Beeld: Eglin
Achtergrond

Vrouwen doorbreken het betonnen plafond

Vrouwen zijn in de bouw ernstig ondervertegenwoordigd. Maar daar komt beweging in. Van steiger tot directiekamer: langzaam maar zeker melden zich meer vrouwen aan de poorten van het mannenbolwerk dat de bouwsector nog is.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Al jaren komt Lotte van Houwelingen, directeur van een bouwbedrijf, op meisjesverjaardagen met een doos blokken aanzetten in plaats van de zoveelste in roze jurken gestoken barbiepop aan de jarige jet te overhandigen. Aan vakblad Cobouw ontvouwde ze recent haar vergezicht: meer vrouwen in de bouw.

Je moet ergens beginnen, wil ze maar zeggen. En haar droom lijkt aan realiteitszin te winnen. Het mag er met diversiteit in de Nederlandse bouw beroerd voorstaan – nog geen 10 procent van de werknemers is vrouw en daarmee bungelt de sector onderaan de diversiteitsladder van alle sectoren en branches – langzaam maar zeker lijkt het tij in de wereld van bouw en techniek te keren.

Feiten en cijfers

Al jaren schommelt het aandeel vrouwen in de Nederlandse bouw zo rond de 9 procent. Daarmee doet de sector het wat diversiteit betreft het slechtst van alle sectoren. Om diversiteit te vergroten wordt vooral gemikt op nieuwe instroom vanuit vakopleidingen. Die strategie lijkt haar vruchten af te werpen. Inmiddels is de helft van de bouwkundestudenten op universiteiten vrouw, en een derde van het aantal studenten civiele techniek, aldus voorzitter Maxime Verhagen van Bouwend Nederland. Kansen om het personeelsbeleid te vernieuwen, zijn er te over: eind 2017 telde de bouwsector 11.000 en de installatiebranche 6.800 openstaande vacatures.

Meer dan ballerina's

Jara Frederiks Beeld: Liesbeth Dingemans
Van Houwelingen heeft het goed begrepen, vindt Jara Frederiks, vanuit het landelijk expertisebureau VHTO betrokken bij de organisatie van de jaarlijkse Girlsday, een dag waarop duizenden meisjes van 10 tot 15 jaar in het hele land op bezoek gaan bij bèta-, technische en ICT-bedrijven. “Het is geweldig als ouders dan al laten zien dat meisjes meer kunnen worden dan ballerina of moeder. Dat verhaal brengen we met het project Beeldenbrekers ook op een toegankelijke manier aan kleuters over.”

Tijdens Girlsday zetten grote organisaties uit de bouwsector als BAM, Croonwolter&dros, DuraVermeer en tientallen andere bedrijven één dag per jaar hun deuren open. “We mikken bewust op meiden in deze leeftijdscategorie, omdat ze nog vóór het profielkeuzemoment zitten.”

Positieve trend

Lia BleijenbergBeeld: Mila van Egmond
In de cijfers van VHTO lijkt zich een positieve trend af te tekenen: het aantal meisjes dat voor een bèta- of technische vervolgopleiding kiest, vertoont over de meeste niveaus een lichte stijging. “Het zijn geen grote aantallen”, zegt projectmanager Lia Bleijenberg van VHTO, “maar er gebeurt wel wat. Opleidingen spelen zichzelf steeds beter in de kijker, door hun aanbod voor meisjes aantrekkelijker te maken. Dat doen ze bijvoorbeeld door te expliciteren wat de maatschappelijke context van een beroep in de bouw of techniek is. Meisjes vinden het belangrijker dan jongens om te weten welk doel hun werk dient. ‘Sleutelen om het sleutelen’ is voor jongens soms voldoende motivatie.”

Bedrijven moeten zelf ook werken aan een cultuuromslag

Hoewel het aantal vrouwen op bouwkundige en technische opleidingen langzaam toeneemt, is het nog maar de vraag of het voor hen wel zo leuk is om in een mannencultuur te werken. Het imago dat toch een beetje aan de bouw kleeft, is dat van gespierde, ruige mannen die seksistische grappen maken, naaktkalenders in hun schaftkeet hangen, vanaf hun steigers fluiten naar passerende vrouwen en vooral zwaar fysiek werk verrichten.

“Er is nog een slechte fit tussen wat vrouwen belangrijk vinden en wat de (mannen)cultuur van een bedrijf voorschrijft”, beaamt Bleijenberg. “Wij hameren er dan ook op dat we niet alleen aan de wervingskant moeten sleutelen, maar dat bedrijven zelf ook moeten werken aan een cultuuromslag. Creëer een sense of belonging door leidinggevenden de vrouwelijke stagiaires en medewerkers goed te laten begeleiden. Het is belangrijk dat vrouwen zich in een bedrijfscultuur op hun gemak voelen, zodat ze niet weer snel vertrekken, wat nu nog vaak gebeurt.”

Supercoole werkplek

Niet alleen langs de zijlijnen van het onderwijs wordt flink gelobbyd, ook de sector zelf doet zijn best diversiteit in de bouw te bevorderen. Zo produceerde brancheorganisatie Bouwend Nederland in samenwerking met RTL4 de realityserie ‘Je gaat het maken’, waarin presentatrice Pernille La Lau onder meer laat zien dat de bouw een ‘supercoole’ werkplek is voor iedereen. Vorig jaar stond de organisatie met een stand op de Libelle Zomerweek, waar 80.000 bezoekers, voornamelijk vrouwen van wie de helft met thuiswonende kinderen, van wie ongeveer de helft dochter, hun beeldvorming over de bouw konden bijstellen. In hetzelfde jaar werd door voorzitter Maxime Verhagen een intentieverklaring getekend om diversiteit en inclusie in de bouw te vergroten.

Het aantal vrouwen mag en moet hoger

Hoewel diversiteit dus ook voor Verhagen en Bouwend Nederland belangrijk is, kan hij niet al te kieskeurig zijn: de komende vijf jaar zijn er door pensionering, verduurzaming, onderhoud van infrawerken en allerlei andere oorzaken maar liefst 60.000 mensen nieuwe mensen nodig in de sector. “Iedereen die interesse heeft, willen we interesseren. En jazeker, het aantal vrouwen mag en moet hoger.”

Met ‘allerlei andere oorzaken’ bedoelt Verhagen onder meer dat de sector op nogal veel fronten snel verandert. Denk aan technologische ontwikkelingen, robotisering, duurzaamheid, circulariteit en de energietransitie, om er maar een paar te noemen. “Het ligt erg voor de hand dat het aantal vrouwen in de bouw hierdoor toeneemt. Niet vanzelf, we moeten reclame blijven maken, maar doordat zaken als technisch design, innovatie en creativiteit belangrijker worden en bepaalde werkzaamheden fysiek lichter, verwacht ik een toename.”

Hoe divers is de bouw verder eigenlijk?
Niet alleen vrouwen zijn in de bouw ondervertegenwoordigd, ook andere groepen komen er bekaaid vanaf, blijkt uit een analyse van Diversiteit in Bedrijf. Zo telt de sector relatief weinig werknemers met een migratieachtergrond en als zij er al zijn, dan bezetten ze met name de lagere functies. Precieze cijfers zijn niet beschikbaar, maar de analyse volgt hierbij de trends in de infra en techniek, die volgens het onderzoek vergelijkbare resultaten opleveren. Voor lesbische, homoseksuele, biseksuele en transgender werknemers geldt hetzelfde, en daarbij noteert het rapport dat het gesprek hierover “op de werkvloer in de ‘hetero-masculiene’ wereld van de bouw en techniek nog een taboeonderwerp is.”

Vrouwenquotum

Hoewel er straks meer vrouwen met stalen neuzen in de bouwput staan, wemelt het in de boardrooms van ’s lands bouwbedrijven nog van de mannen. Het aandeel vrouwen onder leidinggevenden is 5 procent en slechts 4,1 procent van de topverdieners in de bouw is vrouw.

Nina van Arum is met het door haar opgerichte netwerk Topvrouwen Bouw & Infra een bron van inspiratie voor inmiddels 750 vrouwen in of op weg naar een topfunctie. Ze zijn er dus wel, zegt Van Arum, “maar treurig genoeg worden ze nog al te vaak als paradepaardje opgevoerd: ‘Kijk’, zeggen zulke bedrijven dan, ‘wij doen aan diversiteit!’ Als dat beleid niet ook in de rest van de organisatie wordt uitgerold vertrekken de meeste topvrouwen binnen no-time weer.”

Hallo, er loopt ontzettend veel talent rond!

Nina van Arum Beeld: Provades
Met haar netwerk wil Van Arum vrouwen bewuster maken van hun talenten (“Veel vrouwen denken van zichzelf dat ze niet capabel genoeg zijn om te kunnen toetreden tot een directie of bestuur”), maar ook besturen en directies wakker schudden: hallo, er loopt ontzettend veel talent rond! Wachten op de intrinsieke motivatie van bedrijven duurt haar te lang. “Niets werkt zolang het niet dwingend is. Al jaren is het aantal vrouwen in besturen van bouw- en infrabedrijven gelijk, of neemt het zelfs af. Ik ben daarom voor een quotum.”

Verhagen staat bij een quotum niet te trappelen, zegt hij. “Ik probeer vanuit Bouwend Nederland meer vrouwen op bestuursfuncties te krijgen; het is immers gezond voor de eigen organisatie als de top een afspiegeling is van de rest van het bedrijf. Maar eerst en vooral wil ik zorgen voor meer diversiteit over de hele breedte van de sector. In onze eigen organisatie zijn we goed op weg, daar is bijna de helft vrouw.”

Ook Bleijenberg van expertisebureau VHTO wordt van een quotum niet vrolijk, zegt ze. Maar de dingen structureler aanpakken en in een wetboek opschrijven, daar voelt ze wel voor. “Net als bijvoorbeeld in Finland, waar bij wet is vastgelegd dat op basisscholen absolute gendergelijkheid moet zijn. Het hele onderwijsbeleid is daarop gebaseerd. En het werkt! In Nederland gaan we nog te veel uit van de goede wil van mensen.”

Kiezen voor dochter of schoonzoon?

Van Arum doet niet ingewikkeld over ‘gevoeligheden’ in de genderdiscussie; die zijn er volgens haar niet echt. Niet zelden worden uitkomsten van onderzoek genegeerd of in twijfel getrokken om er vervolgens sentimenteel mee aan de haal te gaan, zo is haar ervaring. Bijvoorbeeld als het gaat om aannamebeleid. “Onderzoek wijst uit dat een mannelijke directeur eerder voor zijn schoonzoon kiest dan voor z’n dochter.” Andere uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek: een manager geeft promotie aan medewerkers die op hemzelf lijken, en: succesvolle mannen zijn ‘echte leiders’, besluitvaardige vrouwen zijn ‘bazig’

Een succesvol voorbeeld in de categorie-dwingend was de door Jacqueline Prins op poten gezette naming & shaming-campagne. De directeur emancipatie van het Ministerie van OCW publiceerde vorig jaar de namen van alle bedrijven die op het vlak van gender en LHBTI-rechten de zaakjes niet op orde hadden. Van Arum: “Ze ontving direct telefoontjes. ‘Wat kunnen we doen?’, vroegen de organisaties zich angstig af. Ze wilden het jaar daarop niet weer genoemd worden.”

Vrouwen vinden ‘profileren’ bijvoorbeeld een vies woord. Jezelf op je schouder kloppen is niet cool

Met haar netwerk wil Van Arum vrouwen ook beter inzicht geven in hoe mannen- en vrouwenculturen op de werkvloer kunnen verschillen, en hoe ze succesvol kunnen zijn op een manier waar ze zichzelf senang bij voelen. “Vrouwen vinden ‘profileren’ bijvoorbeeld een vies woord. Jezelf op je schouder kloppen is niet cool. Ze zien dat netwerkende mannen doen, en zo willen ze het zelf niet inkleuren. Ik buig dat dominant-arrogante beeld om: profileren is zeggen wat je kunt, waar je talenten liggen, zodat anderen van jou kunnen leren, jou kunnen vinden. Want: als mensen jou niet kunnen vinden, onthoud je de samenleving jouw kennis en expertise.”

Andere skills die worden getraind: rake vragen stellen, salarisonderhandelingen voeren, interviews geven. Van Arum: “Over dat laatste: veel vrouwen zeggen ‘nee’ tegen mediaverzoeken. Want weinig vlieguren, want spannend, want vlekken in de nek. Maar ook hierbij geldt: de samenleving heeft baat bij jouw expertise. Zeg ja! Tegelijk mogen media hier wel wat meer rekening mee houden, door vrouwen die het spannend vinden mee te nemen in het proces. Leg uit hoe zo’n uitzending eraan toegaat, wat er precies wordt verwacht. Vrouwen hebben vaak wat meer behoefte aan dat soort context.”

Somber over de toekomst is Van Arum niet, ondanks de tot nog toe magere diversiteitsstatistieken. “Jawel, onze sector heeft een conservatief bestuur, maar dat is zich langzaam aan het verjongen.” Hoe kunnen bedrijven dit versnellen? “Nou, door gewoon te beginnen met de meest simpele vragen te stellen. Zoals: ‘Wat kan ik er als directeur aan doen dat jij hier binnenkort een topfunctie vervult?’”

Jacco van 24 is meewerkend uitvoerder bij Van Mourik Bouw in Ophemert en Esmée van Yperen (22) is werkvoorbereider bij HLE Bouw in Maarssen. Hoe denken zij over meer genderdiversiteit in de bouwsector?

‘Op de steigers kan het leven ruw zijn’

Jacco kwam op al zijn bouwprojecten in totaal vier vrouwen tegen. Van hem mag het roer om. De bouw is door de bank genomen een mannenbolwerk, bevestigt ook Jacco, meewerkend uitvoerder bij Van Mourik Bouw in Ophemert. Maar, nuanceert hij, vergeet niet dat de sector breed is: het maakt nogal uit of je in de bouwput van een woontoren staat tussen de grote mannen met tatoeages of bijvoorbeeld in de afbouw werkt, waar veel meer fijngevoelige mannen rondlopen. “Op de steigers kan het leven best ruw zijn; er is veel machogedrag en het werk is fysiek zwaar. Ik kan me voorstellen dat weinig vrouwen zo’n werkomgeving aantrekkelijk vinden. Maar in de afbouw ligt meer diversiteit wel voor de hand. Ik zie soms kerels met grote knuisten iets kleins in elkaar friemelen… Alleen al daarom is het raar dat nagenoeg alle werkzaamheden in de bouw door mannen worden verricht.”
Het bedrijf waar Jacco werkt, telt op 45 medewerkers in totaal drie vrouwen. “Tja, dat is verhoudingsgewijs wel weinig ja. Maar we staan zeker open voor meer vrouwelijke sollicitanten. Zelf juich ik meer diversiteit toe. En ik denk dat veel mensen in de bouw verrast zullen worden door de intelligentie, de nieuwe inzichten en talenten die ze daarmee binnenhalen. Misschien wordt de algemene sfeer er ook wat zachter van, wat ik persoonlijk winst zou vinden.

‘Sekse is voor mij niet echt een issue’

Toen Esmée van Yperen van HLE Bouw in Maarssen vorig jaar de functie overnam van de vorige werkvoorbereider, zei die – ook een vrouw – grappend tegen haar: ‘ik heb bij de mannen al wat respect voor je gewonnen’. Was dat nodig? Esmée heeft geen idee; in de bouw voelt ze zich vooral erg op haar gemak.
Kwestie van persoonlijkheid, denkt ze zelf. “Ik ben niet zo moeilijk. Ik praat makkelijk, ben sociaal, neem alles niet al te serieus en kan een grapje hebben (zolang ik ze ook terug kan maken).” Eigenlijk, zegt Esmée, is sekse voor haar niet echt een issue. Ja, mannen scheppen wat makkelijker op; Esmée laat liever zien wat ze kan. Ja, soms gaan mannen te ver met racistische of schuine grappen of het rondsturen van vunzige filmpjes. “Maar ik heb ervaren dat veel mannen daar zelf ook niet van gediend zijn en zich er ook tegen uitspreken.” Misschien zou een vrouwelijke werkgever zich beter (of makkelijker) inleven in ‘vrouwendingen’, maar haar huidige werkgever houdt ook goed in de gaten hoe het met haar gaat. “Tja, ik herken de problematiek in mijn eigen leven gewoon niet zo, denk ik. Haha.”

Beton zit vol CO2

Minder CO2-uitstoot in de bouwsector

Cement

Beter beton

Metal: meer muziek voor mannen

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons