Ons eetgedrag wordt al langer door de politiek beïnvloedt dan je wellicht zou vermoeden. Een belangrijke beslissing werd al rond 800 genomen, toen keizer Karel de Grote voor het eerst onderscheid liet maken tussen geteelde planten en wilde planten.
In de verordening “Capitulare de villis", werd beschreven hoe de goederen in het hele rijk op landbouwkundig vlak moesten beheerd worden. Op dat moment waren de belangrijkste bronnen voor eiwitten en koolhydraten in de moestuin kikkererwten, grauwe erwten en tuinbonen. De verordening werd bedacht om de verzorging van het grote hof van Karel de Grote zeker te stellen nadat zijn volk en troepen enkele malen waren uitgehongerd. Een hongersnood zou zijn immense rijk verzwakken en zou daarmee kwetsbaar zijn voor invasies. Hiermee kreeg het verbouwen en produceren van voedsel een politiek, strategisch karakter in West-Europa. We bemerken de gevolgen hiervan nog dagelijks in ons eetpatroon. Met deze verordening werd namelijk het startsein gegeven om een scheiding aan te brengen tussen zogenoemde cultuurgewassen en wilde gewassen.
Stempel: Het voedsel der armen
Tot in de late middeleeuwen bleven wilde planten, naast verbouwde vruchten en planten, een belangrijk onderdeel in het dagelijkse eten. In de daarop volgende eeuwen werden wilde planten vooral gebruikt in tijden van oorlog of hongersnood. Tot na de Tweede Wereldoorlog van de vorige eeuw greep de bevolking terug op brandnetels, zuring, paardenbloemen, beukennootjes of wilde veldsla. Arme mensen hebben steeds hun maaltijd aangevuld met wilde planten en vruchten. Vandaar dat eetbare, wilde planten maar moeilijk afkomen van hun imago 'het voedsel der armen'.
Na de wederopbouw in de vorige eeuw is het 'eten uit de natuur' vrijwel volledig uit onze voedingscultuur verdwenen. Grootschalige land- en veeteelt deden zijn intrede, voedsel werd goedkoop en in grote hoeveelheden aangeboden. Het verzamelen van wilde planten gebeurde alleen nog als vrijetijdsbesteding, zoals het verzamelen van bessen, bramen, noten en paddenstoelen.
Tegenwoordig hebben wilde planten vooral te lijden onder het syndroom ‘onbekend maakt onbemind’. Wij kijken er weinig naar om en moffelen en schoffelen het weg als onkruid of bestempelen het als eten voor arme lui. Onterecht!
De smaak en voedingswaarden van wilde planten
Wilde planten zijn elke keer weer anders van smaak. Vaak verrassend, dan bijzonder, dan weer heel subtiel. Zoet, zuur, scherp, bitter in al hun gradaties. De gewone berenklauw smaakt zoetig, de veldzuring zoals de naam al verraadt, is heel subtiel zuur. Met de bloesem van sleedoorn, moerasspirea en gladwalstro kan men kruidenlimonades, slagroom of kruidenthee maken. Verrassende aroma’s die bijvoorbeeld doen denken aan amandel bitter.
Bovendien overtuigen zij op één punt: hun voedingswaarden. Onderzoek van de Universiteit Bonn maakte een vergelijking tussen geteelde groente en eetbare wilde planten.
Wij zien dat het wateraandeel in wilde planten lager is en het aandeel aan vitamines en mineralen beduidend hoger. Zeer verrassend is dat eiwitgehalte in wilde planten meer dan het drievoudige is dan het eiwitgehalte van cultuurgewassen.
De resultaten tonen aan dat onkruid en eetbare, wilde planten dringend een revaluatie verdienen. Het pleidooi om eetbare, wilde planten weer een vaste plaats te geven in onze voedselketen is ook een pleidooi voor onbewerkt voedsel, in mindere mate ingrijpen in natuurlijke processen en de weg terug naar de natuur vinden. Natuurlijkerwijs gaan we weer seizoensgebonden eten, maar we gaan vooral ons voedsel uit eigen omgeving halen. We willen ons graag loskoppelen van de voedingsindustrie en bepalen daadwerkelijk wat wij die dag willen eten.
Paardenbloem
Neem nu het vaak zo gehate onkruid ‘paardenbloem’. Wist je dat de gehele plant eetbaar is? De bladeren als groente in de sla, soep of als broodbeleg. De stengel kan fijngesneden worden als bittere noot in een salade zoals we ook bieslook gebruiken. De bloemknoppen kunnen verwerkt worden als kappertjes of je kunt ze bakken als groente. De bloemen zijn zoet en worden gebruikt om een bloemengelei van te maken. Zelfs de wortel is rauw te eten door de salade of als kookgroente. En wist je dat de wortel vroeger vooral werd gebruikt als koffievervanger? Eerst even roosteren, dan malen en het poeder is te gebruiken zoals je gemalen koffie in het filter doet.
Ofwel, loop eens je tuin of het park in, en waardeer die paardenbloem, doe het eer aan in een lekker maaltje.
FoodGuerrilla Brigitte Habets is oprichtster Food Afoot en bedenker van het concept Wilde Woensdag waar één dag in de week men gestimuleerd wordt om ons voedsel bewust uit de natuur te halen.