Mensen die noodhulp ontvangen kunnen kwetsbaar zijn voor seksueel misbruik en uitbuiting, ook door hulpverleners. Het is moeilijk voor de slachtoffers om daders ter verantwoording te roepen, onder andere omdat er geen onafhankelijke plek is waar zij misdaden kunnen melden. Al lange tijd wordt gezegd dat het instellen van een internationale humanitaire ombuds hierbij kan helpen en de bescherming van kwetsbare mensen kan vergroten.

Op verzoek van het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft professor Thea Hilhorst verkennend onderzoek gedaan naar het potentieel van een internationale humanitaire ombuds. Samen met co-onderzoekers Asmita Naik en Andrew Cunningham interviewde zij een diverse groep specialisten en hulpverleners. Ook beoordeelden zij talloze documenten en websites.

Thea Hihorst en Amita Naik bespreken de uitkomsten van hun onderzoek en gaan hierover in gesprek met vertegenwoordigers van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en de humanitaire sector.

Over de sprekers

  • Dorothea Hilhorst is hoogleraar humanitaire hulp en wederopbouw bij het ISS. Ze heeft uitgebreid onderzoek gedaan naar humanitaire hulp in veel omgevingen en een van haar aandachtsgebieden is humanitaire verantwoording. Ze is ook een onafhankelijk bestuurslid van de Core Humanitarian Standard Alliance.
  • Asmita Naik is een onafhankelijke consultant in internationale ontwikkeling, gespecialiseerd in mensenrechten / bescherming, inclusief seksuele uitbuiting en misbruik. Zij is een advocaat en bekleedt posities in verschillende toezichthoudende instanties. Ze trad op als kernteamlid in deze studie.
  • Bart Romijn is directeur bij Partos. Partos is de Nederlandse branchevereniging voor internationale samenwerking, waarvan circa 100 NGO’s lid zijn. Vanuit zijn functie is hij nauw betrokken geweest bij het gesprek over seksueel misbruik in de humanitaire sector, zowel binnen de sector, als met het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

Volg hier het Facebook-event