlogsverklaring
“Ik wil in gesprek met de Panamese overheid en de investeerders, maar ondertussen wordt de bouw voortgezet zonder overleg”, zegt Manolo Miranda, afgevaardigde van de inheemse actiegroep M-10, tegen OneWorld tijdens zijn bezoek in Nederland. De dam is voor 95 procent klaar, maar dat is voor de Ngöbe-Buglé geen reden om het protest te stoppen. Door middel van wegblokkades probeert de bevolking de druk op te voeren om te zorgen dat de regering de bouw annuleert. Eind juli greep de politie hard in bij een demonstratie op de InterAmerican Highway, een weg die dwars door Panama loopt. De blokkade werd hardhandig ontruimd, met gewonden tot gevolg, en volgens de Ngöbe-leiders betekent dit ‘een oorlogsverklaring’ tegen de gemeenschap.

De Nederlandse ontwikkelingsbank investeert een bedrag van 25 miljoen dollar in de dam. Naast FMO steken ook Deutsche Investitions- und Entwicklungsgesellschaft (DEG) en de Central American Bank for Economic Integration (CABEI) geld in het project. De drie banken samen zijn goed voor een investering van 77,8 miljoen dollar.

Manolo Miranda, afgevaardigde van de inheemse actiegroep M-10

“Het probleem is veel groter”
In zowel Duitsland (pdf) als Nederland zijn kamervragen gesteld over de rol van de banken in het project. Op de Duitse kamervragen is al een antwoord geformuleerd. “Het Duitse Ministerie voor Ontwikkeling verdedigt grotendeels het beleid van de banken, maar verwelkomt wel dat de bouw pas wordt voortgezet als de situatie is opgelost”, zegt Anouk Franck van ontwikkelingsorganisatie Both ENDS. De organisatie volgt de ontwikkelingen rondom Barro Blanco al voordat de banken besloten te investeren.

Om tot een passende oplossing te komen, bezochten Miranda en Franck eind juni samen de Nederlandse en de Duitse ontwikkelingsbanken. “De banken dachten dat het bouwen door kon gaan terwijl ze naar oplossingen zochten voor de nadelige impact op het gebied. Ze begrepen niet dat het vinden van een oplossing niet zo makkelijk is,” aldus Franck. “Het probleem is veel groter dan ze denken. Voor de bouw van de dam heeft het project toestemming nodig van de Ngöbe-bevolking.” Na de gesprekken hebben de banken een brief gestuurd naar de Panamese overheid met het aanbod om een door beide partijen geaccepteerde bemiddelaar in te schakelen. Hier is nog geen antwoord op.

Het grootste probleem, volgens de Ngöbe families, is dat er geen toestemming van de juiste vertegenwoordigers van de inheemse bevolking is verkregen voordat de bouw in 2011 begon. “We zijn niet betrokken geweest bij de besluitvorming. Genisa besloot zelf dat zij de dam gingen bouwen,” zegt Miranda. Voor besluiten over inheems grondgebied Free, Prior and Informed Consent (FPIC) nodig. Dit is een recht dat is vastgelegd in de VN-verklaring (Word document) over de rechten van inheemse volkeren.

Voor de bouw van de dam heeft het project toestemming nodig van de Ngöbe-bevolking

Ronduit discriminerend
Paul Hartogsveld, voorlichter bij FMO, spreekt de beschuldiging tegen. Volgens hem is er wel degelijk voor de aanvang van de bouw in 2011 gepraat met de plaatselijke bevolking. “Dit ging via democratisch verkozen vertegenwoordigers en rechtstreeks contact met de bevolking. Uit de gesprekken bleek dat de inheemse bevolking instemde met de bouw van de stuwdam. Later zijn andere groepen opgestaan die zeiden het niet eens te zijn met de bouw en zich niet vertegenwoordigd voelden door de democratisch verkozen vertegenwoordigers.”

De dam zal een deel van het gebied waar de Ngöbe-Buglé woont onder water zetten. Foto: Both ENDS

FMO-directeur Nanno Kleiterp zegt tegelijkertijd in een interview met Vice Versa dat op het moment dat het project startte er waarschijnlijk niemand woonde. “Maar dat kan niemand meer achterhalen. Nu woont er een klein aantal mensen en die mensen moeten weg. Dat is het besluit van de overheid. Dat is niet anders dan in Nederland als er een spoorlijn wordt aangelegd die door het gebied van iemand gaat.”

“Dat ze zeggen dat er destijds niemand woonde, is ronduit discriminerend. Ze trekken zelfs ons bestaan in twijfel,” zegt Miranda. “Er is onderzoek gedaan naar de effecten van het project op het milieu. Daarin wordt gezegd dat niemand hoefde te verhuizen,” aldus Franck. “Maar een ander, onafhankelijk onderzoek van de Verenigde Naties in 2013, wijst uit dat in ieder geval zes huizen onder water komen te staan door het stuwmeer bij haar normale stand, dat is 103 meter boven zeeniveau.”

We hebben wel degelijk via democratisch verkozen vertegenwoordigers en rechtstreeks contact met de bevolking gepraat met de bevolking

“Op geen enkele wijze is door FMO ooit het bestaan van groeperingen in twijfel getrokken,” zegt Hartogsveld. “Het onderzoek wijst inderdaad uit dat het water enkele meters hoger komt te staan en dat betekent volgens het onderzoek van de Verenigde Naties dat zes huizen onder water komen te staan. In elk huis woont een grote familie, dus in totaal zullen tussen de 40 en 50 mensen moeten verhuizen.” Maar Franck zegt dat er volgens het rapport ook gekeken moet worden naar een hoger waterniveau, tot 106 meter. “Hierdoor komt land waarop ongeveer vierhonderd mensen wonen in kritiek gebied te staan, deze mensen zullen ook moeten verhuizen.”

Ontwikkelingsbanken falen in het voldoen aan eigen milieu- en mensenrechten
De inheemse actiegroep van Miranda diende samen de democratisch gekozen inheemse leidster Silvia Carrera en ondersteund door Both ENDS en SOMO op 5 mei 2014 een klacht in bij FMO. Afgelopen 2 juni verscheen het rapport (pdf) van een onafhankelijke klachtencommissie waaruit blijkt dat de FMO en de DEG niet konden voldoen aan hun eigen sociale- en milieuregels. Bij de bouw werden inheemse gemeenschappen niet geraadpleegd en is onvoldoende rekening gehouden met de milieugevolgen. “Het panel is van mening dat de kredietverstrekkers de weerstand van de getroffen gemeenschappen niet serieus genoeg hebben genomen,” aldus het rapport.

Wij zijn bereid ons leven te geven

Hartogsveld: “Het rapport draagt verbeterpunten aan, waaraan we inmiddels voldoen. Zo worden in de toekomst de gevolgen van onze investering op het milieu beter onderzocht. Bijvoorbeeld door advies in te winnen van advocaten of andere experts op het gebied van de rechten van inheemse bevolking. Daarnaast zal er in het vervolg betere informatievoorziening zijn. Maar nergens in het rapport is sprake van het feit dat de bouw moet worden gestaakt of dat er sprake is van enige vorm van mensenrechtenschending.”

"Geen aanleiding tot terugtrekking"
FMO geeft aan dat zij zich hoe dan ook zich niet terugtrekt uit het project. “Hiertoe is voor ons geen aanleiding. Wij pleiten voor een dialoog met alle belanghebbenden en streven gezamenlijk met de overheid en het aannemersbedrijf te komen tot een oplossing voor alle betrokkenen. Daarnaast is het voor de veiligheid van de omwonenden van het project van groot belang dat de dam zo snel mogelijk wordt voltooid, omdat anders overstromingen of andere veiligheidsrisico’s kunnen optreden,” aldus Hartogsveld.

Wat die oplossing moet zijn? Daar is volgens Miranda maar één antwoord op. “Het wordt lastig een oplossing te vinden waarbij het acceptabel is om het project af te ronden. Als er op deze manier wordt doorgegaan met bouwen, dan hebben wij geen andere keus dan doorvechten tot de bouw wordt stilgelegd. Wij willen hoe dan ook een volledig inzicht in alle impacts en op basis daarvan moeten wij al dan niet instemmen met de bouw van de stuwdam. Als er op deze manier wordt doorgegaan met bouwen, dan zijn wij bereid ons leven te geven.” 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons