Witwassen met hulp van Shell

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Shell en de Italiaanse multinational ENI betaalden meer dan een miljard dollar voor een offshore olieveld. Het geld verdween, via een ingewikkelde constructie, in de zakken van een corrupte ex-minister. Shell wist daarvan.

Olie, macht en corruptie in Nigeria. Niets nieuws onder de zon, zou je zeggen. Toch is de zogenoemde OPL 245-affaire zelfs voor Nigeriaanse begrippen omvangrijk. Olieveld 245, waar het allemaal om draait, is 1958 vierkante kilometer en bevat een kwart van alle (nu bekende) Nigeriaanse oliereserves. Voor de kenners: 9,23 miljard vaten, voldoende om heel Afrika zeven jaar van energie te voorzien. Voor de leek: veel olie. Op zee – minder gevoelig voor sabotage dan een olie op het Nigeriaanse land.  Sinds de ontdekking is het veld meerdere malen van eigenaar gewisseld, er werden rechtszaken om gevoerd en geheime deals over gesloten. De hoofdrolspelers komen uit de hoogste Nigeriaanse kringen. Een sleutelrol is weggelegd voor Shell.

Zó maakten we dit verhaal
Dit artikel is gebaseerd op verschillende achtergrondinterviews en op openbare documenten, waaronder rechtbankvonnissen en notulen van zittingen van het Nigeriaanse parlement.

Daarnaast kregen we inzage in een intern rapport van de Nigeriaanse onderzoekscommissie tegen economische en financiële misdaden EFCC. Uit gesprekken met betrokkenen blijkt dat de verwachting is dat het onderzoek niet zal worden afgerond zolang President Jonathan en procureur-generaal Adoke aan de macht zijn. Adoke, zelf betrokken bij de deal tussen Shell en ENI en de Nigeriaanse overheid en Malabu, is namelijk bij wet ook degene die het EFCC aanstuurt.

 

Naast Shell hebben we ENI, de woordvoerder van president Goodluck Jonathan en Dan Etete benaderd met vragen en de over hen gemelde feiten in dit verhaal. Zij hebben ervoor gekozen om geen reactie te geven.

‘Een zeer gebrekkige overeenkomst’ die ‘niet in nationaal belang is’ en zelfs ‘tegen de Nigeriaanse wet’. Zo beoordeelde het Nigeriaanse parlement op 18 februari vorig jaar de deal waarin de licentie voor olieveld 245 was toegekend aan Shell en het Italiaanse oliebedrijf ENI. Bijbehorende adviezen: herroep de overeenkomst en berisp Shell en ENI vanwege hun gebrek aan transparantie bij het sluiten ervan.

Shell is zich van geen kwaad bewust, houdt de Nederlandse woordvoerder vol. “Shellbedrijven hebben zich te allen tijde aan de Nigeriaanse wet gehouden, als wel aan de bepalingen die werden gesteld aan de licentieovereenkomst met de Nigeriaanse overheid”, zo laat hij weten. “We zijn open en transparant over alle betalingen die door Shell aan de Nigeriaanse overheid zijn gedaan.”

Hoe de minister zichzelf een olieveld gaf
Terug naar het begin. Olieveld 245 wordt in 1998 ontdekt in de Golf van Guinee. Nigeria wordt dan geleid door de militaire dictator Sani Abacha – berucht vanwege de enorme corruptie en mensenrechtenschendingen. Zijn minister van olie is Chief Dan Etete, een self made zakenman. Altijd op zoek naar kansen om zijn eigen financiële situatie te verbeteren. Het behoort tot Etete’s takenpakket om zijn handtekening te zetten onder nieuwe olielicenties (OPL – oil prospecting licenses). Na de vondst van blok 245 ruikt hij zijn kans. Op 29 april 1998 kent hij OPL 245 toe aan het vijf dagen daarvoor opgerichte bedrijfje Malabu Oil and Gas. Aandeelhouders: de zoon van dictator Abacha (Mohammed, 50%), de vrouw van Hassan Adamu, voormalig Nigeriaanse ambassadeur in de VS (20%) en de niet-bestaande Kweke Amafegha (een pseudoniem dat Etete vaker gebruikt voor ‘internationale missies’).

Zonder Shell geen boormogelijkheden
1999. Malabu bezit een olieveld, maar daarmee is Etete (inmiddels de voornaamste aandeelhouder) nog niet rijk. Het bedrijf heeft nul werknemers, laat staan de capaciteit om in een diepwatergebied naar olie te boren. Er zijn in de wereld maar enkele oliebedrijven die over de expertise beschikken om olie te winnen in ‘ultradiep water’. Eén van die bedrijven is Shell. 

Een probleempje: officieel mag Malabu niet samenwerken met Shell. Olieminister Etete kende OPL 245 namelijk aan Malabu toe onder het zogeheten Indigenous Exploration Program, bedoeld om het Nigeriaanse bedrijfsleven te stimuleren. Een van de voorwaarden is dat het ‘niet is toegestaan om een joint venture-overeenkomst te sluiten met een buitenlands bedrijf dat al actief is in de exploratie in Nigeria’. Shell doet al meer dan vijftig jaar zaken het West-Afrikaanse land. Toch sluiten Malabu en Shell in 2000 een deal. Shell gaat olieveld 245 exploiteren en krijgt 40 procent van de aandelen.

Getouwtrek om de licentie
Een groter probleem – zowel voor Malabu als voor Shell – is dat de Nigeriaanse regering olielicenties niet alleen naar believen uitdeelt, maar ook weer intrekt. Vriendjespolitiek en eigenbelang bepalen wie een licentie krijgt. Nog geen twee maanden nadat Malabu zich OPL 245 heeft toegeëigend, sterft dictator Abacha. Van de democratisch gekozen opvolger Obasanjo mag Malabu OPL 245 aanvankelijk behouden. Volgens Etete is dit dankzij vicepresident Abubakar, die zich inzet om de belangen van Malabu te verdedigen. In ruil krijgt het aan hem gelieerde bedrijf Pecos aandelen in Malabu. Maar later wil Abubakar meer. Etete en Abubakar raken gebrouilleerd. In juli 2001 trekt de Nigeriaanse regering de licentie voor olieveld 245 terug.

Shell heeft inmiddels miljoenen in het olieveld geïnvesteerd, en wil de licentie terug

In mei 2002 gaat de licentie na een biedingsronde naar Shell, om in 2006 (na verschillende juridische procedures) weer te worden teruggegeven aan Malabu. Maar Shell heeft inmiddels miljoenen in het olieveld geïnvesteerd. Die wil het oliebedrijf terug. De multinational daagt Malabu en de Nigeriaanse regering voor het Nigeriaanse gerecht. Ook brengt Shell de zaak aan bij het arbitragetribunaal ICSID van de Wereldbank. CEO Jeroen van der Veer vliegt naar Nigeria om de offshore-belangen van Shell te behartigen. In deze periode van getouwtrek kan geen van beide partijen het olieveld exploiteren.

In 2010 zit oud-olieminister Etete weer gebakken. Goodluck Jonathan is de nieuwe president. Hij en Etete zijn allebei christenen uit de Bayelsa-regio in de Niger Delta, dat schept een band. De nieuwe procureur-generaal Mohammed Bello Adoke is een goede vriend van Etete. Binnen twee weken na zijn aantreden gunt president Jonathan OPL 245 weer aan Malabu en Etete. Presidentiële bronnen bevestigen dat de president handelt op aanbevelen van Etete’s vriend Adoke.

Etete zoekt een koper
Onderwijl besluit Etete de licentie voor olieveld 245 in de verkoop te doen. Malabu beschikt nog altijd niet over de expertise om in de diepe zee te boren. Daar komt bij dat het bedrijf het geld voor de signature bonus (vergoeding aan de regering voor het verkrijgen van de licentie – red.) van 109 miljoen dollar nooit heeft betaald. Dat is riskant. Als president Jonathan straks wordt vervangen door een minder Etete-gezinde president, dan is de kans groot dat diegene OPL 245 weer van Malabu afneemt.

