Het quinoa-dilemma deel 4: Consuminderen: een oplossing voor (bijna) alles?

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Wij zijn Ruby en Tara, twee Amsterdamse net-dertigers in een zoektocht naar verantwoorder leven. Velen zijn ons al voorgegaan, maar wij zijn nu eenmaal wat langzamer dan de rest. We wikken en wegen tussen eco, bio, fair trade, duurzaam, gezond, goed voor lokale middenstand of juist eerlijk ten opzichte van de rest van de wereld. Dit noemen we het quinoa-dilemma: denk je eindelijk iets gevonden te hebben dat aan alle criteria voldoet; blijkt half Bolivia zélf geen quinoa meer te kunnen betalen door de enorm gegroeide export. We schrijven wekelijks over onze zoektocht, ervaringen en overwegingen.

Zoals de meeste mensen houden wij van consumeren. Ook wij kennen het fijne maar kortdurende gevoel bij een mooie nieuwe broek, precies dat vintage tafeltje, een nieuwe telefoon of een leuke kast om meer spullen in op te ruimen. We kopen mangoschillers, nieuw servies omdat het zo goed bij onze nieuwe placemats past en de ongebruikte tajine staat naast het elektrische voetenbad en de ab swing in de kast. Om over boeken, platen en cd’s nog maar te zwijgen. We kunnen het betalen, want spullen zijn relatief goedkoop. Maar hoe lang gaan ze mee en hebben we ze echt nodig?

De overheid jaagt ons op om meer te kopen. De effecten van kabinetsplannen worden uitgedrukt in koopkracht (hoera, die neemt met 0,01% toe!) en de minister-president drukt ons op het hart vertrouwen te hebben in de economie; een nieuwe auto en een nieuw huis te kopen. Geld moet rollen, en dan graag richting spullen. Moeten we inderdaad blijven kopen om onze economie staande te houden? Of verleidt de regering ons tot verspilling in een wereld van grondstoffenschaarste?

Wegwerptenten

In deze postmoderne en visuele tijd gluren wij op social media naar de inrichting van andermans huis en kleding. Waar we tien jaar geleden genoegen namen met de IKEA-gids in de brievenbus, zijn er nu eindeloze voorbeelden die het in huis halen van meer spullen aanmoedigen. Winkels als Action – het toppunt van wegwerpconsumptie – maar ook de hippere variant Flying Tiger zijn immens populair. De opkomst van tweedehands heeft niet geleid tot minder spullen: het is goedkoop en we voelen ons minder schuldig dus kopen we via Marktplaats of de kringloop alleen maar meer. Aan de andere kant van het spectrum groeit een tegenbeweging die ons vertelt dat spullen en een vol huis ongelukkig maken en dat een echt verlichte geest toe kan met slechts een laptop, een aluminium waterfles, een Iphone en twee katten.

Wij zien ook dat teveel spullen en vooral teveel kopen ons en de wereld niet gelukkig maakt, maar om nu alles in vuilniszakken op straat te zetten? We zoeken naar een tussenweg en verkopen onze overbodige kleding en spullen op de Amsterdamse IJ-hallen. Dit zorgt gelijk voor dilemma’s: deze overvloed aan spullen wakkert consumeren aan en na afloop van de markt zijn er weinig mogelijkheden om overgebleven spullen een goed doel te geven. Ditzelfde zien we op festivals: na drie dagen feest liggen de campings bezaaid met achtergelaten wegwerptenten en de organisaties verkopen zelfs luchtbedden voor eenmalig gebruik.    

Minder is meer

We willen minder, en wat we kopen moet langer meegaan. Maar in de documentaire The Light Bulb Conspiracy zien we hoe producten speciaal ontworpen worden om kort mee te gaan zodat de consument snel een nieuwe aanschaft. Zo branden gloeilampen maar een bepaald aantal uren en gaan printers na een paar jaar voorgeprogrammeerd ‘kapot’. Zijn circulaire bedrijfsmodellen de oplossing? Bedrijven verkopen dan een service in plaats van product en blijven eigenaar van de grondstoffen, of bieden producten aan in abonnementsvorm. Zij zullen er alles aan doen om de producten werkend te houden omdat het bedrijf meer verdient hoe mínder je afneemt. Zo zijn er al abonnementen op wasmachines of koptelefoons, kledingbibliotheken en modulaire telefoons, zoals de FairPhone, die langer meegaan.

Wij zijn om en gaan consuminderen. Want zal de CO2-uitstoot niet enorm afnemen als we minder troep over de wereld laten vervoeren? Hoeveel mensen zouden aan het werk kunnen als producten gerepareerd worden in plaats van weggegooid en vervangen? Hoeveel minder afval zouden wij produceren? En hoeveel gelukkiger zouden we zijn, als we minder gingen werken om minder spullen te kopen? Dan hebben we ook eindelijk tijd om die tajine eens te gebruiken.  

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons