Zijn ontwikkelingswerkers lui?

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Een gepromoveerd onderzoeker die na twintig jaar Afrika meer dan vierhonderd pagina's volschrijft over het arbeidsethos in Afrika, zonder zijn bronnen te verifiëren en met generalisaties op basis van horen zeggen, had een roman moeten schrijven. Dat zou eerlijker zijn geweest tegenover de lezers en vooral tegenover het onderwerp van zijn boek: de enorme pluriformiteit van Afrikaanse landen, culturen, wereldbeschouwingen en belevingswerelden.

De aanvechting bestaat om willekeurig wat voorbeelden te noemen van mijn ervaring in West- en Centraal-Afrika: over karakter, doorzettingsvermogen en motivatie bijvoorbeeld. Maar dan zou ik van eenzelfde gemakzucht blijk geven als Van Eijk. Niets vond ik in Afrika ergerlijker dan geconfronteerd te worden met mede-ontwikkelingswerkers die o zo bevlogen waren, Afrikaanse collega's omhelsden en zich lieten vollopen met Afrikaanse cultuur, om vervolgens 'onder ons', in het Nederlands, van gedachten te wisselen over de 'onvolkomenheden' van de lokale partners.

Het boek is dus in het Nederlands geschreven en uitgegeven. Dat bevestigt de indruk dat het  uiting geeft aan een frustratie die zich blijkbaar niet leent voor discussie met de bewoners van het continent. Het is toch bizar dat iemand die twintig jaar in Oost-Afrika gebivakkeerd heeft niet in staat zou zijn over zo'n belangrijk onderwerp in het Engels verslag te doen? Is hier dan toch sprake van luiheid?

J.J. Groenendijk, van 1980 tot 1999 werkzaam als bosbouwkundige en projectleider in Afrika en Latijns-Amerika en als universitair medewerker in Nederland.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons