Achtergrond

Zeven goede gewoonten van multinationals

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

1. Unilever: werk samen
“Het mes snijdt aan twee kanten. Ontwikkelingslanden zijn belangrijke groeigebieden voor Unilever. In die landen is nu nog een enorm tekort aan basisvoorzieningen, zoals goede voeding en hygiëne. Wij kunnen die landen daar via publiekprivate samenwerking in voorzien, zodat zij zich kunnen ontwikkelingen als potentieel interessante groeimarkten voor ons.” Aan het woord is senior director Global Health Partnerships Paulus Verschuren van Unilever. Helaas is samenwerken volgens hem nog lang niet altijd vanzelfsprekend. Daarom zijn tip: “Iedereen moet blijven openstaan voor de motivaties van andere partijen om iets aan armoede te doen. Als je die motivaties kent en accepteert, kun je de handen ineen slaan. Unilever zit al sinds 1850 in India en ons bedrijf wordt daar als een icoon gezien. Daar moet je gebruik van maken, want Unilever zelf wil graag investeren in een groeigebied als India. Dat is gunstig voor ons en voor het land. Maar er zijn nog steeds ngo’s die het moeilijk vinden te praten met een organisatie die winst nastreeft, terwijl bedrijven juist veel kunnen bijdragen.”
 

Praat mee over bedrijfsleven en ontwikkeling!

Zijn bedrijven betere armoedebestrijders dan traditionele hulporganisaties? De titel van het beroemde boek De Zeven Gewoonten van zeer succesvolle bedrijven, van bedrijfsgoeroe Stephen Covey, is de leidraad bij een debat dat uitgever van OneWorld.nl, Global Village Media, en Stichting Max op 17 september organiseren in de Rode Hoed in Amsterdam.

Sprekers zijn Ton Aan de Stegge (ex-CEO van Telfort), Jeroen Blüm (Shell Foundation), Rene Grotenhuis (Cordaid) en diverse andere vertegenwoordigers uit bedrijfsleven en de hulpindustrie. Aan het einde van het debat kiest het publiek de ‘zeven goede gewoonten’.

Aanmelden voor het debat

 

2. TNT: kijk naar kerncompetentiesRose Verdurmen is director Moving the World van post- en expressbedrijf TNT: “Mijn advies aan ngo’s is om private ondernemingen niet simpel te vragen naar hun geld maar naar waar ze goed in zijn. Bedenk wat de kerncompetentie is van het bedrijf en hoe die kan worden toegepast in het bereiken van de ambitie van de ngo. Je kunt ondernemingen niet adviseren hoe je bijvoorbeeld honger kunt bestrijden. Dat is hun kernactiviteit niet. Wel kunnen ze met drie andere zaken bijdragen: hun kennis, hun mensen en hun netwerken.”
|
3. Microsoft: geven en nemen
Oprichter Bill Gates van Microsoft heeft zijn eigen fonds opgericht, intussen één van de grootste ngo’s ter wereld. Communicatiemanager Gonnie Been van Microsoft Nederland vertelt hoe ze met de Nederlandse tak lokaal investeert in het project Computerwijk in Amsterdam-West. “Daar krijgen bewoners training in computervaardigheden. Wij geloven dat die kennis essentieel is, omdat mensen daarmee zowel economisch als sociaal nieuwe verbindingen tot stand kunnen brengen.” Medewerkers van Microsoft geven trainingen aan trainers en het bedrijf sponsort softwarelicenties en geeft gratis advies. “Vaak hebben de slechtere wijken een achterstand opgelopen in technologie, terwijl je met die kennis juist in de maatschappij kunt participeren, doordat je weer in het arbeidsproces kunt stappen. Voor ons zit de winst in de maatschappelijke groei die daardoor ontstaat. Die is ook in ons eigen, economische belang. Zomaar geven voor het goede doel is niet meer van deze tijd. Het is geven en nemen.”

 

 

 

Heb jij ook voorbeelden van bedrijven die zich hard maken voor armoede bestrijding?

Laat het ons weten via het forum en wie weet wordt jouw voorstel tijdens het debat gekozen als een van de zeven ‘beste gewoontes’.

4. Microsoft: communiceer intern
Een andere tip die Gonnie Been geeft, is intern goed communiceren. Volgens haar is maatschappelijke betrokkenheid een vast onderdeel geworden van de bedrijfsvoering. “Maar je moet wel zorgen voor openheid over de Corporate Social Responsibilty binnen je organisatie. Dilemma’s moeten bespreekbaar zijn. Medewerkers moeten weten wat er gebeurt, zodat ze gestimuleerd worden om er tijd in te stoppen. Bij Microsoft mag je drie dagen opnemen om te participeren in onze projecten, zoals Computerwijk.” Wat Microsoft daarvoor terugkrijgt, is een andere kijk van medewerkers op de samenleving. “Ze weten daardoor hoe de markt eruit ziet, wat er gebeurt in de wereld. Dat is van groot belang voor een consumentenbedrijf als Microsoft.”

 5. DSM: Investeer voor lange termijn
“Als je succes wilt hebben, moet je verder kijken dan veel bedrijven nu doen en durven investeren.” Hier spreekt woordvoerder duurzaamheid André van der Elsen van DSM. Hij vertelt hoe het bedrijf in samenwerking met het World Food Programm van de Verenigde Naties het grote probleem van honger in de wereld te lijf wil gaan. “Wij willen niet alleen honger verhelpen, maar ook de zogeheten verborgen honger. Veel mensen in ontwikkelingslanden krijgen niet de juiste voedingsstoffen binnen om zich volledig te kunnen ontwikkelen. Wetenschappers hebben berekend dat als je iets aan die verborgen honger doet, die landen economisch enorm zullen groeien. Wij dragen daar als grootste vitamineproducent aan bij, door te investeren in een samenleving.” Hij zegt er eerlijk bij dat die bijdrage ook gunstig is voor DSM. “Een gezond en welvarend land is voor ons een potentiële markt. Maar je moet dat wel op de lange termijn bekijken. Volhouden is van groot belang, je redt het niet als je op korte termijn resultaat willen boeken.”

6. Shell: duurzame energie
Het motto van Shell is: business is the real poverty killer. Woordvoerder Peter van Boesschoten legt uit: “Overheden en bedrijfsleven moeten samenwerken om ondernemingszin in ontwikkelingslanden te stimuleren.” Multinational Shell is intussen een van de grootste investeerders in Afrika. Het bedrijf financiert kleine, Afrikaanse ondernemers, maar draagt ook bij aan het terugdringen van de luchtvervuiling binnenshuis door ontwikkeling van verbeterde cook stoves, die ze op commerciële wijze verkopen. Tien jaar geleden werd de Shell Foundation opgericht, waarmee op bedrijfsmatige wijze initiatieven werden ondersteund.

 

 

 

 

Dit artikel is in uitgebreidere versie te lezen in het nieuwe september-nummer van tijdschrift onzeWereld.

7. AkzoNobel: duurzame economie
Andre Veneman is corporate director sustainability bij AkzoNobel. Hij vertelt hoe economische bedrijvigheid leidt tot de ontwikkeling van de economie. “Vooral een duurzame economie is een randvoorwaarde voor een goede ontwikkeling. Het is de tijd van public private partnerships.” Hij waarschuwt: “Haak aan, anders raak je achter en mis je teveel kansen in deze markten. Je kunt wel donaties geven, maar met duurzaam ondernemen bereik je veel meer.” De oud-tropenarts vertelt over AkzoNobel’s logo Tomorrows Answers Today. “Yesterday is wat je ten eerste moét doen, zoals veiligheid bereiken van werk- en woonplekken, geen corruptie, geen kinderarbeid. Today is het bijdragen aan wereldwijde economische groei en armoedebestrijding en het voorkomen van schaarste van bijvoorbeeld zoet water en brandstoffen. De derde stap is Tomorrow, waarbij duurzame klimaatverandering in acht moet worden genomen, er toch groei van ontwikkelingslanden mogelijk wordt en hoe bedrijven zich daaraan moeten aanpassen. Hoeveel energie is er nodig om een product bij de consument te krijgen? Er moet steeds slimmer worden geproduceerd. Duurzaamheid is een randvoorwaarde voor de toekomst van het economische succes.”

 

 

 

 

 

 

 

Lees het rapport hier

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons