Kledingmerken zijn nog weinig transparant

Deze week is het vijf jaar geleden dat Rana Plaza instortte. Wereldwijd wordt actiegevoerd voor een duurzame, eerlijke en transparante kledingindustrie.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Na de ramp met Rana Plaza – precies vijf jaar geleden – kwamen de Britse Carry Somers, een pionier op het gebied van duurzame mode en modeontwerpster Orsola de Castro met het idee voor ‘Fashion Revolution’. De instorting van het gebouwencomplex, waarbij meer dan 1100 mensen om het leven kwamen, mocht en kon niet zomaar vergeten worden.

Om aandacht te vragen voor de slechte omstandigheden waaronder veel kledingarbeiders werken, besloten ze dat het tijd was voor een revolutie in de mode-industrie. Hun motto: ‘We love fashion, but we don’t want our clothes to come at the cost of people or our planet’.

Elk jaar roepen ze consumenten wereldwijd op om in actie te komen. Zo vinden er overal ter wereld –  van Uruguay tot Australië, Vietnam en Kenia – events plaats rondom het thema ‘fair fashion’. In Nairobi, Kenia wordt bijvoorbeeld de filmdocumentaire ‘The True Cost’ getoond, terwijl mensen in Colombia mee kunnen doen met workshops kleding upcyclen. En ook in Nederland worden deze week verschillende bijeenkomsten georganiseerd. Zie hier een overzicht. 

Hoe transprant zijn modemerken?

Het doel achter Fashion Revolution is om de industrie transparanter te maken. Want zolang merken niet precies weten waar hun kleding vandaan komt, hoe kunnen ze dan werken aan het verbeteren van de arbeidsomstandigheden in hun keten?

Elk jaar toets de organisatie hoe de grootste kledingbedrijven (denk aan een H&M, Primark, C&A en Zara) scoren op het gebied van transparantie. Zo wordt er gekeken naar hun beleid en doelstellingen op het gebied van milieu en arbeid, of ze lijsten met productielocaties openbaar hebben staan en wat ze doen om te zorgen dat vakbondsvrijheid gerespecteerd wordt en leefbare lonen worden uitbetaald.

Het goede nieuws is: uit de Transparency Index blijkt dat merken en retailers het afgelopen jaar stappen hebben gezet naar meer transparantie. Steeds meer kledingmerken publiceren lijsten met namen en adressen van de fabrieken waar hun spullen gemaakt worden. Ten opzichte van vorig jaar zijn de 100 geëvalueerde kledingbedrijven zo’n vijf procent transparanter geworden.

Het slechte nieuws: geen enkel merk is nog volledig transparant, of komt ook maar in de buurt daarvan. Slechts één merk, Asos, heeft ook de leveranciers van haar grondstoffen bekend gemaakt. Bij alle andere merken ontbreekt deze informatie, waardoor dus niet te achterhalen is waar hun katoen, wol of andere vezels vandaan komt. Als er nu misstanden in hun productieketen worden gevonden, kunnen maatschappelijke organisaties de bedrijven hen hier niet op aanspreken.

(tekst gaat onder de afbeelding verder) 

En dus roept de organisatie ook dit jaar weer consumenten op om druk uit te oefenen op de kledingmerken. Hoe? Door hen de vraag te stellen: wie maakt mijn kleding? Via twitter, instagram of facebook delen miljoenen mensen deze week labels van hun kledingstukken met de hashtag #WhoMadeMyClothes. Vorig jaar werden hiermee maar liefst 150 miljoen mensen bereikt.

Of dit social media activisme ook direct bijdraagt aan het bevorderen van transparantie, is de vraag. Maar zoals Somers en De Castro zelf zeggen: door niks te doen, komt die revolutie in de mode er nooit.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons