Tussen het studeren door met je handen in de grond en uiteindelijk je eigen geteelde courgette eten. Klinkt aantrekkelijk toch? “Eetbare Academische tuinen” op universitaire campussen beginnen ook in Nederland hun intrede te maken. Maar het zijn niet zomaar moestuinen, studenten worden gestimuleerd om de kennis die zij hebben vergaard direct in de praktijk, in een academische tuin, te implementeren.
Een Groene Campus
Universiteiten beginnen duurzaamheid serieus te nemen. Zij handelen steeds meer volgens het principe: practice what you preach. Zo wordt er zelfs een ranglijst van Nederlandse universiteiten en hogescholen op het gebied van duurzaamheid en transparantie bijgehouden, Sustainabul.
Bovendien is er sinds 2010 het zogenoemde 'groene kantoor'. Ontstaan in Maastricht, is een ‘groen kantoor’ er om studenten en medewerkers te ondersteunen op het gebied van duurzaamheid. Groene catering wordt ook steeds meer op de kaart gezet. Zo heeft Wageningen Universiteit (WUR) een paar jaar terug besloten om over te gaan op duurzame en kleinschalige catering: Good Food. En studenten aan de WUR gaan nu ook zelf aan de gang om hun zelfgemaakte maaltijden te verkopen.
Europa loopt achter
In landen over de hele wereld en vooral in de Verenigde Staten proberen studenten duurzaamheid een essentieel deel van het dagelijkse leven te maken. Zo zijn eetbare tuinen in de V.S. al veel voorkomend. Canada is ook een voorloper op het gebied van eetbare tuintjes op de campus. Op de campus van McGill University worden honderden oudere mensen van geoogste groente en fruit voorzien. Zo hebben niet alleen studenten er profijt van maar mensen in de omgeving ook.
Op veel agrarische universiteiten en hogescholen in de Verenigde Staten, Canada, Australië, en in veel ontwikkelingslanden in Zuid-Amerika, Azië en Afrika wordt ook landbouwvoorlichting in de praktijk gegeven, waardoor de verbinding van kennis met de praktijk meer expliciet en formeel ingesteld wordt. Er is echter nog een gebrek aan praktijkervaring op vele Europese universiteiten.
‘Ownership’ creëren
Eetbare academische tuinen op de campus zouden dit gat kunnen vullen. Op de korte termijn ontwikkelen studenten een positieve houding ten opzichte van verse groente. Ze vormen ook ‘ownership’ voor het eetbare tuintje. Het hele proces wordt beheerd door studenten; van zaaien tot oogsten. Op de lange termijn geeft Ozer (2007) aan dat het mogelijke voordelen heeft voor de preventie van obesitas en chronische ziektes. Moestuinieren schijnt ook therapeutisch te zijn, en indien ze deel maken van formele colleges zouden de eetbare tuintjes op de campus zelfs kunnen leiden tot hogere academische prestaties.
Eetbare Academische Tuinen in ons eigen landje
Twee enthousiaste studenten aan Wageningen Universiteit hebben bedacht om een zogenoemde Eetbare Academische Tuin op Nederlandse bodem te vestigen. Feed the World spreekt met Jeroen Postma en Blair van Pelt.
‘Het is niet zomaar een moestuintje op de campus. Het moet een plek worden waar informatie wordt verspreid, waar de verschillende leerstoelgroepen bij elkaar komen, waar studenten uit de collegebanken stappen en hun kennis direct kunnen gebruiken en delen’ aldus Blair en Jeroen.
Wat is een academische tuin?
Een eetbare academische tuin is een mooie ruimte op de campus waar planten groeien voor onderwijs en voedsel. De tuin zal als een levend laboratorium voor zowel sociale en natuurlijke wetenschappen gebruikt worden. Bij project EAT gaat het om ‘experiential learning’. Met andere woorden, in de praktijk geleerde kennis betekenis geven. ‘Teveel universiteiten geven nog steeds klassikaal les daarom is het belangrijk dat we gaan uitoefenen wat we denken te weten’.
Maar wat doen de studenten daadwerkelijk? ‘Zij helpen mee met het creëren van alles; van het ontwerp, de kennis verdieping en bij elkaar brengen van benodigheden tot de uitvoering, de interne en externe communicatie van het project. Het fysieke aspect, de tuin aanleggen en onderhouden is natuurlijk ook een belangrijk onderdeel van de taken’. Zo word theorie en praktijk goed gebundeld, want zowel de verantwoordelijkheid voor het denkwerk, en de uitvoering van project EAT ligt bij de studenten.
Innovatie in de Tuin
Een nieuw project van EAT is de Layar app. De Layar app stelt mensen in staat om via de smartphone toegang te krijgen tot informatie over de tuin. Dit kan zo simpel zijn als het identificeren van een plant of zo complex als een rondleiding door de tuin, compleet met videos of met aanvullende informatie om de gebruikerservaring van de tuin kenbaar te maken. Als je bijvoorbeeld met je smartphone over een tomatenplantje scant, kun je bijvoorbeeld achterhalen hoe het groeit, welke tijd gunstig is om te zaaien, en welke gerechten je kunt maken met deze plant.
Participatief proces
Project EAT bevindt zich nog in het planningstadium (de tuin is er nog niet), en dit is niet zonder reden. Aangezien het niet zomaar ‘een moestuintje’ is, maar een academisch project, staat het leerproces centraal en zijn het de studenten die het hele proces zelf opzetten met input van verschillende vakgroepen, studentenorganisaties, en de Raad van Bestuur. Samen ontwerpen zij de tuin, ontwikkelen ze een onderwijsplan en doen de hele organisatie. Elke week spreken geïnteresseerde studenten af om de volgende plannen te realiseren. Op een informele wijze, brengt Project EAT ook mensen bijeen via ‘Potluck dinners’ wat het creatieve proces voedt. Of je nou een achtergrond in biologische landbouw of sociologie hebt, alle studenten die hun handen uit de mouw willen steken zijn welkom. ‘Alle kennis wordt in de pan gestopt, samen roeren we erin, en dat is Project EAT’, legt Jeroen uit.
Hoe ziet de toekomst eruit?
‘We richten ons voor de realisatie van Project EAT op ongeveer mei 2014, en dan zal het nog wel 1 a 2 jaar duren voordat die tuin er volledig is. Als we dan aangeven dat we 3 tuinen willen lopen we misschien op de zaken vooruit en scheppen we verwachtingen die we binnen 3 jaar niet na kunnen komen. De prioriteiten van Project EAT liggen nu bij het vormen van een nieuw bestuur, het bij elkaar brengen van mensen met de expertise om het ontwerp verder uit te diepen, een SMART proposal schrijven, vakgroepen 'binden' en onderzoek laten uitvoeren naar andere aspecten die nog onderzocht moeten worden'. Project EAT gaat in ieder geval een groene en tuinrijke toekomst tegemoet.