Syriërs filmen eigen dood

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

In de tentoonstelling ‘The Pixelated Revolution’ onderzoekt de Libanese kunstenaar Rabih Mroué de rol van mobiele telefoons als verlengstuk van het netvlies en als publiciteitswapen in tijden van revolutie. OneWorld bezocht de tentoonstelling en sprak met de curator.

Rabih Mroué raakte gefascineerd door de hoeveelheid ‘burgerjournalisten’ die per toeval hun eigen dood filmden terwijl zij met hun mobiele telefoon gewelddadigheden registreerden. De meeste mensen kennen deze filmpjes: op YouTube en andere sociale media platforms stikt het er van.

Shooting pictures
De beelden van burgerjournalisten zijn meestal bedoeld om te plaatsen op internet – een geliefd medium omdat het de lange tentakels van dictatoriale regimes (meestal) omzeilt. Met het gemak van een simpele muisklik kunnen deze burgerjournalisten de wereld een ongecensureerde versie van de werkelijkheid laten zien. Een waardevol vermogen, want shooting pictures lijkt even effectief als shooting bullets. Maar dan ineens ziet de filmer dat het geweer van de schutter op hem zelf is gericht… “Allah Akbar!” (God is groot) en “La-illaha ill Allah” (Ik getuig dat er geen godheid is dan alleen God) wordt er geroepen, voordat alles zwart kleurt. Het fatale schot is gelost.

 

The Pixelated Revolution is de eerste expositie in het drieluik genaamd ‘The Last Image’.
De expositie is t/m 8 juni 2014 te zien in Nederlands Uitvaart Museum Tot Zover.

In scène gezet?
Maar of de rest van de wereld deze vastgelegde getuigenissen voor werkelijkheid aanneemt? Immers, hoe weet je nou zeker of een situatie niet in scène is gezet? Stel dat ze echt zijn, heeft de hoeveelheid afgrijselijke beelden ons dan gestimuleerd om meer hulp te verlenen? Ik denk van niet. In mijn omgeving hoor ik mensen wel eens zeggen dat er in het Midden-Oosten altijd wel iets verschrikkelijks gaande is. Het is de standaard geworden.

 

Beelden Midden-Oosten leiden tot inflatie
Lex Runderkamp, Midden-Oosten-correspondent voor de NOS, beaamt dit in zijn speech voorafgaand aan de opening van de tentoonstelling: “Ik doe nu verslag vanuit de heftigste gebieden waar ik ooit ben geweest. Ik moet ook wel eens aan de dood denken, maar ik geef niet toe aan de angst. Veel mensen die ik heb gesproken in de afgelopen tijd leven niet meer. Dit besef is benauwend. Sinds de komst van de sociale media zie ik dat er meer dan ooit foto’s en video’s in conflictgebieden gedeeld worden. Maar deze hoeveelheid beelden lijkt voor een inflatie te hebben gezorgd. Kijk maar naar de manier waarop geld werd ingezameld voor Syrië. De kunstenaar achter deze expositie laat de vergeten ‘mens’ weer zien. De beelden krijgen hun menselijkheid weer terug. Dit is confronterend en belangrijk.”

Het woord ‘inflatie’ in deze context bezorgt mij een rilling. Hebben de beelden inderdaad nauwelijks meer invloed doordat het er zoveel zijn? Er zit een kern van waarheid in. Wij in het stabiele democratische Westen genieten van vrijheid en welvaart. We maken ons zo nu en dan, in vergelijking met het Midden-Oosten, druk over zaken die er minder toe doen. Luxeproblemen worden ze genoemd. En alles wat ver weg gebeurt, tja dat is wel naar voor die mensen, maar dat is gelukkig een ver-van-mijn-bed-show.

Oog in oog met de dood
Zodra je de eerste zaal van de tentoonstelling binnenloopt, zie je dat een stuk of acht mannen een geweer op je richten. Dit ‘target-gevoel’ behoud je tijdens het verkennen van de expositie. In een mum van tijd werd ik de toeschouwer vanachter de cameralens. Ik sta oog in oog met de dood. Curator Babs Bakels heeft de indeling en attributen op een zodanige manier ingericht dat je als bezoeker hoe dan ook onderdeel wordt gemaakt van de voorstelling.

Wat mij het meest heeft gegrepen waren de flipbooks. De flipbooks bestaan uit een reeks afbeeldingen van films die zo achter elkaar zijn gezet dat de illusie van beweging gecreëerd wordt wanneer je de afbeeldingen snel doorbladert. De bewegende beelden krijgen een extra dimensie door op de geluidsknop te drukken. Even lijkt het alsof ik dirigent ben en dus eigenlijk de macht heb om de aangrijpende gebeurtenis die volgen zal te voorkomen. Ook een illusie. De Syriër en ik, samen achter de cameralens, zijn gespot. The end.

Virtuele tentoonstelling
Van de virtuele tentoonstelling www.thelastimage.nl, die ook op de expositie te bekijken is, ben ik minder gecharmeerd. Hierin wordt een lijn getrokken naar ‘het laatste beeld’ in het algemeen, wereldwijd. Aan de wanden hangen de foto’s in print om je een indruk te geven van de virtuele inhoud. Je ziet onder andere de beroemdste ‘9/11’-foto: een man die zijn dood tegemoet valt nadat hij uit het World Trade Centre sprong. We worden opgeroepen om via sociale media laatste beelden van onze dierbaren te uploaden. Deze dienen als afscheid, eerbetoon, protest, terreur, bewijs of herinnering.

De twee vragen die hierbij centraal staan zijn: vanuit welke gedachte en met welke bedoeling wordt een ‘laatste beeld’ van overledenen gemaakt en verspreid? En welke rol is hierin weggelegd voor de kunst, die voor de beeldrevolutie grotendeels het alleenrecht had op de verbeelding van de dood?

Persoonlijk voel ik niks voor dat uploaden, omdat ik 1) langzamerhand allergisch begin te worden voor al die sociale media-acties, die bedoeld zijn om een beleving ‘hip’ en ‘social’ te maken en 2) ik nooit zoiets persoonlijks en intiems de massa in zou sturen. Maar goed, dat ben ik, en wie weet staan andere bezoekers daar wel open voor.

“Via de kunst wordt het weer voelbaar”
Curator Bakels heeft deze bijzondere expositie naar Nederland gehaald. Haar reactie toen ze de beelden voor het eerst zag: “Rabih heeft zijn hele leven in oorlog doorgebracht. Wij in Nederland hebben het zo goed. Eigenlijk hebben wij geen missie meer. De dood daar is veel gewoner. Het is onderdeel van het dagelijkse leven van de mensen. Toen ik Rabihs werk tegenkwam, dacht ik: hij zegt alles wat ik had willen bedenken, hem ga ik vragen! Ik volg het nieuws, maar op tv komt het niet meer binnen. Via de kunst wordt het weer voelbaar. Het raakt je.”
 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons