Achtergrond

Mijn verhaal als asielkind

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Lucia vluchtte op 9-jarige leeftijd uit Angola. Dit is haar verhaal over opgroeien als asielzoeker in Nederland.

**Click here for English version**

De huidige vluchtelingencrisis heeft veel discussies doen opwekken. In verschillende bevolkingslagen wordt het onderwerp hevig besproken. Of men nu vóór of tegen de vluchtelingenopvang is, de meningen zijn scherp.

De werkelijkheid van het vluchtelingenbestaan wordt verdoezeld door vooroordelen dat vluchtelingen en asielzoekers van alles krijgen aangeboden

De discussies bevestigen voor mij de vele gebreken die het vreemdelingenrecht en migrantenbeleid in Europa tot op heden niet geadresseerd hebben. Het bracht bij mij herinneringen en gevoelens naar boven van mijn eigen persoonlijke ervaring met dit bureaucratisch systeem en spoorde mij aan om een fragment uit mijn leven als voormalig asielzoeker te delen met mijn Facebookvrienden.

Daarom mijn verhaal
De media-aandacht voor de vluchtelingencrisis, of het nu om tv, radio of social media gaat, is heel eenzijdig. Het voedt de misverstanden en vooroordelen die mensen veelal al hebben en verbergt de veelzijdige kanten van het vluchteling- en asielzoeker-zijn. De werkelijkheid van het vluchtelingenbestaan wanneer ze eindelijk hun bestemming hebben bereikt, wordt verdoezeld door verwachtingen en vooroordelen dat vluchtelingen en asielzoekers van alles krijgen aangeboden. Daarom dit verhaal over mijn ervaringen over opgroeien als asielzoeker in Nederland.

Lucia in de sneeuw

 

'Mijn eerste winter' in asielzoekerscentrum Vught.

In 1994, negen jaar oud, werd ik aan het land voorgesteld waar ik de komende negentien jaar zou doorbrengen, veertien daarvan vechtend voor een eerlijk bestaan en erkenning om een ‘normaal leven’ te leiden. Mijn moeder, toen negenentwintig jaar, net zo oud als ik nu ben, was vijf maanden zwanger en was uit het door oorlog geteisterde Angola gevlucht met mij en mijn eenjarig zusje. We wisten toen niet dat onze reis en zoektocht naar veiligheid, geborgenheid en een nieuw bestaan toen pas zou beginnen.

Trauma
Mijn tweelingzusjes werden een maand na aankomst in Nederland geboren, bijna vier maanden te vroeg door trauma en gezondheidscomplicaties. In diezelfde periode werd er een aangezichtsverlamming door trauma bij mij geconstateerd met ernstige beschadiging aan de zenuwen, met als gevolg dat ik gedeeltelijk doof was aan één oor en geopereerd moest worden. De maanden daaropvolgend bracht mijn moeder door in verschillende ziekenhuizen, met daarbij ook nog de zorg van een peuter. Stelt u zich nu voor dat u dit meemaakt terwijl u in een land bent waar u de taal niet spreekt en waar uw veiligheid ook niet gegarandeerd is. 

Waarom is de veiligheid niet gegarandeerd? In tegenstelling tot wat men beweert met betrekking tot vluchtelingen en het asielproces, krijgen asielzoekers niet direct een huis toegewezen. Ze krijgen ook geen zak met geld mee of gelijk toegang tot de verschillende sociale voorzieningen. De asielprocedures in Europa, dus ook in Nederland, zijn vaak erg lang. Wanneer een vluchteling eenmaal een land binnenkomt en asiel aanvraagt, worden ze in opvangcentra (OC) opgevangen waar je afhankelijk van de omstandigheden ongeveer twee maanden kan doorbrengen.

Je geloofwaardigheid wordt keer op keer getest en je voelt de menselijkheid je ontnomen worden

Vluchtelingen worden geïnterviewd en geëvalueerd en dit wordt minstens een paar keer herhaald. Als je het ‘geluk’ hebt, en deze fase voorbij komt, word je naar een Asielzoekerscentrum (AZC) overgeplaatst. Hier kan je als asielzoeker gemiddeld drie jaar of langer doorbrengen, en moet je jezelf onderhouden met ongeveer €8,- per dag. Hiermee moet je al je dagelijkse uitgaven (eten, kleding, vervoer etc) financieren.

Je wordt een schaduw
Terwijl je casus doorgrondig onderzocht wordt en alles wat je vertelt in twijfel wordt getrokken, word je geforceerd om traumatische ervaringen te herbeleven. Je geloofwaardigheid wordt keer op keer getest en je voelt de menselijkheid je ontnomen worden. Je ervaringen, jouw reden om asiel aan te vragen, wie je bent als persoon, alles is een groot vraagteken. Door de procedures, het herbeleven van trauma en angst, word je een fragiele kopie van jezelf, een spiegelbeeld die niet beweegt wanneer jij beweegt, een spiegelbeeld die geen enkele kracht heeft. Je wordt een schaduw. 

De aankomst in een nieuw land zonder familie en middelen maakt het dat je vaak, meer dan ooit, leunt op de steun van de mensen in je omgeving. Je ontwikkelt relaties die groeien. Vreemden worden familie en begrip vind je onder elkaar. Zo ook het geval met de peetouders van mijn tweelingzusjes: een jong stel uit Congo uit hetzelfde asielzoekerscentrum die het intieme moment van geboorte met onze familie deelden. Ze waren daar omdat er niemand anders was, omdat we alleen elkaar hadden.

Barmhartigheid
De man en vrouw die ik nu oom en tante noem, die de geboorteaangifte van mijn zusjes in de gemeente Veldhoven registreerden, waren ooit vreemden waarvoor het gevoel van angst en onzekerheid niet onbekend was, en dus anderen in een soortgelijk situatie bijstonden. Dit is een van de positieve ervaringen die je zult kennen in het asielleven: de barmhartigheid van mensen die soortgelijke ervaringen delen, angst kennen en juist heel liefdevol zijn. 

Zes jaar, zeven verschillenden OC’s en AZC’s, een detentiecentrum en negen verhuizingen in totaal. Dan ervaar je het leven op een euforisch of verdoofd gevoel. Het euforisch gevoel overkomt je wanneer je alles tot je neemt van dit nieuwe land, de verschillende culturen die je tegenkomt in de AZC’s (soms tot wel 40 verschillende nationaliteiten), de verschillende talen en natuurlijk levensverhalen. Je ziet hoe veerkrachtig, hoopvol en strijdlustig mensen zijn. Hopend op een veilig bestaan en een nieuwe wereld ontdekkend. Op negenjarige leeftijd sprak ik al meerdere talen en ik werd dus blootgesteld aan nog meer, wat voor mijn jonge geest een geweldige ervaring was. Terwijl ik Engels aan het oppikken was, werd Nederlands de grote uitdaging. 

We gebruiken taal om anderen te laten weten hoe we ons voelen, wat we nodig hebben, en natuurlijk ook om vragen te stellen. We kunnen onze taal aanpassen aan verschillende situaties. Met taal maken we connecties, en delen we onze ervaringen met anderen. 

Je accepteert dit, omdat er geen keus is

Voor asielkinderen is taal nog belangrijker, we gebruiken taal niet alleen voor onszelf, maar ook voor onze ouders. Volwassenen krijgen vaak geen toegang tot (taal) onderwijs, tenzij ze een verblijfsvergunning krijgen of aan het inburgeringsproces moeten beginnen. Dit betekent dat je als asielkind vaak het eerste punt van contact bent wanneer er geen vertalers beschikbaar zijn. Wanneer je naar de dokter moet, zijn het niet je ouders die de arts moeten uitleggen wat er mis is, maar jij. Jij moet vertellen wat er is en als er een diagnose volgt, moet je dit ook weer terug kunnen vertalen.

Wanneer je ouders officiële documenten ontvangen met betrekking tot de asielprocedure, word jij geconfronteerd met de realiteit die je zelf nog niet in staat bent te verwerken of begrijpen. Je accepteert dit, omdat er geen keus is. De keus is niet aan hen, en dus ook niet aan jou.

[[{“fid”:”40876″,”view_mode”:”default”,”fields”:{“format”:”default”,”field_file_image_alt_text[und][0][value]”:”Stukje uit het dagboek van Lucia uit Angola”,”field_file_image_title_text[und][0][value]”:”Stukje uit het dagboek van Lucia uit Angola”},”type”:”media”,”attributes”:{“alt”:”Stukje uit het dagboek van Lucia uit Angola”,”title”:”Stukje uit het dagboek van Lucia uit Angola”,”style”:”width: 581px; height: 559px;”,”class”:”file-default media-element”}}]]

 

Een fragment uit het dagboek van Lucia, uit 1998. 

Ik had al op school gezeten voor wij naar Nederland kwamen en leerde vrij snel Nederlands spreken, wat voor velen als uitzonderlijk werd gezien. Asielkinderen worden vaak gezien als kinderen die geen onderwijs hebben genoten in het land van herkomst. Kinderen van verschillende leeftijden worden dan ook vaak in één klas gestopt, krijgen dan hetzelfde onderwijs, hetzelfde curriculum met weinig individuele aandacht in scholen die alleen voor AZC-kinderen zijn, waardoor ze dus geen contact hebben met kinderen van de ‘buitenwereld’.

Weer verhuizen
Dit leidt vaak tot oneerlijke situaties met als gevolg dat er vaak onderwijsachterstand ontstaat. Een van mijn leraressen, juf Wilma, probeerde tevergeefs om die situatie voor mij te veranderen. Ze deed er alles aan om mij op een ‘normale’ basisschool te krijgen, maar toen ze eenmaal voortgang begon te maken, moesten we weer verhuizen.

Vriendschappen onderhouden was een onmogelijke taak omdat je nooit voorbereid was op het volgende afscheid. Je verdrong de tranen en het verdriet. Je wist nooit wat er komen zou en  beschermde jezelf tegen teleurstellingen. Het zou daarna nog jaren duren voordat ik eindelijk naar een normale basisschool kon gaan, maar niet zonder het stigma van asielzoeker zijn, niet zonder de vooroordelen dat het allemaal wel te zwaar zou zijn en je het niet zou kunnen bijhouden. 

Vriendschappen onderhouden was een onmogelijke taak omdat je nooit voorbereid was op het volgende afscheid

Het trauma van vluchten uit je land, je thuis, eindigt niet wanneer je eenmaal asiel hebt aangevraagd. Wanneer alles tot je doordringt, kom je in het verdoofde gedeelte van je realiteit. Het trauma dat je niet kunt verwerken, de culturele verschillen die je in een korte periode op moet nemen, de realiteit dat je vrijheid niet van jouw is en dat veiligheid maar een concept is waar je geen greep op hebt.

Lucia Kula

 

Lucia Kula nu.

Je voelt je vreemd in je eigen lichaam, vreemd in een land dat jouw verwelkomde en toch weer niet. Je houdt je vast aan wat je nog hebt, jouw essentie, die identiteit waar je zo hard voor vecht, die je niet wilt loslaten. Het gevoel dat je noch daar bent, noch hier hoort… Het duurt even voordat je de balans vindt.

Veertien jaar onzekerheid
Als derde-cultuur-kind, een asielkind, ben je een mengeling van beide werelden. Je kent de voor- en nadelen van beide kanten, je voelt je machteloos en afgewezen door dit nieuwe thuis. Het duurde veertien jaar voordat wij een verblijfsvergunning kregen. Dat was veertien jaar van onzekerheid, veertien jaar in angst en veertien jaar in de wachtkamer om eindelijk te kunnen ademen terwijl wat je zocht een toevluchtsoord was. 

Nou stelt u zich eens voor dat wat ik net beschreven heb, de realiteit is van de gemiddelde asielzoeker in Europa. Het asielbestaan heeft mij erg gevormd, ook mijn ervaringen en interacties met mensen. Het heeft mij doen realiseren dat ik nog harder moest werken dan anderen, dat ik meer hoop moest hebben en het dromen niet mocht opgeven.

Dus nee, vluchtelingen en asielzoekers zijn hier niet om uw baan te stelen. Ze mogen vaak niet eens werken. Ze zijn hier niet om de scholen of speeltuinen van uw kinderen onveilig te maken. Ze zijn niet verantwoordelijk voor de crisis op de huizenmarkt, zijn niet het visitekaartje van terroristen en zijn ook niet uit op geweld of conflicten.

Het asielbestaan heeft mij gevormd. Het heeft mij doen realiseren dat ik nog harder moest werken dan anderen, dat ik meer hoop moest hebben en het dromen niet mocht opgeven

Wat u zich moet afvragen de volgende keer dat het onderwerp ter sprake komt is: hoe worden deze conflicten in stand gehouden, waarom is het ok om landen binnen te vallen, waarom manipuleren we en maken we winst op conflicten, om vervolgens de vluchtelingen uit deze gebieden niet te verwelkomen?

Terwijl u deze vragen stelt, vergeet dan niet dat vluchtelingen geen gelukszoekers zijn en dat er een verschil is tussen een vluchteling en een migrant

Een abonnement op OneWorld magazine voor 25 euro

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons