Eindelijk zonder schuldgevoel aan de quinoa

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

En dat mocht ook wel: in het ‘jaar van de quinoa’ werd de vraag naar de supergezonde en glutenvrije graansoort zó groot en de prijs dusdanig hoog, dat de boeren die het spul al eeuwen verbouwden en aten het zich zelf niet meer konden veroorloven. En zo werd een superfood die Ban-Ki Moon zelfs nog als uitstekende voedseloplossing voor iedereen zag, voor veel mensen hét voorbeeld van elitair voedselsnobisme.

De eerste mijlpaal in het grote Nederlandse quinoa-avontuur is bereikt. Zojuist heeft Rens Kuijten pakweg 800 kilo quinoa, de oogst van een klein testveldje op een boerderij in Ede, in zijn achterbak geladen. Daarmee is de laatste quinoa die dit jaar op zijn initiatief op Nederlandse bodem is geplant eindelijk geoogst. “De totale opbrengst is ongeveer 50.000 kilo”, zegt Kuijten trots. “Misschien wel meer.”

Prijzig product
Quinoa komt oorspronkelijk uit Zuid-Amerika. De zaden lijken op graankorrels en worden steeds populairder als alternatief voor pasta, rijst of couscous. Quinoa is glutenvrij en bevat veel meer hoogwaardige eiwitten dan graan. “Het is gezond, lekker en het vult goed”, vat Kuijten de groeiende interesse voor quinoa samen. Om in de wereldwijd groeiende vraag naar quinoa te voorzien en geld te verdienen aan het prijzige product, wordt er in steeds meer landen buiten Zuid-Amerika geëxperimenteerd met de teelt. Zo gingen Franse en Canadese boeren de Nederlanders al voor. Omdat de Boliviaanse quinoarassen niet geschikt bleken voor de Hollandse polder, ontwikkelde Universiteit Wageningen de afgelopen veertien jaar door middel van verdeling een aantal rassen die in West-Europa kunnen gedijen. Kuijten verwierf de licentie om het zaad te gebruiken en vond boeren door heel Nederland bereid om quinoa te zaaien.

Terwijl hij de laatste quinoa-oogst naar de drogerij rijdt, blikt Kuijten terug op de proef waaraan dertien akkerbouwers en vier proeflocaties door heel Nederland meededen. “Het is nog avontuurlijker en leuker geweest dan ik verwachtte”, vertelt de 36-jarige Brabander lachend. “Bij de teelt van een nieuw gewas komt veel kijken. Het is echt pionieren. De akkerbouwers zijn onbekend met de teelt en niemand weet precies hoe de oogstmachines die normaal worden gebruikt voor graan, koolzaad of maïs moeten worden afgestemd om quinoa met zo min mogelijk verliezen van het land te krijgen.” Daarnaast is de hele keten van collecteren, schonen, drogen en bewerken nieuw. Daarbij speelt vooral de logistiek een belangrijke rol. “Als een teler ‘s ochtends besluit dat de quinoa vandaag geoogst gaat worden, moet er ‘s middags een vrachtwagen klaar staan die de oogst nog diezelfde dag naar de drogerij kan rijden. Aangezien quinoa een glutenvrij product is en we dat graag zo willen houden, moet je er bovendien voor zorgen dat het zaad tijdens de oogst, het transport en de verwerking niet met graanresten in aanraking komt.”

Juffertje
De grootste uitdaging voor boeren zit ‘m in de voorbereiding van de grond, stelt Kuijten. “Omdat we onkruid niet weghalen met chemische bestrijdingsmiddelen, moet de plant op eigen kracht de strijd tegen onkruid zien te winnen. Dat betekent dat je ‘m in het begin echt moet verwennen met goede, vochtige grond, zodat de plant snel ontkiemt en harder groeit dan onkruid. Quinoa is, zoals akkerbouwers zeggen, echt een juffertje: in het begin heeft ‘ie veel aandacht nodig. Maar als de plant direct goed groeit, gaat de rest van de teelt relatief makkelijk.”

Ook het weer was natuurlijk van invloed op de eerste proef. Kuijten: “In april was het erg droog, waardoor de zaadjes op zandgronden niet goed kiemden. Daardoor is de oogst op die gronden een stuk lager dan verwacht.” De regen die in augustus vrijwel non-stop viel, bleek daarentegen niet voor grote verliezen te zorgen. “Na een paar wolkbreuken op een aantal teeltlocaties dacht ik dat de oogst daar zou mislukken, maar verrassend genoeg kon de plant daar prima tegen.” Ten slotte speelde de zachte winter van afgelopen jaar een rol. “Doordat het in de wintermaanden nauwelijks vroor was de structuur van de grond op sommige plekken niet optimaal.”

Met alle lessen van dit jaar, denkt Kuijten komend teeltseizoen zijn voordeel te kunnen doen. “Ik verwacht dat we de opbrengst per hectare volgend jaar met 20 procent kunnen verhogen. Binnen vijf jaar kan de opbrengst per hectare met 30 procent omhoog en in tien jaar kunnen we de opbrengst per hectare misschien wel verdubbelen. Dat is niet alleen haalbaar door de planten beter te laten presteren, maar ook door de verliezen te verminderen.” Deze maand start Kuijten met het werven van nieuwe telers. Zijn doel is om volgend jaar op tien keer zoveel grond quinoa te telen. Dat is nodig ook, want de Nederlandse vraag naar quinoa is veel groter dan het aanbod. “Vijftigduizend kilo lijkt misschien veel, maar daarmee houdt Nederland het nog geen maand uit.”

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons