Reuzeninktvis Beeld: Pr2is via iStock

Hoe ons constante lawaai het zeeleven kapotmaakt

Ronkende schepen en gedreun van heipalen zijn een ramp voor zeedieren, blijkt uit uitgebreid onderzoek. Door onze ‘geluidsvervuiling’ sterven zij soms een gruwelijke dood. ‘De haarcellen van de dieren waren praktisch opgeblazen.’

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Aan de kust van de Spaanse provincie Asturië was begin deze eeuw iets opmerkelijks aan de hand: eind 2001 en 2003 spoelden er meer reuzeninktvissen aan dan normaal. Zo’n reuzeninktvis kan tot wel 13 meter lang worden en sterft op het strand dus bepaald geen onopgemerkte dood. Wetenschappers die de ongelukkige dieren onderzochten, merkten op dat ze stuk voor stuk ernstige beschadigingen hadden aan hun evenwichtsorgaan. De vermoedelijke boosdoeners: luchtkanonnen van schepen, die gebruikt worden voor het opsporen van nieuwe bronnen van delfstoffen zoals olie en gas.

Dat vermoeden kon destijds niet direct bevestigd worden. Maar in de twintig jaar die volgden werd wel degelijk aangetoond dat menselijke geluiden een probleem vormen voor het leven in de oceaan. Vorige maand publiceerde wetenschappelijk tijdschrift Science een uitgebreide literatuurstudie waarvoor wetenschappers alle onderzoeken over geluiden in de oceaan verzamelden en combineerden. Met deze studie luiden ze de noodklok: wij mensen overschreeuwen het onderwaterleven en dat heeft serieuze gevolgen.

‘Een antropogene kakofonie’

De conclusie van de literatuurstudie is even hard als duidelijk. ‘Menselijke’ geluiden – afkomstig van onder meer schepen, speedboten, hei- en constructiewerkzaamheden – overdonderen het leven in de zee. De gevolgen daarvan voor zeedieren zijn allesbehalve onschuldig: ze lopen uiteen van hinder in de eigen communicatie tot gehoorbeschadiging en veranderingen in de hormoonhuishouding. Dat laatste met stress en slaapgebrek tot gevolg. Het lawaai kan zelfs permanente schade toebrengen aan zowel cellen als complete organen.

In het ergste geval leidt de ‘antropogene kakofonie’1, zoals de onderzoekers de zeeherrie noemen, tot de dood van zeewezens. Het literatuuronderzoek bespreekt onder meer een studie waarbij inktvisachtigen uit de zee werden gevist, in tanks aan harde knallen werden blootgesteld en – na hun dood – werden ontleed. Daarbij bleek dat haarcellen die belangrijk zijn voor het gehoor en het evenwicht, praktisch waren opgeblazen. Een van de onderzoekers vertelde destijds aan National Geographic dat de dieren in hun laatste momenten ‘nog een klein beetje bewogen, maar niet meer zwommen, aten of paarden’.

Deze grafiek laat zien hoe luid wij mensen zijn. Op de horizontale lijn zie je de periode (24 uur) waarin geluidsopnamen werden gemaakt in de Baai van Monterey in Californië. Op de verticale lijn zie je verschillende frequenties: gewone vinvissen communiceren op een veel lagere frequentie dan dolfijnen. De twee rode uitschieters die over alle frequenties heen blazen zijn boten. De kleur geeft aan hoe hard het geluid is, van blauw (heel stil) via geel naar rood (erg luid).Beeld: MBARI
Een van de onderzoekers die aan de literatuurstudie meewerkten is Hans Slabbekoorn, universitair hoofddocent gedragsbiologie aan de Universiteit Leiden. Hij onderscheidt twee soorten geluiden in zee. Enerzijds zijn er de plotselinge, harde geluiden (zoals afkomstig van het heien voor windmolens en de knallen van luchtkanonnen) die paniek en (permanente) gehoorschade bij zeedieren veroorzaken. Anderzijds zijn er de constante geluiden, waarvan de dieren niet schrikken maar waar ze wel voortdurend last van hebben.

Een stoet van containerschepen zorgt voor een continue galm in de onderwaterwereld

“Over de oceanen vaart een constante stoet van containerschepen, die tot in de diepste troggen van de onderwaterwereld voor een continue galm zorgen”, vertelt Slabbekoorn. Onder meer walvissen en dolfijnen kunnen daar ernstig door worden gehinderd in hun dagelijkse leven. Zij gebruiken natuurlijke sonargeluiden om hun prooi te vinden en met elkaar te communiceren, wat niet lukt als er verderop wordt geheid of met kanonnen naar olie wordt gezocht. Alsof steeds wanneer je met je lief wilt overleggen over het avondeten, iemand in je woonkamer vuurwerk staat af te steken.

Je hoort de zee-egels niet meer grazen

Er zijn meer zeedieren voor wie het levensgeluk direct samenhangt met een gezonde akoestiek. Neem clownvissen: voordat die hun eigen koraalrif vinden, drijven ze als visseneitje en larve door de grote, open zee. Tegen de tijd dat een volwassen vissenlichaam met vinnen het zwemmen mogelijk maakt, gaan ze op zoek naar het koraalrif dat ze hun thuis zullen noemen. Dat doen ze door goed te luisteren naar tekenen van andere koraalbewoners.

Nicole de Voogd, bijzonder hoogleraar globale verandering en marine-ecosystemen, is voor haar onderzoek vaak in de buurt van zulke riffen te vinden. “Bij een gezond koraal kun je de zee-egels horen grazen en papegaaivissen algen van koralen horen schrapen. Pistoolgarnalen zijn het leukst. Die creëren met hun scharen luchtdruk die ze afschieten om hun prooi te vangen. Het klinkt echt als een pistool.”

Soms zwerven jonge clownvissen hun leven lang door de oceaan

Je zou dus zeggen: er zijn genoeg aanwijzingen voor een clownvis om het rif te vinden. Maar, zo vertelt De Voogd, zelfs zo’n ‘pistoolschot’ wordt nu vaak overstemd door antropogeen lawaai. Onder water kan De Voogd inmiddels zonder te kijken allerlei verschillende vervoersmiddelen identificeren. “Veerboten en vrachtverkeer hoor je van verre aankomen: een langzaam brommend geluid dat van dichtbij oorverdovend hard is.” Jetski’s noemt De Voogd “verschrikkelijke dingen”. “Ze maken onder water een heel naar geluid – hoog en abrupt in vergelijking met bijvoorbeeld een veerboot, die een constant, laag geluid maakt.”

Zie als jonge clownvis in zo’n oceaan maar eens op gehoor je thuis te vinden. Dat lukt ze dan ook niet altijd meer, waardoor ze soms hun leven lang door de oceaan zwerven – geen veilige plek voor een clownvis.

Praten op 10 kilometer afstand (in plaats van 1000)

Harde geluiden in de oceaan zijn niet nieuw: voordat mensen motoren onder boten hingen en de zeeën optrokken, zorgden stormen zo nu en dan voor vergelijkbare geluidscondities. Maar, zegt Slabbekoorn: “Nu is het alsof het constant stormt. Ik denk dat walvissen nooit meer geen mensen horen.” Dat is ook zichtbaar op deze GIF, gemaakt aan de hand van een ander onderzoek, dat vorige maand in Nature verscheen.
Beeld: Luis Bedriñana-Romano in Nature
De blauwe stip is een blauwe vinvis die is uitgerust met een zendertje. We zien de walvis in de Golf van Ancud, vlak bij Chili, in zeven dagen tijd manoeuvreren tussen enkele honderden vissersboten – de rode stippen – die daar voornamelijk op zalm vissen. Deze golf is voor de blauwe walvissen in de zomermaanden een van de belangrijkste voedsel- en kraamgebieden in de Zuidelijke Grote Oceaan.

Erg veel aanspraak had deze walvis tijdens zijn zwerftocht waarschijnlijk niet, in tegenstelling tot in vroeger tijden. Slabbekoorn: “In de pre-industriële wereld zou het lage geluid van een walvis op zo’n 1000 kilometer voor een soortgenoot hoorbaar zijn. Nu is dat door het verhoogde achtergrondgeluid gemiddeld nog maar 10 kilometer. Zie dan je soortgenoten maar te vinden in het paarseizoen, of ze te waarschuwen voor gevaar.”

Biodiversiteit neemt af

De gevolgen hiervan zijn niet allemaal direct meet- en zichtbaar. “Het is in de meeste gevallen niet zo dat het zeeleven meteen doodgaat, maar het brengt hele ecosystemen aan het schuiven”, legt Slabbekoorn uit. Dieren die zich makkelijk aan veranderende situaties aanpassen, vinden nieuwe manieren van communiceren of jagen. De dieren die daar minder goed in zijn, verplaatsen zich indien mogelijk naar rustiger vaarwater of sterven anders collectief een langzame dood – extinctie.

Slabbekoorn noemt als voorbeeld de Noordzee voor de westkust van Nederland en België: “Met al het botenverkeer van de Rotterdamse en Antwerpse havens, heiactiviteiten voor windmolenparken, seismisch onderzoek, en de knallen van bommen uit de tweede wereldoorlog die onschadelijk gemaakt moeten worden.” De vissen die daar wel nog voorkomen hebben zich blijkbaar kunnen aanpassen, legt hij uit. “Dat is dus waarschijnlijk een heel specifieke subset. Homogenisatie noemen we dat proces.” De biodiversiteit onder druk, kortom. Wat overblijft in een lawaaiige zee zijn de stadsduiven, spreeuwen en kauwen van de onderwaterwereld.

Dit zijn de zorgwekkende gevolgen van smeltende permafrost

Wat als we het klimaat net zo serieus namen als corona?

  1. Antropos betekent mens, -geen betekent ‘afkomstig van’. ↩︎

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons