De Britse econoom Nicholas Stern zei dat arme landen en ontwikkelingslanden ook moeten bijdragen aan de wereldwijde inspanningen om de door de mens veroorzaakte uitstoot, die de aarde momenteel bedekt als een deken, in te dammen.
Stern, de auteur van een vorig jaar verschenen baanbrekend rapport over de economische consequenties van klimaatverandering, zei dat de wereldwijde doelstelling om broeikasgassen (met name koolstofdioxyde als gevolg van kolencentrales en voertuigen die op petroleum rijden) te reduceren, een vermindering zou moeten inhouden van 50 procent in 2050.
Grotendeels verantwoordelijk
'Vanwege hun verantwoordelijkheid in het verleden en een betere toegang tot grondstoffen, zouden de rijke landen een veel hogere reductie dan 50% moeten realiseren. Zij zouden een vermindering van 75% moeten bewerkstelligen. Ook zouden rijke landen andere landen kunnen helpen met het financieren van hun uitstootvermindering', aldus Stern.
De Britse premier Gordon Brown liet eerder al dergelijke geluiden horen in een zitting van de VN. 'We weten dat er in geïndustrialiseerde landen onevenredig veel is geprofiteerd van de welvaart en dat juist de arme landen, die er het minst verantwoordelijk voor zijn, onevenredig zwaar te lijden zullen hebben onder de klimaatverandering. Dat maakt de klimaatverandering zowel een kwestie van gerechtigheid alsook van economische ontwikkeling', zei Brown.
Lees meer bij Planet Ark
