Jeroen van Wijck beleeft als stedeling het platteland. Vandaag legt hij uit hoe een goede boer van zijn vliegen afkomt
In m’n jeugd reed ik vaak met m’n oom de dierenarts mee en eens kwamen we bij een oud boertje met max tien koeien. Van buiten was het een vieze gore bende. Maar van binnen viel het me alles mee. Mooie zwarte muren en plafonds. Lekker strak. Totdat ik wat dichterbij keek en in m’n ogen wreef: het was zwart van de vliegen. Miljoenen vliegen.
Zwarte muren gaat misschien wat ver, maar vliegen houd je niet tegen.
Opgeleid als psycholoog, carrière gemaakt in de digitale industrie en nu deeltijd bio-boer bij de Groene Griffioen: Jeroen van Wijck beleeft als stedeling het boerenleven. De eenvoud als fundament, de kleine dingen die het leven aangenaam maken. De nieuwe nuchterheid. Van Wijck schrijft over de boerderij, duurzaamheid, dieren, koken en natuurlijk: eten.
De melkstal is een broedplaats voor vliegen. In de zomer is het daar heerlijk warm en zijn er duizenden plekken waar de larven gedumpt kunnen worden. Vooral mest en resten melk zijn heerlijkheden die de insecten graag opzuigen. In combinatie met warmte van buiten en de warmte van de koeien heb je een vliegen-kwekerij te pakken die op de top van haar productie al snel naar tienduizenden vliegen per maand kan gaan.
Daar zou je wat mee kunnen doen, er zijn al vele vlieg-larve-kwekerijen die de larven verkopen als voedsel voor varkens en kuikens. Door het hoge proteïne gehalte. Ik waag me er niet aan.
Bestrijden met insecticiden is not done op een biologische boerderij. Heeft ook geen zin, die insecten zijn binnen een poep en een scheet resistent. Er zijn goede alternatieven zoals het in huis halen van drijfmestvliegen of roofvliegen. Die eten de larven van de vervelende huisvlieg op. Maar tegen een echte plaag kunnen die natuurlijke vijanden niet op eten.
Thuis, in stad & dorp zijn er ook vliegen. En oh oh oh wat hebben we daar een last van. Gegil en hysterische reacties bij het zien van een vlieg. Alles ontsmetten, horren installeren en met de vliegenmepper achter dat zoembeestje aan. Over banken, op de bedden springend, glazen omstotend en dan splatch!, tegen het raam pletten. Dood. Zelfs de meest activistische vegetariër zal zich hier niet voor schamen. Dierenleed? No way.
Echt, er zal vast wel eens een huisvlieg een ziekte hebben overgedragen maar die kans is net zo groot als onder een tram komen in nachtelijk Amsterdam. Dus laat ze lekker zoemen, of drijf ze naar buiten, willen ze zelf ook. Kijk maar eens hoe krampachtig paniekerig zo’n vliegje heen en weer blijft gaan, op zoek naar dat gat in het raam. Of haal wat roofvliegen in huis.
Wat wel lastig kan zijn, is het Drosophilaatje zoals ik dat lieve kleine fruitvliegje noem. Die kunnen zich razendsnel voortplanten, vooral op rijp zomers fruit. Van die zwermen die opvliegen van een mooie nectarine. Maar ook deze zijn niet schadelijk. Even afspoelen en opeten, niks aan de hand. En net als op de boer is schoonhouden het devies.
Recept voor Fruitvliegval
Appelazijn (of ander fruitazijn)
Een druppel afwasmiddel
Stuk overrijp fruit
Een jampot
Een half A4-tje om een trechter van te maken
Giet de appelazijn in de jampot tot een laagje van ± twee centimeter. Voeg twee druppels afwasmiddel toe. Voeg het stukje fruit toe en stop de papieren trechter in de ingang van de jampot. Fruitvliegen begrijpen goed hoe ze de jampot moeten inkomen. Maar niet hoe ze eruit moeten komen. Ze verdrinken.