Voor het maandelijkse rapport van EnTranCe onderzocht dr. Martien Visser de huidige status van de ontwikkelingen die Nederland maakt op het gebied van duurzame energie. Sinds 2014 schommelt Nederland tussen de 5 en de 6 procent aan groene energie. Dat is nog ver verwijderd van de beoogde 14 procent duurzame energie.
Status quo Nederland
De duurzame energie in Nederland is vooral afkomstig van wind en biomassa. Omdat het minder waaide afgelopen maand is er in juli dit jaar 21 procent minder duurzame windenergie opgewekt dan in juli 2015. Sinds 2006 geeft de Rijksoverheid ‘beleidsprioriteit’ aan windenergie. In 2014 werd bijvoorbeeld meer dan de helft van al het overheidsgeld voor duurzame energie in windmolens gestoken. Nederland heeft de doelstelling om voor 2020 genoeg windmolens te installeren om 38 procent van alle hernieuwbare elektriciteit op te kunnen wekken.
Hoe duurzaam is duurzame energie?
Er zijn verschillende manieren om duurzame energie op te wekken, waarin de mate van duurzaamheid verschilt. De productie van een windmolen of zonnepaneel kost namelijk energie. Ook de duurzaamheid van biomassa staat ter discussie. Energie uit biomassa is in beginsel het opwekken van energie uit afvalstromen van biologische materialen. Inmiddels worden er extra gewassen geteeld om genoeg biologisch materiaal te hebben voor het opwekken van bio-energie. Critici vinden dit het doel voorbij gaan. Hoe duurzaam is het als we oliepalmen telen op gekapte oerwouden, om maar genoeg biomassa te kunnen maken? Volgens Milieu Centraal zijn windmolens uiteindelijk de meest duurzame en goedkope vorm van hernieuwbare energie. Critici vinden de molens onbetrouwbaar, omdat ze geen energie opwekken als het niet waait.
Doelstellingen Europa
Op Europees niveau was de afspraak om in 2010 al 9 procent van de energie uit duurzame bronnen te halen. Met een gemiddelde van 12.8 procent werd dat streven gehaald. Niet dankzij Nederland overigens, die dat jaar met 3,9 procent duurzame energie enkel Malta (1,1 procent), Luxemburg (2,9 procent) en het Verenigd Koninkrijk (3,3 procent) achter zich liet.
Windmolens zijn ook op Europees niveau populair: de ‘offshore’ wind-industrie (windmolens die redelijk ver van de kust af staan) haalde in de eerste zes maanden van 2016 een record bedrag aan investeringen van 14 miljard Euro. Nederland heeft wat betreft ‘offshore’ windenergie in die periode samen met Duitsland als enige Europese landen nieuwe energie-capaciteit gerealiseerd.
