Toen ik begin maart 2012 naar Marseille vloog voor een wereldconferentie over water, had ik de ambitie om onze wereldleiders een lesje te leren. Te veel kinderen stierven door een tekort aan schoon drinkwater en er werd te weinig aandacht aan watermanagement besteed. Water is een zaak van leven of dood, en die politieke agenda mocht eens flink op de schop.
Realistisch idealisme
Inmiddels zijn we een paar jaar verder. Mijn naïviteit heeft plaatsgemaakt voor ‘realistisch idealisme’. Ik heb geleerd dat een woestijn niet van de ene op de andere dag in een oase omgetoverd kan worden. Maar ik heb ook geleerd dat we alle middelen in huis hebben om in 2030 iedereen in de wereld dagelijks een slok kraanwater te kunnen garanderen. Er is namelijk zoet water genoeg. Het is weliswaar ongelijk verdeeld, maar er zijn technologische mogelijkheden genoeg om in de komende jaren overal ter wereld de juiste rioleringsbuizen en pompen te kunnen installeren.
Dat zoet water zo oneerlijk verdeeld is, komt voornamelijk door de consument. De productie van ons voedsel, onze kleren en onze mobieltjes verspilt veel meer water dan wij denken. Maar het is lastig om uit te zoeken hoeveel en welk water er in welk product verwerkt zit. Pas als we dat weten, kunnen we samenwerken voor een betere verdeling van water. Met de juiste data-meters moet het uiteindelijk lukken al ons waterverbruik in kaart brengen.
Survival of the richest
Ik houd niet zo van mensen die zeggen dat als we vandaag niet handelen, de wereld morgen vergaat. De aarde heeft nog wel een flinke adem. Maar wat we vaak wel vergeten, is dat de aarde zonder ons nog wel kan overleven, maar dat wij zonder onze belangrijkste hulpbronnen niet lang meer bestaan. Dan wordt het geen survival of the fittest, maar een survival of the richest. De meesten van ons weten niet eens dat sommige plekken op aarde de komende vijftien jaar droog komen te staan, terwijl andere volledig zullen overstromen. En dat geldt niet alleen voor plekken in Azië en Afrika, maar ook voor Nederland.
Impact
Wat we ons ook niet beseffen, is dat wij veel meer invloed hebben dan we denken. Met het geld dat we uitgeven aan een flesje water steunen we een overbodige industrie van plastic flesjes, waterzuiveringen en milieuvervuiling. Als we een nieuwe spijkerbroek kopen, is de kans groot dat we kinderarbeid in Bangladesh en de verspilling van ongeveer 80 liter water (per spijkerbroek) ondersteunen. En, omgekeerd, als we een jaar niet op vakantie zouden gaan kan dat de 2,5 miljoen wereldbewoners zonder sanitaire voorzieningen van normale toiletten voorzien.
De macht is aan de consument: de dingen die jij en ik kopen zijn niet slechts een uitwisseling van geld, maar laten zien in wat voor toekomst we willen investeren. Dat betekent niet altijd minder, maar wel bewuster consumeren.
Efficiënter
We moeten investeren in big data om ons waterverbruik in kaart te brengen, zodat we efficiënter te werk kunnen gaan en verspilling kunnen reduceren. Als we nu innovatie in onze technologie stimuleren, hoeven we geen schoon drinkwater meer door de wc te spoelen. Als we nu kassystemen ontwikkelen die ook draaien op zout water, hoeven we geen gezuiverd drinkwater meer uit Europa naar Latijns-Amerika te vervoeren.
Concrete plannen
Er wordt momenteel hard gewerkt aan een nieuwe ontwikkelingsagenda die de millenniumdoelen op zal volgen. Vanaf 2015 zullen deze internationale afspraken als leidraad dienen voor politieke leiders, multinationals, kleine ondernemers en burgers. Helaas zijn alle doelen hierin kort en bondig geformuleerd, zodat ze ‘goed toegankelijk en overal toepasbaar zijn’. Maar wat we nodig hebben zijn juist concrete plannen, en inventievelingen die de vertaalslag kunnen maken van een mooi verhaal naar een strak actieplan. Ondernemers die houden van eerlijk en efficiënt produceren. Want wereldwijde toegang tot water en sanitaire voorzieningen zijn echt haalbaar in vijftien jaar.
Nederland staat bekend om zijn expertise op het gebied van water. Laten wij dan ook niet langer doen alsof onze neus bloedt, terwijl wereldwijd eilanden dreigen te overstromen en er met onze consumptie nog steeds bizar veel water wordt verspild. “Bring in the Dutch” mogen we echt wel vaker roepen. En niet alleen omdat wij daar op kunnen verdienen, maar vooral omdat know-how een verantwoordelijkheid met zich meebrengt. Als je de potentie hebt om een verschil te maken, dan moet je dat doen ook.
Beeld: (cc)