Etete is in Frankrijk veroordeeld wegens witwassen. Hij nam steekpenningen aan en kocht een villa

Malabu huurt twee consultants in om de overname van OPL 245 te regelen: de Rus Ednan Agaev en de Nigeriaan Ameka Obi. Hoewel de waarde van het olieveld buiten kijf staat, blijken zij niet in staat om kopers te vinden. Dat komt deels door de slechte reputatie van Etete, die in 2007 en 2009 in Frankrijk is veroordeeld wegens witwassen. Hij nam steekpenningen aan van buitenlandse investeerders en kocht daarmee een Franse villa. Daarnaast is er angst voor Shell en diens claim op het olieveld. ‘Nobody wants to be on the wrong side of Shell’, zegt consultant Agaev hier later over. De multinational heeft tientallen, zo niet honderden miljoenen dollars in olieveld 245 geïnvesteerd (het bedrijf wil zelf niet zeggen hoeveel) en schrijft volgens insiders waarschuwingsbrieven aan investeerders die interesse tonen in het de licentie. Het Russische Rosneft en het Franse Total haken daardoor af.

De meest logische deal, een overname van OPL 245 door Shell zelf, is geen optie. Dat zou ingaan tegen de Code of Conduct van de multinational. Daarin staat: ‘Er is sprake van witwassen van geld wanneer de criminele herkomst of aard van gelden of goederen wordt gecamoufleerd onder legitieme zakelijke transacties. Handel nooit met vermoedelijke criminelen en raak niet betrokken bij transacties waarin de opbrengst van strafbare feiten een rol speelt.’ Kortom: een miljard betalen voor een licentie die een ex-minister zichzelf onder een dictatuur heeft toegekend is uit den boze.

Een deal van een miljard
De zaak lijkt muurvast te zitten. Dan, opeens, is er op 7 december 2011 een nieuwsbericht dat OPL 245 in handen komt van Shell en het Italiaanse bedrijf ENI. De deal is al gesloten op 29 april 2011. ‘Shell en ENI vertelden persbureau Reuters dat al het geld voor de aankoop van OPL 245 betaald was aan de Nigeriaanse regering en niet aan Malabu.’ ‘Er is geen overeenkomst getekend tussen NAE (dochteronderneming ENI – red.) en Malabu Oil and Gas’, voegt ENI toe in een persverklaring.

In een reactie aan OneWorld zegt Shell: “Betalingen met betrekking tot de afgifte van de licentie (voor OPL 245 –  red.) werden alleen gedaan aan de Nigeriaanse overheid. Noch NAE noch SNEPCO (een dochteronderneming van Shell – red.) maakte geld over aan Malabu Oil and Gas.”

Hoe kun je een licentie overnemen zonder geld aan de eigenaar te geven? Via een ingewikkelde constructie achter gesloten deuren. Helaas voor Shell en ENI rekenen zij buiten de bokkensprongen van hun handelspartner Etete. De voornaamste aandeelhouder van Malabu betaalt de afgesproken beloning niet uit aan fixers Ageav en Obi. Daarop daagt Agaev Malabu en Etete voor de rechter in New York. Hij eist 66 miljoen dollar. Obi spant een zaak aan bij een handelsrechtbank in Engeland. Shell en ENI zijn geen onderdeel van deze juridische procedures. Toch belanden tientallen e-mails en verklaringen over hun besprekingen met Etete en de Nigeriaanse regering op tafel. Agaev en Obi zetten ze in om aan te tonen hoeveel werk zij hebben verricht om OPL 245 namens Malabu te verkopen.

De overeenkomst zó is geconstrueerd dat Shell dit statement kan maken zonder dat het een aperte leugen is

Drie overeenkomsten
Uit de rechtbankvonnissen blijkt dat Shell en ENI het geld voor OPL 245 inderdaad, zoals ze steeds zeggen, aan de Nigeriaanse overheid betaalden. Maar wat de oliegiganten er niet bij vermelden is dat de overeenkomst zó is geconstrueerd dat ze dit statement kunnen maken zonder dat het een aperte leugen is. Op de bewuste vrijdag in april 2011 werd namelijk niet alleen een deal gesloten tussen Shell en ENI en de Nigeriaanse overheid. Er werden welgeteld drie overeenkomsten ondertekend.

1.     Overeenkomst tussen de Nigeriaanse overheid en Malabu, ondertekend door de minister van olie en procureur-generaal Adoke en twee onbekende medewerkers van Malabu.  ‘Malabu draagt de OPL-aandelen over aan de Nigeriaanse overheid en komt overeen om ‘af te zien van iedere aanspraak op OPL 245’ in ruil voor ‘een compensatie van de Nigeriaanse regering van 1.092.040.000 dollar’.

2.    Overeenkomst tussen de Nigeriaanse regering (FGN) & NNPC (Nigerian National Petroleum Corporation) en SNUD & SNEPCO (dochterondernemingen van Shell) & NAE (dochter ENI). De Nigeriaanse regering kent OPL 245 toe aan SNEPCO en NAE in ruil voor een betaling van $1.092.040.000 (!) en een signature bonus (aan de regering- red.) van $207 miljoen.

3.     Een schikkingsovereenkomst tussen Malabu en Shell (SNEPCO en SNUD) waarmee een eind wordt gemaakt aan de juridische procedures tussen beide bedrijven.

Dan EteteDan Etete

Maar de betrokkenheid van Shell bij de deal met Etete gaat nog verder. Officials van ENI en Shell hebben voorafgaand aan de OPL 245-deal meerdere ontmoetingen met Etete. Ze spreken af in Lagos, in Den Haag en in Italië. De uitvoerend directeur van ENI, Claudio Descalzi, dineert in februari 2010 met Etete en anderen in het sjieke Principe di Savoia hotel in Milaan. Een Shell-official heeft ‘lunch and lots of iced champagne’ met Etete, waarna de Malabu-eigenaar wil weten hoeveel geld Shell overheeft voor OPL 245.

Champagne met Etete
De gebruikte drietrapsovereenkomst werd aangeraden door de Russische consultant Agaev. Dat blijkt uit een intern rapport van de Nigeriaanse onderzoekscommissie tegen corruptie EFCC. ‘Eind maart 2011 lijkt de Nigeriaanse regering deze suggestie te hebben opgevolgd.’
Zo brengt procureur-generaal Adoke het ook tijdens een hoorzitting van het Nigeriaanse parlement. Onder ede zegt hij: ‘Shell agreed to pay Malabu through the Federal Government acting as an obligor’. De Nigeriaanse regering was slechts tussenpersoon. Shell was er volgens Adoke volledig van op de hoogte dat de betalingen voor OPL 245 doorgesluisd zouden worden naar Malabu en Etete.

De minister die zijn handtekening zette, werkte enkele maanden eerder nog voor Shell

Als gezegd worden de drie deals in april 2011 beklonken. De overdracht van OPL 245 is echter pas officieel nadat de minister van olie zijn handtekening onder de nieuwe licentiebestemming heeft gezet. Dit gebeurt in december 2011. Toevallig is vlak daarvoor (half november) een nieuwe minister aangesteld: Osten Olorunsola. Voor zijn aanstelling was hij vicepresident gas van Shell Upstream International. In april 2013 is hij alweer minister-af. Uit gelekte embassy-cables (vertrouwelijke berichten van Amerikaanse ambassades aan het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken – red.) die gepubliceerd zijn op Wikileaks, blijkt dat Shell (naar eigen zeggen) mensen gedetacheerd heeft op alle relevante ministeries. Zo neemt de multinational kennis van ‘alles wat gedaan wordt’.

Een miljard voor Malabu
Ruim een miljard betalen Shell en ENI op 24 mei 2011 aan de Nigeriaanse regering via een derdenrekening bij JPMorgan Chase in Londen. Waar is dat geld nu? In verband met de rechtszaak van consultant Obi tegen Malabu bevriest de Britse High Court op 3 juli 2011 215 miljoen dollar. Het resterende geld wordt op 16 augustus 2011 overgemaakt naar twee Nigeriaanse rekeningen op naam van Malabu. Deze transactie wordt gecoördineerd door Etete’s vriend procureur-generaal Adoke, en de Nigeriaanse minister van Financiën.

“Malabu heeft het geld overgemaakt naar vijf verschillende brievenbusmaatschappijen die alleen op papier bestaan”, zegt Simon Taylor, directeur van transparantievoorvechter Global Witness. Zoals Rocky Top Resources Limited (336 miljoen dollar), A-Group Construction Company (157 miljoen) en Novel Property and Development Limited (30 miljoen). Aandeelhouder bij al die bedrijven is ene Abubakar Aliyu. Een man die door de Nigeriaanse anti-corruptieorganisatie EFCC ook wel ‘Mr. Corruption’ wordt genoemd.

‘Ik heb zelf 250 miljoen dollar overgehouden aan de OPL 245-deal’, stelt Etete in de Britse rechszaak. De andere honderden miljoenen investeert hij namens Malabu, beweert hij. ‘Malabu-aandeelhouders hebben besloten om het geld te besteden op een manier die zij geschikt achten.’

Strafrechtelijk onderzoek in Italië

 

Het Openbaar Ministerie in Milaan doet strafrechtelijk onderzoek naar de aankoop van OPL 245. Dat bevestigt aanklager Fabio Depasquale aan OneWorld. Hij wil echter hangende het onderzoek geen uitspraken doen over de vorderingen. Via andere wegen krijgen we bevestigd dat het Italiaanse OM uitzoekt welke rol oliebedrijf ENI in de deal met Malabu en Etete heeft gespeeld, en of daarbij anti-corruptie wetgeving is overtreden. ENI is Italiaans en voor dertig procent in handen van de Italiaanse overheid. Als de zaak voor de rechter komt heeft de uitspraak ook gevolgen voor Shell – aangezien Shell en ENI precies dezelfde overeenkomst tekenden met betrekking tot OPL 245. Wordt ENI veroordeeld, dan zal de zaak gebruikt worden om ook Shell te berechten. In Nederland loopt nu geen strafrechtelijk onderzoek naar Shell.

Uit onderzoek van het Italiaanse openbaar ministerie (zie kader) blijkt dat miljoenen gespendeerd zijn aan privévliegtuigen en limousines.

“Ontrafel deze deal”
Het is nu een jaar geleden dat het Nigeriaanse parlement vroeg om de licentie voor OPL 245 af te nemen van Shell en ENI. Er is niets gebeurd. “Zolang de huidige regering aan de macht is gaat er ook niets gebeuren”, zegt Olanrewaju Suraju van de Nigeriaanse anti-corruptieorganisatie HEDA. “Het zijn de president, de minister van olie en procureur-generaal Adoke die het advies van het parlement moeten uitvoeren. Maar zij waren zelf betrokken bij het opstellen van de deal.” Suraju doet een oproep aan de internationale gemeenschap: “Het geld verdwijnt vanuit Nigeria naar buitenlandse rekeningen. Hier kunnen wij als Nigeriaanse anti-corruptieorganisatie onmogelijk iets aan doen.”

Terug naar Shell. Wat vinden zij ervan dat hun miljoenen naar Etete zijn gegaan voor een bezit dat hij nooit had mogen hebben? De woordvoerder van Shell stuurt het eerder toegezonden statement nog eens toe: “Betalingen met betrekking tot de afgifte van de licentie (voor OPL 245 –  red.) werden alleen gedaan aan de Nigeriaanse overheid. Noch NAE noch SNEPCO maakte geld over aan Malabu Oil and Gas. Shellbedrijven hebben zich te allen tijde aan de Nigeriaanse wet gehouden, als wel aan de bepalingen die werden gesteld aan de licentieovereenkomst met de Nigeriaanse overheid. We zijn open en transparant over alle betalingen die door Shell aan de Nigeriaanse overheid zijn gedaan.”

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons