Zelfkennis is het begin van verandering

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

 

UNDEFINED

Foto: Woord en Daad

De Great Commission for People Development and Orphans (GCPDO) is in een paar jaar tijd gegroeid van een eenmansinitiatief tot een kleine, maar professionele organisatie. Ze richt zich op de opvang van kinderen en gemeenschapsontwikkeling in het oosten van Zambia. In 2001/2002 begon de organisatie met steun aan vijftig huishoudens en 115 kinderen, vooral met schoolmaterialen en landbouwtraining.

In 2006 steunde GCPDO 1044 families en 850 kinderen. De kinderen zijn voornamelijk aidswezen. Volgens cijfers van UNAIDS zijn er in Zambia 1,1 miljoen mensen met hiv of aids en 710.000 aidswezen. De kinderen worden opgevangen in pleeggezinnen en krijgen de kans om naar school te gaan. Ook de gezinnen en de gemeenschap waarin zij wonen, worden ondersteund, bijvoorbeeld met training over duurzame landbouwmethoden, voorlichting rondom hygiëne en gezondheid, voedsel en putten voor schoon drinkwater. Deze 'totaalaanpak' is essentieel, vindt GCPDO, anders verandert er fundamenteel namelijk niets. Het streven is dat elk huishouden binnen drie jaar voor zijn eigen voedsel en inkomen kan zorgen.

Dit lukt echter lang niet iedereen: volgens GCPDO slaagde in 2005 de helft van de huishoudens daar wel in, de andere helft niet. Daarom besloot GCPDO in 2006 samen met haar Nederlandse partner Woord en Daad, een christelijke ontwikkelingsorganisatie gevestigd in Gorinchem, een evaluatie uit te laten voeren.

 

Nieuwsgierig

GCPDO begon zelf met een interne evaluatie, afgerond in november 2006. Uit deze studie blijkt dat zelfs nog minder dan de helft van de huishoudens – slechts 10 procent – er tussen 2001 en 2005 echt in was geslaagd binnen drie jaar zelfvoorzienend te worden.

De mensen die dat wel lukte, bleken vaak degenen te zijn met een nieuwsgierige houding. Zij konden meestal lezen en schrijven en geloofden dat verandering mogelijk was. De begunstigden die er niet in slaagden, waren veelal wars van nieuwigheidjes. Zij zagen bijvoorbeeld geen heil in alternatieve bemestingsmethoden en bleven (dure) kunstmest de beste oplossing vinden.

Een ander cruciaal punt bleek de falende monitoring tot 2005. GCPDO had simpelweg onvoldoende geld en vervoersmiddelen om in alle dorpen langs te gaan en vertrouwde daarom blindelings op de dorpsleiders. In één district bleek echter dat sommige gezinnen – dankzij vriendjespolitiek – onterecht hulp kregen. Sommige inhalige dorpsleiders eigenden zich voedsel en landbouwmaterialen toe die voor andere gezinnen bestemd waren. Door onduidelijke richtlijnen vanuit GCPDO was er bovendien soms sprake van inconsistentie: kreeg een gezin het ene jaar wel steun, het volgende jaar kreeg het opeens niets.

GCPDO had uit zichzelf al een aantal verbeteringen doorgevoerd, zoals de aanschaf van een motorvoertuig om het transportprobleem op te lossen, training van de stafmedewerkers om hun vaardigheden te vergroten en bewustmaking van de dorpelingen dat het om hún project gaat en dat ze dus ook mogen klagen als er iets fout gaat.

Maar GCPDO wil méér veranderen: er moet bijvoorbeeld een beloningssysteem komen voor dorpen en personen die zich positief inzetten en vorderingen maken; als een huishouden economisch zelfstandig is, moet de ondersteuning voor onderwijs voor het kind nog niet meteen worden afgebouwd; én er moet werk worden gemaakt van betere monitoring.

 

Openheid

In de externe evaluatie, die halverwege dit jaar werd afgerond, worden nog meer aanbevelingen gedaan, soms heel eenvoudige oplossingen. Het zou voor de monitoring bijvoorbeeld al een stuk schelen als er meer motorvoertuigen, fietsen en communicatiemiddelen beschikbaar komen voor stafleden en dorpsleiders.

Ook de organisatie zelf moet volgens de consultant veranderen. Het bestuur is nu bijvoorbeeld te zwak en moet beter worden toegerust voor zijn taak. Om op dezelfde schaal gezinnen en dorpen te helpen – én om de directeur te bewaren voor overbelasting – moet de capaciteit van de organisatie vergroot worden. Er moet meer personeel komen en GCPDO moet meer ervaringen uitwisselen met andere organisaties.

De regiocomités, groepjes dorpelingen waarmee GCPDO samenwerkt, zouden eveneens moeten professionaliseren. Verenig boeren in coöperaties, luidt het advies aan hen. Zo kunnen de boeren profiteren van overheidssubsidie en krijgen ze beter toegang tot de markt en betere prijzen voor hun oogst.

De lijst aanbevelingen is nog veel langer: op alle niveaus valt wel wat te verbeteren. Er is veel werk aan de winkel. Maar Woord en Daad is alvast tevreden: 'Het rapport straalt openheid uit over de tekortkomingen en het leren daarvan, bijvoorbeeld over het voorkomen van corruptie door dorpsleiders in een district', stelt beleidsmedewerker Evaluatie en Onderzoek Wouter Rijneveld naar aanleiding van de interne evaluatie. Die houding is cruciaal, vindt Woord en Daad, én professioneel. Zelfkennis is het begin van alle verandering.

 

Meer info: www.woordendaad.nl, www.ourchurch.com/member/g/GCPDO

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons