Twee jaar na aardbeving worstelt Nepal nog met gevolgen

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Twee jaar na de vernietigende aardbeving in Nepal is de wederopbouw nog niet erg opgeschoten. Bijna 70 procent van de getroffen bevolking leeft nog steeds in een tijdelijke opvang, en het landschap wordt gedomineerd door ruïnes die nog niet zijn aangepakt. 

Op 26 april en 12 mei 2015 schrikten twee grote aardbevingen het land op. Er vielen naar schatting negenduizend doden en een half miljoen gezinnen moesten hun huis ontvluchten. Naast heel wat woningen verloor de hoofdstad Kathmandu ook tientallen historische sites, waaronder de iconische Dharaharatoren.

Meteen na de aardbevingen begon het reddingswerk: lokale vrijwilligers sloegen de handen ineen met het leger en internationale hulpverleners. Maar naarmate de maanden voortschreed, vertraagde die hulp, en de heropbouw verloopt inmiddels bijzonder traag. Daar zijn verschillende redenen voor, waaronder politieke conflicten, slecht beheer van de middelen en gebrek aan transparantie.

Politiek gekibbel

Meteen na de ramp kwam de regering met de oppositiepartijen overeen om een nieuw publiek orgaan op te richten, het Nationaal Agentschap voor Heropbouw (NRA), om de werkzaamheden te coördineren.

Maar ondanks druk van internationale donoren en hulporganisaties leidde politiek getouwtrek ertoe dat het bijna negen maanden zou duren voordat er iemand werd aangesteld om het nieuwe agentschap te leiden. En inmiddels is die persoon al drie keer vervangen.

Donoren hebben ruim 4 miljoen dollar (3,6 miljoen euro) aan het agentschap beloofd, maar nog weinig geld heeft de weg gevonden naar de eigenlijke heropbouw. Het resultaat: amper 10 procent van de naar schatting 500.000 beschadigde huizen is hersteld met steun van de overheid en donoren.

De aardbeving vond plaats terwijl Nepal druk werkte aan een nieuwe grondwet, een debat dat veel politieke aandacht opeiste. Maar politieke hervormingen, ideologische en etnische spanningen en frequente regeringswisselingen leidden eigenlijk al tien jaar lang de aandacht af van inspanningen om het land veerkrachtiger te maken in geval van rampen.

Gebrek aan lokale overheden

Hoewel er op regelmatige basis nationale verkiezingen worden gehouden, vonden er  zestien jaar lang geen lokale verkiezingen  plaats. Die zijn nu weer hernomen, maar de schade die anderhalf decennium aan politiek vacuüm heeft veroorzaakt, is enorm. Verlies van politieke aansprakelijkheid is een van de kernproblemen achter de falende heropbouw.

Onderzoek laat zien dat lokale elites soms financiële steun krijgen als slachtoffer, terwijl ze niet onder de aardbeving hebben geleden. Zonder lokale, democratische vertegenwoordiging kunnen burgers hun bezorgdheid niet uiten, misstanden niet aanklagen en publieke middelen niet opeisen.

Toch bestaat er in Nepal een sterk sociaal kapitaal, en zijn er heel wat voorbeelden waar de gemeenschap de handen in elkaar slaat zonder tussenkomst van overheden of donoren. Sommige lokale leiders werken samen met de gemeenschap om infrastructuur, kleine wegen, scholen en gezondheidscentra te herstellen. Maar die individuele inspanningen kunnen een sterke en democratische lokale overheid niet vervangen.

Internationale hulp

Na de aardbeving berekende de Nationale Planningscommissie in Nepal dat de heropbouw meer dan 7 miljard dollar zou kosten. De miljarden dollars die internationale donoren beloofden, werden echter niet vertaald naar een duidelijk plan over waar dat geld naartoe zou gaan, en zodoende had het ook weinig impact op de wederopbouw.

De NRA, die de inspanningen van de overheid in goede banen moest leiden, kampt met een logge bureaucratie en overregulering. Een wetsvoorstel dat het agentschap zou toestaan om de standaard-toekenningsprocedures te vermijden, haalde het niet. Daardoor kiezen donoren liever voor internationale ngo’s als samenwerkingspartner in plaats van de staat zelf.

Het is de vraag of dat de juiste aanpak is: in Gorkha alleen al waren kort na de aardbeving driehonderd verschillende organisaties actief. Hun inspanningen worden soms beschreven als ‘rampenkapitalisme’, maar zeker is dat verschillende ngo’s cruciaal werk hebben verricht.

Nepal heeft nog steeds geen effectief en afdwingbaar mechanisme om de humanitaire steun te controleren. Geld hebben is niet voldoende: het land moet er zorg voor dragen dat het budget die projecten bereikt die verschil maken voor de bevolking.

Regionale spanningen

Nepal zit in een precair machtsevenwicht tussen India en China. Kort na de aardbeving werd de aanvoer van hulpgoederen gehinderd door een blokkade tussen India en Nepal. Volgens Nepal was dat de schuld van India, terwijl India het toeschreef aan politieke problemen binnen Nepal.

Nepal heeft geen toegang tot de zee en vertrouwt historisch op de aanvoer van basisgoederen uit India. De blokkade veroorzaakte zodoende een bijna totale verlamming: niet alleen de wederopbouw werd gehinderd, maar vrijwel de hele economie. Tegelijk groeit de Chinese interesse voor het land. Tijdens de blokkade leverde China gratis olie, maar verder heeft de wedijver tussen de twee grootmachten het kleine Nepal nog niet veel opgeleverd.

Gezien de aanhoudende seismische activiteit in het Himalayagebergte is er grote behoefte aan een coherente regionale structuur voor rampenbestrijding. Maar interne spanningen weerhouden de Nepalese overheid ervan om echte samenwerking te promoten.

Bron: The Conversation
Auteur: Hemant Ojha, Eileen Baldry en Krishna K. Shrestha 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons